De Engelsche stoomtuigen.
De volgende regels behelzen eene opgave van de krachten die de in Engeland werkende stoomtuigen voorstellen.
Deze stoomtuigen hebben eene kracht van 30 millioen werklieden. De voor het stoken van al deze stoomtuigen en voor de haardsteden benoodigde hoeveelheid steenkolen is zoo groot, dat als men in de plaats van steenkolen hout moest branden, voor de bevoorrading gedurende één jaar van de stad Londen alléén, er een bosch zoo groot als heel het koninkrijk Portugal zou noodig zijn.
Er gaat, aan smoor, zooveel hitte verloren als er zou kunnen voortgebracht worden door 't verbranden van het hout dat jaarlijks in 5,000,000 hectaren bosch regelmatig zou kunnen gekapt worden.
Wij mogen wel vragen hoe Engeland en de wereld het zullen maken wanneer al de steenkoolmijnen zullen uitgeput zijn? Zoo als men weet heeft men berekend dat de voorraad der in Europa bestaande steenkoolgroeven niet langer dan nog een paar eeuwen, dus tot omtrent het jaar 2066 strekken zal.
Volgens de berekeningen van een fransch ingenieur, den heer Simonin, verdubbelt het gebruik der steenkolen omtrent alle 15 jaren in Frankrijk, in Engeland en in België, alle 10 jaren in Pruisen en ongeveer alle 5 jaren in de Vereenigde Staten.
Twee jaren geleden, beweerde een fransch geleerde, met name Mouchot, dat het mooglijk was de hitte der zonnestralen te benuttigen om de stoomtuigen in beweging te brengen. Door welk middel is ons niet bekend.
In Amerika stookt men sedert eenigen tijd stoombooten met petroleum.