25e verjaardag der inhuldiging van Rubens' standbeeld, te Antwerpen.
Cantate uitgevoerd op Zondag 20 Oogst 1865, op de Groenplaats, voor het standbeeld, door de zangafdeeling der fanfaren maatschappij De vrijheids vrienden, met medewerking van verschillige vreemde maatschappijen.
Juicht, zonen van de Scheldestad
Viert samen 't heuglijk feest;
Hier eens stond Rubens' bakermat,
Hier leeft nog steeds zijn geest.
Zijn roem straalt glansrijk op ons neêr
Door eeuw noch tijd verdoofd,
Blijve in ons midden, als weleer,
Zijn groote naam geloofd!
Juicht, kunstenaars, met ons te saam
Verkondigt aan 't Heelal:
Dat eeuwig Rubens' groote Naam
Aanroept hem, hij die der Natuur
Haar sluier heeft ontrukt,
En, door zijn toedoen, blijve U 't vuur
Der kunst in 't hart gedrukt.
Gij, wiens meesterstukken
Dat uw brein deed gloeien;
En strekk' de school door U gesticht,
Der kunsten wereld steeds tot licht!
Waak op de Vlaamsche School, verkloek heur zwakke scharen,
Reeds veler dood heeft haar ter neêr gedrukt;
En hij, hij die alleen U soms kon evenaren,
Werd laast nog schielijk ons ontrukt.
Een groote geest is ons ontnomen,
Hij klimt tot het onsterflijk weêr;
Wij derven WIERTZ, den grooten en den vromen,
Hij streed, verwon, en.... is niet meer.
Neen, zóó vallen is niet sneven;
Hij's onsterflijk door de Faam,
En, bij onze laatste neven,
Leeft zijn naam naast Rubens' naam.
Ook een God blijft immer waken
Op de aloude vlaamsche konst,
Eeuwig zal heur glorie blaken
Eeuwig, zij ‘Versaamt uut jonst.’
O Heer, bescherm de Scheldestad
Die ieder kunstnaar mint,
Waar zich der schole bakermat
Dat ieders hart voor goed en schoon
En hecht Antwerpens kunsten kroon
Steeds nieuwe peerlen aan.
Beziel, begeester en bestuur
Gedoog niet dat het kunstenvuur
Verflauwe noch verklein';
Strekk' steeds zich uwe macht'ge hand
Bewaar en Stad en Vaderland,
En Kunst en Vrijheid, Heer!
|
|