De Vlaamsche School. Jaargang 12(1866)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Mozes op den Nijl. (lied.) Naakt in een korf drijft daar een kind op 't water; De Nijl is trotsch, zijn zachte golfgeklater Juicht rond dit kind, dat wieglend wordt gevoerd Op eene borst met bloem en groen besnoerd. Het vreest geen leed; de stroom is vol gevaren: Met eenen schok verdwijnt het in de baren: Blaast, winden, zacht en komt dit kind beschermen! Ja, drijft het zacht van hier in veilger armen! De zonne blaakt en zendt haar gulden stralen Den spiegelvloed met rijker kleuren malen; Zij lokt een vrouw van 't vorstelijke bloed Haar zalen uit en brengt ze bij den vloed; Daar ziet zij 't kind, in riet en loof gevangen, Zij snelt er heen, aan 't hart wil zij het prangen, O, vrouw, dit kind, wil 't moederlijk beschermen! Ja, neem het op, 't is veilig in uw' armen! Omzichtig werd het riet ter zij genomen, En 't kind, gered, mocht aan den dood ontkomen, Een' eedle vrouw heeft haren plicht gevoeld, Als 't door den Nijl werd in het riet gespoeld. Het toeval kwam, bezorgd voor 't dierbaar leven, Aan 't kloppend hart der moeder 't kind weêrgeven, En d'Opperheer zond englen 't dan beschermen Voor Pharo's zwaard in veilge moederarmen, Edm. van Herendael. Vorige Volgende