van de leeraars en de leerlingen van het atheneum op dezelfde wijze als die der middelbare school te trekken.
- Verschenen: Twee vrienden, tooneelspel met zang in twee bedrijven, door G.J. Dodd.
- Met groot genoegen hebben wij vernomen dat M. Delcroix, afgevaardigde van het belgische Staatsbestuur bij het laatste taal-congres te Rotterdam, en M. Heremans, ondervoorzitter bij dat congres, benoemd zijn tot ridders der orde van den Nederlandschen Leeuw.
- Dezer dagen heeft in de Onze-Lieve Vrouwekerk de onthulling plaats gehad van een nieuw beeld van den heiligen Joseph, vervaardigd door de gunstig gekende beeldhouwers de gebroeders Mareels.
- Een koninklijk besluit verleent een hulpgeld van 600 fr. aan de academie van Antwerpen.
- Van 11 tot 13 Maart is in de zaal der Venusstraat tentoongesteld geweest een voor de kerk van Neerpelt, door den heer J. Kenis, leerling van professor vander Linden vervaardigd beeld.
- In de laatste dagen werden in het Verbond van kunsten, letteren en wetenschappen twee puike muziekfeesten gegeven. Op het eerste muziekfeest waarvan wij willen spreken, dat van den 26n february, werden een aantal stukken van den jongen doch reeds beroemden belgischen toonzetter Pieter Benoit, met buitengewonen bijval en op de voortreffelijkste wijze, onder de leiding van den heer Possoz, uitgevoerd. De gunstig gekende pianiste, Mej. Sofia Dumon en de fluitist, professor aan het koninklijk conservatorium de heer Jan Dumon verleenden hunne hooggeschatte medewerking aan dit concert.
Den 3n Maart werd een tweede muziekfeest gegeven, onder de leiding van den heer F. Callaerts en met medewerking van de verdienstlijke vioolspeelster Mej. de Blanck en die van den uitmuntenden schouwburgzanger H. Warnots.
Twee voordrachten, merkwaardig onder verschillende oogpunten, werden den 21n en den 22n Februari in het Verbond gehouden door twee fransche letterkundigen. De eerste, eene vrouw, Mev. Esther Sezzi, handelde over de pracht en de weelde; de tweede, de heer Philarete Chasles, leeraar aan het collegie van Frankrijk, bestudeerde in een vergelijkend verband het talent van Rembrandt, van Eyck en van Dyck.
Den 7n Maart hadden de leden van het Verbond voor kunsten, letteren en wetenschappen, onder het spelen der uitmuntende muziek van het 11e linieregiment, gelegenheid tot het beschouwen eener prachtige verzameling teekeningen van voorname meesters zooals de Keyser, Wappers, Dyckmans, de Braekeleer, Witkamp, Verlat, Schafels, Dell'Aqua, Calame, Waldorp, Sebron, Bles, Verveer enz. Deze verzameling was bijeengebracht uit de albums van eenige liefhebbers dezer stad; de merkwaardigste bijdragen werden geleverd door Mevrouwen Ferdinand van Hal, N. de Keyser en den heer baron Julius de Vinck.
Den 11n Maart waren in het Verbond zes schilderijen van twee jonge veelbelovende schilders tentoongesteld, namelijk vier van den heer J. van Luppen: 1. Eene jacht in de Calmpthoutscheheide; 2. Herten in een bosch van Bertesgaden (Opper-Beieren); 3. Een gezicht uit Marche, nabij Audenaarde; 4. Een gezicht op Wilrijck. Van den heer Jan Stobbaerts waren er twee stukken: De binnenplaats eener stokerij en Het portret van... eenen jachthond, toehoorende aan M. Lunden-de Baillet.
- De heer L. Mathot heeft onder zijnen gewonen schrijversnaam (L. van Ruckelingen) eene nieuwe (de derde) uitgave laten verschijnen van zijne zeer belangrijke: Geschiedenis der Oostenrijksche Nederlanden, België onder Maria-Theresia (1740-1780), zijnde, zoo als men weet, een vervolg op het belangrijk werk België onder Karel VI, van denzelfden schrijver.
Het tijdvak der regeering van de oostenrijksche keizerin Maria-Theresia behoort tot de belangrijkste in Oostenrijk en in België; immers was zij eene vorstin met hooge begaafdheden naar den geest bedeeld; een toonbeeld van stoutmoedigheid en tevens van goedheid des harten en echt vrouwelijke deugden. Zoowel hier als in Oostenrijk, blijft de herinnering aan Maria-Theresia voortleven onder het volk.
Brussel. - Men meldt de aanstaande verschijning eener uitvoerige levensbeschrijving van den beroemden schilder Wiertz, door den fransch belgischen letterkundige Lodewijk Labarre. Het werk zou 300 blz. groot zijn.
- Bij koninklijk besluit van 24 januari wordt M. Wiener gelast met de vervaardiging, ten koste van den Staat, eens gedenkpennings waarop langs den eenen kant, de afbeeldsels van koning Leopold I en van koningin Louiza-Maria, en langs den anderen kant de dagteekeningen van het overlijden HH. MM., alsook een binnengezicht der begraafplaats in de kerk van Laaken zullen voorkomen.
- De koninklijke maatschappij voor de bescherming der dieren te Brussel, heeft vier verhandelingen ontvangen, in antwoord op hare prijsvragen over de verzorging der pachthofdieren of dieren den landbouw nuttig: het paard, den os, de koe, enz.
De aandacht der voornoemde maatschappij verdient wel ingeroepen te worden op het volgende feit:
Graaf Sponeck, gewezen minister van koning Joris van Griekenland, vaarde eens op eene stoomboot van Marseille naar Piraeus. Op den overtocht viel zijn hond in de zee. De heer Sponeck verzocht den kapitein te stoppen, opdat het arme dier zou kunnen gered worden. - Het reglement, zoo antwoordde de kapitein, verbiedt ons te stoppen, ten ware er een man over boord viele. - 't Is goed, mijnheer, bepaalde zich de graaf te antwoorden.
En eenen aanloop nemende, sprong hij over boord. Men redde hem en - zijnen hond.
- De lichtteekenaar Ghemar heeft in last gekregen de portretten te vervaardigen van al de leden der koninklijke familie.
Binnen kort zal de heer Ghemar ten behoeve van den schamelen arme in de hoofdstad een 12-tal lichtteekeningen tentoonstellen waaronder: de portretten van Leopold I, van Leopold II en van koningin Maria-Hendrika, platen betreffende het afsterven en de lijkdienst van Leopold I, de plechtige intrede te Brussel en de eedaflegging van koning Leopold II; eene lichtteekening der onthaling des konings door de bisschoppen van het land, aan de poort der Gudulakerk den 18n december, dag op welken het Te Deum in gemelde kerk gezongen werd, om den zegen des hemels over de koninklijke familie en de nieuwe regeering af te smeeken.