te weigeren, zelfs wanneer het de weigering der ondersteuning van het Staetsbestuer moest voor gevolg hebben.
In dezelfde zitting is het ontwerp besproken van het hedendaegsch museum der Antwerpsche School, door M. Jos. Bellemans in de gemeenteraed voorgesteld, en waervan wy in ons eerste nummer van dit jaer gewaegen.
Dit ontwerp dat door de meerderheid van het uitvoerend bestuer was aen het dagorde gebracht, werd krachtdadig verdedigd door de heeren Th. Smekens, Jan Swerts, Alph. Dellafaille, Em. Geelhand en Terbruggen, en bestreden door de heeren graef G. Le Grelle, N. de Keyser; J. Van Havre, G. Kempenêers en E. Rigelé.
Hebben tegen het ontwerp gestemd: de HH. A. Cogels, Bal, L. De Burbure, de Keyser, J. Geefs, J. Jacobs, G. Kempenêers, Baron L. Le Candele, A. Le Grelle, Graef G. Le Grelle, H. Le Grelle, H. Leys, F.H. Mertens, J. Thielens, J. Van Havre, L.J. Van Hemelryck, J. Van Lerius, J. Van Regemorter, Somers, Mols-Brialmont.
Hebben voor gestemd: MM. J. Cuylits, P. Dens, A. Dellafaille, E. Geelhand, A. Geelhand, G. Guffens, P. Kremer, J. Lies, J. Ruyten, T. Smekens, J, Swerts, E. Terbruggen, Th. Van Lerius, J. Van Rooy.
M.F. Durlet heeft zich onthouden omdat hy dacht dat het noodig was meerder tafereelen aen te koopen.
- M.A. Van Ysendyck arbeidt aen een tafereel Judith voorstellende; het is zeer waerschynlyk dat deze meester dit werk naer de toekomende tentoonstelling van Antwerpen zal zenden.
BRUSSEL. - De kommissie tot invoering eener eenvormige spelling der vlaemsche tael is verschillende malen vergaderd, en heeft de beraedslagingen aengevangen. De meerderheid wil de zienswyze der opstellers van het Nederlandsch Woordenboek aennemen, en zich daertoe met de samenstellers van dat werk in betrekking stellen. Tegelykertyd echter is de meerderheid der kommissie van meening dat men sommige afwykingen, door het gebruik gewettigd, niet mag verbannen en het by voorbeeld ongeraedzaem ware aen de woorden zwert in plaets van zwart, peerd, in plaets van paard, het burgerregt te weigeren.
Professor David verdedigt krachtdadig de ae tegen de partygangers van aa enz.
- M. Greuze, heeft een boek in het licht gegeven, getiteld: Ernest Stevenaert of de ontaerde zoon, door Joan-Frans Piemont. Dit werk is een geschiedkundige roman, waerin de schryver eenige tafereelen ophangt van de fransche overheersching te Dendermonde. Wy hebben er vele krachtig geschrevene bladzyden in aengetroffen en vooral veel vaderlandsliefde en godsdienstzin. De Dendermondsche schryver verdient aengemoedigd te worden, hy heeft eene vry goede proef geleverd; wy zien met verlangen de verschyning te gemoet van zyn tweeden roman: Jan Tack, of de misleide Vlaming.
- Zyn benoemd tot leden van den jury, gelast met het beoordeelen der verhandelingen over de Aloude nationale vergaderingen:
MM. de Borgnet, baron de Gerlache, Faider, Gachard, Kervyn de Lettenhove, allen leden der koninklyke Akademie van België.
- M. Fraikin heeft de groep van Egmont en Hornes voltooid en zal dezen kortelings voor de gieting afleveren.
- M. E Lebens heeft een ontwerp ingediend voor het bouwen eener Beurs aldaer, by hetzelve is een brochuer gevoegd; doch daer wy het nog niet hebben ontvangen, moeten wy ons by deze aenkondiging bepalen.
- De klas van Schoone Kunsten der koninklyke Akademie van België voor 1864, heeft de volgende prysvragen uitgeschreven:
1o Volgens echte bronnen aentoonen op welke manier er sedert het begin der XIVe eeuw tot aen den dood van Rubens in het onderwys der graphische en plastieke kunst is voorzien geworden, in de Nederlandsche provinciën en het land van Luik.
2o De geschiedenis schryven der achtereenvolgende stelsels van de overdekking der gebouwen by de verschillige volkeren, en er de toeschryving en materialen aen de verschillige landen en klimaten uit afleiden.
3o De geschiedenis schryven der muerschildering in België en van hare toepassing op de gebouwen. Het karakter en de manier van werken van elk tydvak en van elke school aenduiden.
4o De lofrede schryven van Grétry; aentoonen wat zyn talent in de vyf genres der tooneelmuziek kenschetst.
De pryzen bestaen voor elke der twee eerste vragen, in een gouden eermetael ter weerde van 800 fr.; van 1200 fr. voor de derde en van 600 fr. voor de vierde vraeg.
De opstellen moeten goed leesbaer, in het vlaemsch, fransch of latyn geschreven worden en vóor 1 juny 1864, aen den bestendigen sekretaris der Akademie, M. Quetelet, te Brussel ingezonden zyn.
Voor den pryskamp van 1865, zyn de volgende vragen uitgeschreven:
1o De manier opzoeken waerop de bestekken der groote bouwkundige monumenten in de middeleeuwen werden opgemaekt; aentoonen waerin die bestekken met de hedendaegsche overeenkomen en verschillen; opzoeken of er ook, misrekeningen in gebeurden zoo als by ons, en doen zien wanneer ze den vorm en het belang der tegenwoordige gekregen hebben.
2o De geschiedenis schryven der landschapschildering, haren vooruitgang en veranderingen volgen, van den tyd af dat ze op de schilderyen maer eene onderhoorige zaek was, tot dat ze zelfs een vak op haer eigen is geworden.
De voorwaerden van dezen pryskamp zyn dezelfde als die van het programma van 1864.
- M. Couvreur is ridder van de ordens van den Nederlandschen Leeuw en van de HH. Mauritius en Lazarius benoemd. Deze onderscheidingen zyn aen M. Couvreur verleend, voor het werkdadig deel dat hy heeft genomen aen de internationale vergadering voor den vooruitgang der maetschappelyke wetenschappen, waervan hy sekretaris is.
- De minister van binnenlandsche zaken heeft aen de wetgevende kamers voor de weduwe van den tooneelschryver van Peene hetzelfde pensioen gevraegd, dat aen de weduwen der letterkundigen Van Kerckhoven, Van Ryswyck, Zetternam, D. Sotiau en Gaucet, op het budjet van het departement van binnenlandsche zaken vergund wordt.
Wy hopen dat de wetgevende kamers, de diensten inziende welke door Van Peene, aen de vlaemsche tooneel-litteratuer zyn bewezen geworden, niet aerzelen zullen het voorstel van den heer Vanden Peereboom, door hunne stemming te bekrachtigen.
- F. Fetis heeft in de laetste zitting der koninklyke Akademie van Wetenschappen, Letteren en Schoone Kunsten van België, lezing gegeven van eene levensschets van Pieter van Schuppen, beroemd Antwerpsch plaetsnyder der XVIIe eeuw, waeraen wy het volgende ontleenen.
‘Pieter van Schuppen, te Antwerpen geboren in 1628, had gansch zyne studie in zyne geboortestad gedaen en zyne behendigheid met de graveerstift had hy reeds in verscheidene werken laten blyken, toen hy het voornemen opvatte naer Parys te gaen, waer er in dit sfeer der