De Vlaamsche School. Jaargang 9
(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 141]
| |||||
De testamenten van Petrus Paulus Rubens.Over den kunstschilder Rubens is reeds oneindig veel geschreven; veel dat verdient geweten te zyn, maer ook veel, buitengewoon veel onzin. 's Mans openbaer leven is nagenoeg gekend; immers, zyne kuntstukken zyn daer om zynen roem luide te verkonden; ook zyne staetkundige loopbaen is thans opgehelderd, dank aen de belangryke uitgave door W. Noel Sainsbury ondernomen.Ga naar voetnoot(1) Alleen het huisselyke leven des grooten meesters blyft met nevel omgeven; zonder Gachets' brievenGa naar voetnoot(2) en Carpenters MemoirsGa naar voetnoot(3) zou men, om zoo te zeggen, niets over zyne betrekkingen met zyne bloedverwanten en vrienden weten; zyne geboorte zelve, trots zoo vele nasporingen en schitterende ontdekkingen, is met een ondoordringbaer geheim omhuld. En evenwel zou dit huisselyke leven verdienen gekend te wezen; wie weet niet welken invloed ons dagelyksch verkeer op ons leven uitoefent, en hoezeer de rust des gemoeds zich in 's kunstenaars werken weêrspiegelt? Rubens, zoo als het thans voor vast bewezen is, behoorde aen eene Antwerpsche familie; hy was de vierde zoon gesproten uit het huwelyk van meester Jan Rubens, advokaet en oud-schepen van Antwerpen en van Maria Pypelinckx, gehuischen die, op 29 November 1561, in St-Jacobskerk te Antwerpen, in den echt waren getreden. Zyne broeders en zusters waren: 1. Jan-Baptist Rubens, geboren te Antwerpen, ten jare 1562. 2. Blandina Rubens, geboren te Antwerpen den 12 Mei 1564. Zy trad op 25 Augusti 1590, in St-Jacobskerk in den echt met Simeon of Simon du Parcq (Hallensis); getuigen: Gregoris du Parcq en Philips de Lantmeter. 3. Clara Rubens, geboren te Antwerpen, den 17 November 1565. 4. Hendrik Rubens, geboren te Antwerpen, in 1567. 5. Philips Rubens, geboren te Keulen, den 27 April 1574. Hy werd secretaris van Antwerpen, en trad, op 26 Meert 1609, in de O.-L.-V. Kerk in den echt met Maria de Moy, dochter van M.r Hendrik de Moy,Ga naar voetnoot(1) secretaris der stad, en Clara van Gulick. De getuigen waren M.r Hendrik de Moy en.....Ga naar voetnoot(2) Uit dit huwelyk werden geboren: 1o Clara Rubens, gedoopt in de O.-L.-Vrouwekerk, den 4 April 1610, peter: Petrus Rubens; meter: Clara van Gulick, weduwe van M.r Hendrik de Moy, secretaris der stad. 2o Philips Rubens, gedoopt in de zelfde kerk, den 13 September 1611, peter: Heer Nicolaes Rockox, ridder, burgemeester van AntwerpenGa naar voetnoot(3); meter: Clara de Moy, huisvrouw van Mr Jan Brant, greffier der stad. Hy werd schepen en secretaris van Antwerpen; zyn naem komt meermaels in de hierna gemelde akten voor. 6. Bartholomeus Rubens, geboren te Keulen, ten jare 1581. | |||||
[pagina 142]
| |||||
Petrus-Paulus Rubens trad te Antwerpen in den echt: 1o In St-Michielsabdy, omtrent den 13 October 1609, met Isabella Brant, dochter van Jan Brant,Ga naar voetnoot(1) greffier der stad, en Clara de Moy; de huwelyksakte, aengeteekend in de trouwboeken van St-Andrieskerk, parochie waeronder de St-Michielsabdy was gelegen, luidt als volgt:
Isabella Brant overleed den 29 September 1626, en werd in St-Michielsabdy, by het lyk van Maria Pypelinckx ter aerde besteld; beider graf, 't welk Rubens met een zyner heerlyke werken: O.-L.-Vrouw met het kindeken Jesus, versierde, bevatte het volgende opschrift: MATRI VIRGINI 2o In St-Jacobskerk, op 6 December 1630 met Helena Fourment, dochter van Daniel Fourment, koopman, en van Clara Stappaerts. Zy was zuster van Daniel Fourment den jonge, echtgenoot van Clara Brant, zuster van Rubens' eerste huisvrouwGa naar voetnoot(1). De huwelyksakte luidt aldus: PETRUS PAULUS RUEBENS
rubens.
fourment.
| |||||
[pagina 143]
| |||||
Rubens won by zyne twee huwelyken verscheidene kinderen. Uit den eersten echt waren gesproten: 1o Albert Rubens, gedoopt in St-Andrieskerk den 5 Juny 1614; peter: Sr Johan de Silva, nomine Serinissimi Principis Alberti Ducis Brabantiae; meter: Clara BrantGa naar voetnoot(1). 2o Nicolaes Rubens, gedoopt in St-Jacobskerk den 23 Meert 1618; zyn peter was S.r Andreas Picheneotti, | |||||
[pagina 144]
| |||||
in den naem van S.r Nicolaes Palavicini; zyne meter: S.a Maria de MoyGa naar voetnoot(1). Uit het tweede huwelyk: 1o Clara-Joanna Rubens, gedoopt den 18 January 1632, in St-Jacobskerk; peter: Dominus consultissimus Joannes Brant; meter: Domicella Clara FourmentGa naar voetnoot(2). | |||||
[pagina 145]
| |||||
2o Franciscus Rubens,Ga naar voetnoot(1) gedoopt in St-Jacobskerk den 12 July 1633, peter: Don Francisco de Moncada; de doopakt geeft hem de volgende titels: Marques de Aytona, Conde de Ossona, Visconde de Cabrera y Baas, Gran Senescal del Regno de Aragon, del Cosejo destado de Su Mag. y Embaxador extraordinario y Capitan General del armada naval en estos Estados; meter: Domicella Christina du Parcq. 3o Isabella-Helena Rubens, gedoopt in St-Jacobskerk den 3 Mei 1635, peter: D. Daniel Fourment, Senior; meter Domicella Isabella Verhoeven. 4. Peeter-Pauwel Rubens, gedoopt in St-Jacobskerk den 1 Meert 1637, peter: Clariss. Ds. Philippus Rubens; meter: D.a Joanna van Aelst, weduwe van Peeter van Hecke. Hy werd Priester. 5o Constantia-Albertina Rubens, gedoopt in St-Jacobs kerk den 3 February 1641, peter: Generosus D. Albertus Rubens, haer halve broeder; meter: Domina Constantia Helman, echtgenoote van Nicolaes Rubens. Zy werd non. Men verhaelt dat Rubens, het einde zyns levensloop | |||||
[pagina 146]
| |||||
voelende naderen, op 27 Mei 1640, voor Notaris Toussaint Guyot, zynen uitersten wil in schrift deed stellen, doch dat dit stuk benevens de protokollen van gezegden notaris te zoek is geraekt. Wy gelooven dat hier by gebrek aen inlichtingen, slechts een deel der waerheid wordt gezegd. Rubens heeft niet tot het einde zyns levens gewacht, om zich met het lot zyner kinderen bezig te houden; verscheidene akten die wy ter stedelyke archieven van Antwerpen hebben ontdekt, bewyzen dat de groote schilder, als goed vader, onophoudelyk de toekomst zyner jonge spruiten in het oog had. Inderdaed, reeds op 21 February 1611, gezamenlyk met zyne eerste echtgenoote Isabella Brant, stelde hy voor Notaris Leonardus van Halle een testament op, dat, jammerlyk genoeg, met een aenzienlyk getal andere stukken diens Notaris verloren is geraekt. Door dit schrift werden, in geval van aflyvigheid van een der gehuischen, M.r Jan Brant, Isabella's vader en Philips Rubens, Peeter-Pauwels broeder tot medevoogden der natelaten kinderen aengesteld. Eenigen tyd daerna, voor Notaris Petrus de Bruyn te Wolverthem, in klein Braband, verveerdigde onze schilder eene codicille waerin hy eenige schikkingen opzichtens zynen zoon Nicolaes nam. Dit stuk zal, naer allen schyn, in de archieven des Ryks te Brussel, nog voor handen zyn. Wanneer Rubens zyn huwelyk met Helena Fourment aenging, stelde hy gezamenlyk met deze vrouwe ten jare 1631, voor Notaris Toussaint Guyot, een nieuw testament op,Ga naar voetnoot(1) en eenige jaren later, op 2 January 1637, verkreeg hy van den Koning van Spanje de machtiging om over al zyne goederen, leengoederen zoowel als andere, ten gemeinen voordeele zyner kinderen te beschikken. In de maend September 1639 moest, naer allen schyn, Rubens zeer lyden aen de ziekte, die hem, eenige maenden later, ten grave sleepte. Den kende aen zyne vrouw en kinderen, nam de groote man alle mogelyke voorzorgen om zyne wereldsche zaken naer eisch te regelen. Hy overzag den staet zyner goederen en liet de noodige akten verleiden, opdat zyne nazaten geene moeijelykheden over het bezit hunner eigendommen zouden ontmoeten. In de stadsarchieven vinden wy desaengaende eenige bescheeden, die, onzes dunkens, het licht verdienen te zien. Het eerste stuk is eene verklaring van Philips Rubens, des schilders neef, over het eigendom van zekere gronden die den kinderen dezes laetsten van hunnen grootvader, Jan Brant, toekwamen. Deze verklaring werd, op 14 September, voor notaris Hendrik van Cantelbeck, in akte gebrachtGa naar voetnoot(1). Zie hier dit stuk: | |||||
Decima quarta Septembris a.o 1639.Compareerden in propren persoone Heer ende Meester Philips Rubbens, licentiaet in de rechten ende ouderman van de Laeckenhalle alhier, affirmativen versuecke van Heer Petro Paulo Rubbens, riddere, als vader ende oppertestamentlycken momboir van Jo.r Nicolaes Rubbens, daer moeder aff was vrouwe Isabella Brant, ende van Jo.r Albartus Rubbens, des voors. J.r Nicolaes bejaerden broeder, waerachtich te zyn hy heer deponent present geweest heeft twee oft dry daegen naer thouden der uytvaert van Heer ende Meester Jan Brant, des voirs. Jo.rs Albartus ende Nicolaes grootvader was, ten huyse van heer ende Meester Gregorius de Weert, Secretaris deser stadt, alwaer S.r Daniel Fourment, de jonge, coopman, in houwelyck gehadt hebbende Jo.e Clara Brant gesproecken heeft deze woerden in substantie, opt stuck van dlant by den voirs. Meester Jan Brant aen den voirs. Fourment getransporteert, gelegen in den Doel ‘om te thoonen dat ick ter goeder trouwen gaen, zoo bidde ick U.L. te willen zeggen, ten huyse van mynheer Rubbens, myn zwager, dat hy nyet en behoeft in pyne te zyn van het transport van de vyventwintich gemeten lants in den Doel, my door mynen schoonvader getransporteert, overmits tzelve transport maer en is geschiet om mynen vrydom te genieten in den Doel, want ick daer anders nyet en zoude derven comen, ende en hebbe voor tzelve lant nyet een oort betaelt,’ daer op hy deponent hem S.r Fourment vraegde ‘zoo en ist transport maer simulaet’, daerop hy Fourment antwoerde ‘Jaet, ende verclaere dat ick daervan nyet en pretendere’, ende dienvolgens hy deponent ten zelven daege gegaen is ten huyse van de voirs. producenten ende aldaer tgene voirs. is aen hem gedeclareert, sonder argelist. Aldus gedaen binnen deser stadt van Antwerpen ter presentien van Jan Floris ende Petrus Paulus van Mildert, beyde schilders, als getuygen hiertoe geroepen ende versocht. Eenige dagen na het verleiden diens akts, deed Rubens notaris van Cantelbeeck andermael voor zich komen; hy wilde namelyk voor zynen zoon Nicolaes, die nog minderjarig was, nieuwe momboiren aenstellen, in de plaets zyns schoonvaders Jan Brant en zyns broeders Philips Rubens, beiden overleden. Zyn keus viel op zynen neef Philips | |||||
[pagina 147]
| |||||
RubensGa naar voetnoot(1) en zynen zoon Albert, die beiden de hun opgedragen taek aenvaerdden: | |||||
Decima sexta Septembris A.o 1639.Compareerde in propren persoone heer Petro Paulo Rubbens, riddere, in den naem ende als oppertestamentlycken momboir van Joncher Nicolaes Rubbens, zynen zoon, daer moeder aff was vrouwe Isabeele Brant daertoe by heuren testamente gestelt met macht van, by het afflivich worden van den momboiren in den zelven testamente beneffens hem comparant gestelt, een ofte meer ander persoonen in heure plaetse te mogen assumeren ende stellen, al breeder naer luyt van den testamente by heur metten voirschreven heer comparant heuren manne in beslotene forme gemaect ende op den xxj february A.oxvj.c elffve voir den Notaris Meester Leonard van Halle alhier residerende in presentie van getuygen gepasseert, hier gesien; ende heeft hy comparant, mits het afflivich worden van Heer ende Meester Janne Brant, out-schepen deser Stadt, des voirs. Jo.r Nicolaes Rubbens grootvader, die by den voirs. testamente momboir beneffens wylen Heer ende Meester Philips Rubens, was gestelt, beneffens ende tot hem als medetestamentlycken momboiren gecosen ende gestelt, kiest ende stelt by desen Joncher Albartus Rubens, zynen zoon, des voirsc. Jo.r Nicolaes broeder ende Heer ende Meester Philips Rubbens, licentiaet in de rechten ende ouderman van de Laeckenhalle alhier, desselfs Joncher Nicolaes neve, omme denzelven Joncher Nicolaes ende zyne goeden, beneffens hem comparant te helpen gouverneren, regeren ende administreren naer behoiren ende voirts al doen dat goede geassumeerde medemomboirs toecompt ende vermoghen te doene als hem dat toevertrouwende by desen. Zyn medegecompareert den voirs. Jo.r Albartus Rubbens ende den voirs. heer ende Meester Philips Rubbens ende den voirs. last geaccepteert hebbende ende accepteerden mits desen, sonder argelist. Aldus gedaen ten woonhuyse des voirs. heer Petro Paulo Rubens, ter presentien van Jan Floris ende Petrus Paulus van Mildert, beyde schilders, alhier, als getuygen hier toe geroepen ende versocht. Eindelyk, op den zelfden dag, stelde Rubens, gezamenlyk met zyne vrouw, een nieuwe codicilie op, welke hoofdzakelyk voor doel had, de kinderen, uit zyne beide huwelyken gesproten, gelyke rechten te geven. Dit stuk, dat wy als het belangrykste van alle de door ons ontdekte beschouwen, luidt als volgt: | |||||
Decima sexta Septembris A.o 1639.Compareerden in propre persoonen, heer Petro-Paulo Rubens, riddere, ende vrouwe Helena Fourment, zyne wettige huysvrouwe, inwoonderen deser stadt, my notario bekent, beyde gesont van hertten, met ons gaende staende ende op der aerden wandelende, hen zinnen, memorie ende verstant over al wel machtich ende volcomentlycken gebruyckende, gelyck dat aen hen wel bleek ende scheen. Ende bekenden dat zy wt hennen vryen ende eygenen wille, gerechter wetentheyt ende goeder deliberatie, onbedwongen ende onverleyt zynde van yemande alnoch gelaudeert, geratificeert ende geapprobeert hebben, lauderen ratificeren ende approberen by desen, het testament ende dispositie van wtersten wille by hen gesamentlycken gemaect ende binnen deerste jaer hens houwelycx voor den Notaris Meester Toussein Guyot, alhier residerende, in presentie van getuygen gepasseert, daer toe vuegende by forme van codicille, als volgt, te wetene dat deerste afflivige van hen codicillateuren wilt ende begeert dat allen de leengoeden by den zelven eersten afflivigen met zyn doodt te ruymen ende nae te latene, egeen gereserveert, van wat nature ende qualiteyt die mogen zyn ende tot wat plaets ende die gestaen, gelegen zyn ende bevonden zelen mogen woirden, altsamen tusschen zyn eerste afflivigens kinderen gepaert, gescheyden ende gedeylt zullen woirden hooftgelycke, deen kint soo veel als dander; daer onder oick begrypende hy heer Codicillateur zyn twee voorkinderen, zonder dat yemant van zyn eerst afflivigens kinderen outste oft joncxste sone oft andere eenich recht van preeminentie oft voordeel totte zelve leengoeden zal mogen hebben oft pretenderen in eeniger manieren, om redenen hem oft haer daertoe moverende, zoo zy zeyden, ende tot meerderen effecte van tgene voors.; hiertoe gebruyckende dopene brieven van Octroy by hen Codicillateuren om van henne leengoeden en zoodanige andere te mogen testeren, ten Hove verworven den tweeden January a.o xvjc. zeven en dertich, luyt den brieve daeraff zynde besegelt met zyne Conincklycke Majesteyts zegele van rooden wassche, geparapheert Boisschot vidit, ende geteeckent op de plycke by den Coninck: Mastlyn, ten desen originalyck gesien. Ende al ist zoo hy heer Codicillateur by eender codicille voor den Notaris Peeter de Bruyn, te Wolffertem in Cleyn Brabant residerende, in presentie van getuygen gepasseert, gewilt ende begeert heeft dat aen Joncher Nicolaes Rubens, zyn joncxsten voorzoon fideicommis zoude zyn allen tgene hy Joncher Nicolaes door zyn heer Codicillateurs doodt meer zoude beerven als zyn legittime portie zal comen te bedraegen, dat hy heer Codicillateur zulcx is veranderende en derogerende by desen, begeerende expresselyck hy Joncher Nicolaes zyn patrimoniael goeden ruerende ende onruerende haeftelycke ende erffelycke, actien, schulden, credi- | |||||
[pagina 148]
| |||||
ten ende gerechticheden vry ende onbelast ende zonder eenich restoir geniete, als zyn ander kinderen doen; voirder willen sy codicillateuren dat de schilderyen, statuen, agaten, medalien, teeckeningen, ende diergelycke fraycheyt, tzyn eerste aflivigens sterfhuyse te bevinden tot, bequaemen ende gelegender tyt vercocht zelen woirden, openbaerlyck oft water hant, zoomen gevuechelyck bevinden zal te behooren. Dit verclaerden zy codicillateuren alnoch te wesen hennen wtersten wille dien zy willen van alzulcken effect ende weerden te zyn alwaer den inhout van dien mede in hennen voors. testamente begrepen ende gecomprehendeert; verzueckende, etc. P. Génard. (Wordt voort gezet.) |
|