kwestie is ook zeer delikaet, en het is hier de plaets niet, om dezelve te behandelen. Misschien komen wy er later, by eene andere gelegenheid, op terug.
- M.J. C Wittkamp is door de Akademie van Schoone Kunsten van Philadelphia, Pensilvania accademy of the fine Arts, tot lid benoemd. De schildery de Visscher, van dien schilder, welke in de tentoonstelling van Brussel eene zoo kleine, maer zoo verdienstelyke plaets bezette, is aengekocht door M. den ambassadeur der Vereenigde Staten, in België, Mr. Santford.
M. Jos. Nauwens, welke zich ook met goed gevolg op de schilderkunst toelegt, had er een schilderstuk tentoongesteld, getiteld: het gebed der oude vrouw. Wy vernemen met veel genoegen dat hetzelve door een engelsch lief hebber is aengekocht.
- Door koninklyk besluit van 11 november, worden de benoemingen als effectieve leden van het akademisch korps der koninklyke Akademie van Schoone Kunsten te Antwerpen goedgekeurd: van MM. Balat, bouwkundige te Brussel, in vervanging van M. Suys, vader; F. Overbeck, historie-schilder te Rome, in vervanging van wylen den baron Van Schadow-Goderhaus, en A.A. Dumont, beeldhouwer te Parys, in vervanging van wylen M. De Bay, vader.
- De voorloopige Beurs der Cité is voltooid; het is een zeer geschikt lokael, veranderd voor die bestemming onder de leiding van M. Jan Servais, bouwmeester; het eerste gedacht dier verandering behoort aen den bestuerder M.J. Mestdagh.
- M.G. Guffens arbeidt aen verschillende prachtige portretten, in levensgroote, van leden der byzonderste familiën der stad.
- M. Jos. Biemans heeft het gedicht van M.E. Hiel, Myn liefste Liesje, op muziek gebracht.
- M.C. Broeckx heeft eene levensschets van J.-M.-F. Carolus laten verschynen, in de drukkery van J.-E. Buschmann.
- M.J. Vander Plassche, heeft met toestemming van Victor Hugo, een lied op muziek gezet, voorkomende in een zyner laetste werken.
- De koninklyke maetschappy ter aenmoediging van schoone kunsten heeft in hare laetste zitting de heeren P. Dens, J. Bal en L. Somers, als effectieve leden benoemd, in vervanging der heeren Verschaeren, E. Corr en E. Van Cuyck, overleden.
- M.J.B. Huysmans heeft aen het gemeente-bestuer van Gheel, om aen dezes verlangen te voldoen, dat een van 's kunstenaers werken in ons land blyve, eene schildery aengeboden, om in eene der zalen van het gemeente-huis geplaetst en voor altyd bewaerd te worden. Deze schildery, waervan het onderwerp hem ingegeven werd in het Oosten tydens de reis, die hy daer deed in 1856, heeft iedereen toegeschenen voor die gemeente bestemd te zyn. De schildery verbeeldt twee Egyptische vrouwen een zinneloozen-huis te Caïro bezoekende. Zy is 2 meters 50 centimeters lang en 2 meters breed.
- Onder de dichters, welke op den vlaemschen zangberg eene voorname plaets bekleeden, verdient M.F.J. Blieck, van Wervick, voorzeker een der eersten genoemd te worden. Hy is een dergenen die tot de herboring onzer letterkunde het zyne heeft bygebracht. Zyne gedichten onderscheiden zich niet alleen door den kernachtigen styl, maer ook door de zuivere tael en den fikschen versbouw, dry eigenschappen welke men by de meesten onzer hedendaegsche poëten te vergeefs zoeken zou. By alwie zich eenigzins met de vlaemsche letterkunde - de eenige echt nationale, - bezig houdt, is de naem van M. Blieck sedert lang eene goede kennis geworden. Wy zeggen ‘sedert lang;’ inderdaed, zyn eerste bundel Mengelpoëzy verscheen vóór ongeveer vyf-en-twintig jaren; een tiental jaren geleden kwam het tweede deel in het licht, en thans gaet hy het derde ter pers leggen. Deze uitgave is echter niet voor den handel bestemd, en zal enkel in geschenkexemplaren worden verspreid aen de persoonen, welke er de aenvraeg van zullen doen
Om aen den schryver zooveel mogelyk den last der afzonderlyke verzendingen te besparen en tevens aen de begiftigden den onkost van toezending te verminderen, ware het wenschelyk dat, in de byzonderste centrums der vlaemsche beweging, zich een echte taelvriend met het uitdeelen derzelver aendeel in beschikbare exemplaren wilde gelasten. Voor Antwerpen en omstreken, moeten de aenvragen per vrachtvrye brieven gezonden worden aen M.J. Staes, letterkundige.
- M.E. de Keyser, zoon van den bestuerder der akademie van Schoone Kunsten, heeft zyn exaem afgelegd van ingenieur voor kunst en nyverheid, en heeft de allergrootste onderscheiding bekomen.
- Op 23 dezer, feestdag der H. Cecilia, voerde men in de hoofdkerk, onder de leiding van M. Jos. Bessems de mis van Gounod uit. Duizende persoonen vervulden den prachtigen tempel, om de uitvoering van dier overschoone muziek te hooren.
BRUSSEL. - Een koninklyk besluit van 20 mei 1861, had eenen prys van 5000 frs. ingesteld voor een werk, in hetwelk op de volledigste wyze zouden betoogd worden de middelen geschikt ter ontwikkeling van den koophandel, de nyverheid en den landbouw van België in hunne betrekkingen ep de consumtie-markten buiten Europa. Ter beantwoording dezer prysvraeg zyn er zeven memoriën ingekomen, en geen enkel is door den jury den prys waerdig gekeurd. Deze negatieve uitslag verwondert ons niet. De prysvraeg was te veel omvattend, zy vereischte, nevens byzondere studiën, ook praktische kennissen, welke niet te verkrygen zyn dan door veeljarige ondervinding en uitgebreide betrekkingen met vreemde landen. De jury, door den opperraed van koophandel benoemd en uit mannen van praktyk samengesteld, zal wel gezien hebben, waer het haperde, en men zal wel doen, het by die mislukte proef te laten blyven om niet meer deze martelaers in verzoeking te brengen, tyd en inkt te verkwisten aen het zoeken van den sleutel van vraegpunten welker oplossing de consuls in de overzeesche landen kan gevraegd worden.
- Wy bezitten reeds twee tienjarige verslagen over den algemeenen toestand des koningryks. Het eerste werd in 1841, het tweede in 1852 uitgegeven. Thans wordt het derde Exposé de la situation du royaume (1851-1860) aengekondigd. Hetzelve zal drie boekdeelen in 4o beslaen; het 1e en 3e zullen in december, het 2e in de eerste helft des aenstaenden jaers verschynen.
- By koninglyk besluit van 11 november, is er eene verandering gebragt aen de schikkingen van den dryjaerlykschen pryskamp voor tooneelwerken. Artikel 3 is als volgt gewyzigd: Het bekroond stuk zal worden opgevoerd, gedurende de septemberfeesten, welke op de sluiting van het dryjaerlyksche tydvak volgen. Indien die vertooning geene plaets kan hebben, zal er eene schadeloosstelling van 500 tot 1500 fr., door den minister van binnenlandsche zaken vast te stellen, volgens de verdiensten en belangrykheid van het bekroond werk, aen den schryver ten titel van schadevergoeding gegeven worden. De tegenwoordige schikking is ook toepasselyk op de vlaemsche tooneelstukken.