Sterfgevallen.
Op 12 meert ll. ten 3 ure, heeft te Leuven de begrafenis plaets gehad, van M. Willem Van Bockel. Al de voorname persoonen dier stad, alsook verscheidene Volksvertegenwoordigers enz., waren by die treurige plegtigheid tegenwoordig. Op het graf zyn verscheidene redevoeringen uitgesproken, onder ander eene door M. Vervoort, voorzitter der Kamer, in name der volksvertegenwoordigers.
Tot teeken van den rouw der natie, had de Kamer besloten den dag der begrafenis geene zitting te houden, en zich by die plegtigheid door eene deputatie van zes harer leden te doen vertegenwoordigen.
M. Van Bockel die om zyn regtschapen karakter door iedereen was geacht, was den 21 april 1789 te Leuven geboren en dus 74 jaren oud. Hy was weduwenaer van Maria-Katharina Hollanders en echtgenoot van Barbara Van der Maelen. In 1815 trad hy in de balie. In 1827 werd hy notaris benoemd en was gedurende 25 jaren sekretaris van den tuchtraed.
In 1830 nam Van Bockel met lyf en ziel aen de omwenteling deel en bragt er veel toe by om de beweging tegen Holland te Leuven in te rigten, ook werd hem het Yzeren-Kruis toegestaen. Sedert 3 jaren was hy gemeenteraedslid en schepene, toen hy in 1833 tot burgemeester van Leuven werd benoemd, welke functiën hy tot in 1842 bleef bekleeden. Gedurende 8 jaren, van 1836 tot 1844, was hy lid van den provincialen raed. In 1846 beloonde de koning zyne vaderlandsliefde, door hem tot ridder der Leopolds orde te benoemen.
Den 10 september 1861 werd hy door het kieskorps van Leuven tot volksvertegenwoordiger gekozen; hy nam in de kamer plaets aen de regterzy.
M. Vervoort zegde onder ander in zyne lykrede: ‘Tydens zyne korte parlementaire loopbaen, die hy met nauwgezetheid volgde, heeft hy zich, door de vriendelykheid van zyn karakter, door zyne welwillendheid en vaste overtuigingen, de achting en den eerbied van allen weten te verwerven. Goed, edelmoedig en welwillend, was hy de vriend der armen en ongelukkigen.’