Deze bijbelplaats werd door Otto Venius tot onderwerp der schilderij waarvan wij hier eene plaat mededeelen, verkozen.
Op het voorplan, rechts, ziet men Christus en zijne apostelen. Links staat Mattheus, den publikaan of tollenaar, voor zijnen lessenaar, in het rijkskantoor waarover hij 't beheer heeft. ‘Volg mij!’ zegt de profeet tot hem, en bij het hooren van die woorden is de tollenaar opgestaan, hij heeft de cijfering waarmede hij bezig was onderbroken, zijne pen terug in den inktkoker gesteld, hij laat de geïnde penningen ongeborgen en met eerbiedige aandacht luistert hij naar de toespraak van Christus, terwijl hij van tusschen zijne zitbank en zijnen lessenaar komt, om zich bij de apostelen aan te sluiten.
De figuren zijn levensgroot geschilderd. De schilderij, die vroeger het lokaal der Meerschen of Merceniers, op de Groote Markt, versierde, bevindt zich thans, gelijk men weet, in het Museum van Antwerpen; zij is 2 meters 67 centimeters hoog, 1 meter 61 centimeters breed.
't Is een der goede stukken van den beroemden meester, die, zoo als bekend is, in 1558 te Leiden werd geboren en een zoon was van ridder Cornelis van Hoogeveen, burgemeester van Leiden in 1565 en van Geertruida Neckin. Ten gevolge van de Nederlandsche beroerten kwam de familie van Veen zich te Antwerpen vestigen. De stamvader der van Veen's was een bastaardzoon van Jan III, hertog van Braband, en van Isabel van Vene, alias Ermengarde van Vilvoorde. (Zie verder de levensschets van Otto Venius in de Vlaamsche School, 1862, bl. 152 en volgende.)