De Vlaamsche School. Jaargang 9
(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijLoteryen te 's Hertogenbosch.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Was hy een Bosschenaer of een Antwerpenaer, dit weten wy niet; maer zeker werden de plakkaten hier gedrukt, aengezien de rekening verder zegt, dat ‘Lambrecht Wouters, clerk by de gecommitteerden, de ordinantie der lotinge gesonden had tot Antwerpen omme dairaf chartten te doen prenten.’ Voor dit prenten of drukken vindt men 15 Rh. gls. uitgesteken. Het was ook te Antwerpen, dat de pryzen werden aengekocht, bestaende in zilveren kannen, kroezen, schalen, vaten, waterpotten en lepels. Dezelve werden geleverd door onzen goudsmid Jan van Nymegen. Zy wogen tusschen de 160 à 170 mark zilvers en kosteden telkens meer dan 2000 Rh. gls. Onze goudsmid, die, in 1522, 100 loten had genomen, ontving tot toegift eenen haes, om dat hy de ‘juwelen’ in tyds had besteld. Meester Jan van Nymegen moet overigens in zyn vak byzonder befaemd geweest zyn, want in 1515 leverde hy ook twee zilveren stoopen, ‘sere costelic gemaickt ende geformeert’, welke het Magistraet van 's Hertogenbosch den jongen prins Karel van Oostenryk by gelegenheid zyner inhuldiging als hertog van Braband aenboodGa naar voetnoot(1). Ondertusschen waren er in den Bosch ook zilversmeden, doch welke slechts gemeene voorwerpen bewerkten. Dusdanig een was Franssen, die voor de lotery van 1522 ‘150 ringen ende 50 boemen van silvere besorgde.’ Die juweelen werden publiekelyk ten toon gesteld in eene opzettelyk gemaekte kast, niet alleen te 's Hertogenbosch, maer ook te Antwerpen, in 1506 op de Bamismarkt, in 1522 op de PinkstermarktGa naar voetnoot(2). By deze laetste expositie werden nog 3773 loten gedebiteerd, dus in het geheel 8214 loten voor Antwerpen alleen. Maer nu rees er kwestie op en Joris de Formanteel, lootmeester te Antwerpen, beweerde regt te hebben tot het 12e der loten door Ambrosius van Hanenberch, een der gecommitteerden, op onze jaermarkt verkocht, deed de boeken in beslag nemen en dreigde met een proces. Om tyd en geldverlies te vermyden, werd by minnelyk verdrag nog 70 Rh. gls. toegestaen, zoo dat onze lootmeester zich kon beroemen de best betaelde te wezen, hebbende hy ruim 120 Rh. gls. ontvangen. ‘Een groot getal der als boven verkochte loten, zegt de heer Van Zuylen, waren op naem der koopers geschreven, vele anderen onder aenroeping van God en zyne Heiligen genomen, in het vertrouwen van daerdoor een prys te trekken, doch ook op zeer veel andere werd eene hoogst platte, eene veeltyds onzedelyke rymelary of spreuk ten keuze van de lotkoopers gesteld.’ De geleerde archivaris laet daerop tot proeve eenige staeltjes volgen, ‘om den goeden ouden tyd te doen kennen.’ Op dit terrein kunnen wy Zyn Edel echter niet byblyven, en zullen ons vergenoegen met eenige brokjes welke niemand aenstoot geven.
antwerpen.
Lyntke van Loo
Slaept liever op bedde als opt stroo.
Drie sottinnen
Zouden gern thoichste lot gewinnen.
God ende die Heylige Moeder Sint Anne
Die verleene my die zesse silveren kannen.
Sonder vrouwen ende wyn
En mach de werelt nyet zyn.
Frans Paeuw
Hadde gerne tgroot lot in zyn claeuw.
mechelen.
Kynderen die koten
Ende sotten die loten.
Tristram,
Geeft my een boterham.
lier.
Jan Huygen te Liere in de Lipstrate
Heeft hy prys, het waeren zyn bate.
gent.
Om te volcomene ons verzinne
Jonne ons fortune goet gewinne.
yper.
Hyn Wyns, ik seght u in bichten,
Hadde gerne tgroot lot om zyn zeven wichten.
Hebben wy wat tYpere, men salt wael weten,
Hebben wy niet, het wert vergheten.
brussel.
Hortas Boreas.
Die Hertoige pyper wys.
Hoirt, te Brussel is een groot sot
Die tsHertogenbosch hadde gerne tgroet lot.
Wilt Godt, ons Vrouwe ende Sint Anne
Ick gerake wel aen de 6 silveren kannen.
leuven.
Vele loten ende vele nyetten
Beginnen Corstiaen Van Roggen te verdryeten
Van Hompelepom, die Keyser compt.
brugge.
In vele loteryen heb ik myn gelt verqwist
Die nyet en avontuert en heeft nyet.
leyden
Wair dat Godt gave
Ick reysde ten heiligen laven.
middelburg.
Cori Mori en is nyet zoe sot
Off hy hat gerne 't groete lot.
's hertogenbosch.
Sancta Katherine, Maget puer
Ick bidde om goet avontuer.
Geeft Stoop
Wat van den hoop.
Godt en Sint Jan
Helpen Aleyt Van Boxtel aen eenen man.
De rekeningen geven ons geen inlichtingen omtrent het getal der pryzen noch duiden de wyze der loting aen, ook niet of onze Sint Jacobskerk, welke men wegens de verdaging harer lotery, 100 loten had geschonken, eenigen prys won Wy lezen er enkel, dat er voor degene van 1522 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meer dan 200,000 cedullekens, zoowel watten als nyeten werden geschreven. De voordeelige kansen zouden dus zeer zeldzaem geweest zyn. De ‘uytgevinge’ of trekking der beide loteryen van 1506 en 1522 had plaets op de Markt te 's Hertogenbosch, alwaer voor het Raedhuis een geschilderd ‘scavot’ of stellaedje met groen laken behangen en door een zeil overlommerd was opgeslagen. Vóór dat de trekking begon, was de stadsroeper nog eens met trommelaers en trompetters rond gegaen. De operatie der trekking ging zeer langzaem: in 1522 duerde zy van 31 July tot 19 Augusty, en zou zelfs onverpoosd zyn voortgegaen, als men naer de letter wil nemen, hetgeen men in de rekening leest van verscheiden persoonen, ‘dewelcke den voirs. tyt van 20 daigen ende nachten hebben geseten elck zyn ure opt scavot, als men de loten vuyt gaf omme eenen jeghelycken te voldoen, ende toe te sien, dat int vuytlangen oft lesen egeen faulten gebueren en souden, ende oick inne te scryven die naemen dair die prysen tegens vuyt quamen.’ Verders verantwoordt de rekening ‘drie rocken voir de vuytlangers, dairse inne saeten alse die loten vuytgaven.’ Voorts waren daer uitroepers der nieten, aenrygers der getrokken nummers. ‘Item de vier pypers (der) stat, die elck zyn ure op het scavot hebben geseten, ende als ennich lot ofte pryse vuyt quam hebben gespeelt ende gepepen.’ Wy zouden dit thans voor kinderachtig aenzien; maer onze voorouders vonden het allezins vermakelyk, en met reden zegt de Gentenaer: goest is koop. De uitkomst der beide loteryen voor de stad 's Hertogenbosch zal de volgende staet bondig voorstellenGa naar voetnoot(1).
In financiële beschouwingen over dezen staet zullen wy ons niet verdiepen; de cyfers spreken luide genoeg, om te doen begrypen, dat de stad 's Hertogenbosch er in slaegde, een goed gedeelte harer schuld af te leggen, in 1506 met eene betrekkelyk geringe opoffering, in 1522 zonder dat het haer eene duit te staen kwam: Wat aengaet de lotery van 1564, zy werd in 1559 ingespannen; maer kon eerst vyf jaer later worden opgezet. Even als voor de twee vorige loteryen waren de pryzen by eenen zilversmid te Antwerpen besteld, althans die welke bestemd waren voor de lootmeesters, die de meeste ontvangsten zouden bewerkt hebben. Te Antwerpen schynt met deze functie belast te zyn geweest zekere Jacob Bruynincx, dien men bevindt dat een bode werd toegezonden ‘aengaende de lotherie’ Werd nu deze werkelyk gehouden? Hieraen schynt niet te kunnen getwyfeld worden, dewyl in July op de Markt een ‘tanneel getymmert ende stellinge gemaeckt werd om de lootkorven daer op te setten,’ welk tooneel stond voor de puije van het Raedhuis en er nog lang na de Boschkermis bleef staen, zooverre dat een kremer, die den kelder onder gemelde puije gehuerd had, door de duisternis belet werd zyne nering voort te doen, weshalve hem ‘in recompense van die scaden’ 20 stuivers werden toegelegd. Maer verders wordt er van geen ontvangst of uitgave voor die lotery gesproken. Alleenlyk zien wy aen het einde van de geheele rekening over 1563-64, dat dezelve met een boni van ruim 4600 gls. sloot.
Antwerpen, September 1863. L.C. Suyvelgheest. |
|