De Vlaamsche School. Jaargang 9
(1863)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijDe Nationale Biographie.Ten onzent is er sedert ettelyke jaren geen letterkundig werk ondernomen dat eenen ruimeren omvang heeft dan de Nationale Biographie, geen dat meer de belangstelling der geschiedkundigen verdient op te wekken, geen ook dat meer moeijelykheden van allen aerd oplevert. Ieder beschaefd volk bezit de levensbeschryvingen van de vermaerde of verdienstelyke mannen uit zyn midden ontsproten, het zy in den vorm van woordenboek vereenigd, het zy volgens eene professionele orde gerangschikt. Want zonder biographie is de geschiedenis gelyk aen een tooneel beroofd van personnaedjens. België alleen is van een volledig werk van dien aerd tot nu toe verstoken gebleven. Wel bezitten wy talryke levensbeschryvingen in menigvuldige boeken verspreid. Professionnele en plaetselyke verzamelingen aen onze roemweerdige landgenooten toegewyd, vinden wy hier en daer, het zy afzonderlyk gedrukt, het zy in tydschriften opgenomen; maer het gedacht van al die noticiën in een te smelten om er een algemeen woordenboek van te maken bleef nog te verwezentlyken, hoewel de heer Piron onlangs deze gaping op geene onverdienstelyke wyze poogde aen te vullen. Een geleerde letterkundige, nu onze gezant te Londen, de heer Van de Weyer, toen hy alhier de hooge betrekking van minister van binnenlandsche zaken in 1845 waernam, hervormde onze koninglyke Akademie van wetenschappen, en onder de werkzaemheden die hy aen hare aendacht bevool, stond op den eersten rang het uitgeven eener Nationale Biographie. Vele jaren verliepen er eer dat het geleerd korps gevolg daeraen kon geven. Eerst in het jaer 1859 kwam de zaek tot stand, begunstigd door de bezorgdheid van den alsdan aen het hoofd van het Inwendige zynde minister. Een koninglyk besluit stelde daertoe de noodige maetregelen vast en de akademie benoemde in haer midden eene commissie van 15 leden, vyf in iedere klas gekozen, om de noodige werkzaemheden aentevatten. In de laetste maenden van het jaer 1860, begon deze commissie te zetelen en tot nu toe heeft zy niet opgehouden deze groote onderneming te behertigen en voort te zetten. De menigvuldige betrekkingen die sedert eeuwen herwaerts de zuidelyke en noorderlyke deelen der Nederlanden aen een knoopten, niettegenstaende de staetkundige wederwaerdigheden die ze nu scheidden, dan nog eens vereenigden en eindelyk van elkanderen, tot vermindering van de magt des nederlandschen stams, scheurden, schenen eenigen leden der commissie, in het begin, de pligt opteleggen in het vak van Biographie, een en zelfde werk uittevoeren waerin al de roemweerdige persoonen van Zuid en Noord, België en Holland, gelyk in een nationael Pantheon, zouden zyn vereenigd geweest. Wat doet immers de politieke splitsing aen de eenheid van het nationael leven, van gemeenlyke overleveringen en historische volksbanden? Hebben op den grond der kunst, der wetenschappen, der litteratuer, Hollanders en Vlamingen niet het zelfde doel beoogd? Hebben wy niet gezamentlyk, zoo wel Walen als Nederduitschers, voor de zelfde gedachten, dezelfde vryheden, allen bewooners van de Nederlanden, gestreden en geleden? Zyn de lettervruchten der Nederlanden en die van het grootste gedeelte van België niet in de zelfde tael opgesteld? Dit alles is wel rypelyk overwogen geweest. Doch ten slotte is men terug gehouden gebleven die uitgebreidheid aen de onderneming te geven, door de gegronde vrees dat de taek, die zich reeds door hare groote uitgestrektheid voor België alleen zoo moeijelyk opdoet, onuitvoerbaer zou worden, wanneer men daerin geheel de Nederlanden wilde begrypen. Overigens de reeds in de noorderlyke provinciën bestaende volledige woordenboekenGa naar voetnoot1 van dien aerd, zouden misschien dien dubbelen last onnoodig gemaekt hebben en aldus scheen het geraedzaem eene meer beperkte baen inteslâen. Op het praktische der zaek komende, besloot de Commissie eerst en vooral eene zoo volledige mogelyke lyst op te maken van al de Belgen van eenige waerde die in de beste levensbeschryvingen, biographische woordenboeken, tydschriften, enz. voorkomen. De namen die zich op het gebied van kunst, letteren, wetenschappen, krygskunde, nyverheid, koophandel, politiek, rechtsgeleerdheid, geschiedenis, godsgeleerdheid, enz., enz. verdienstelyk hadden gemaekt, werden zorgvuldig opgenomen en in de alphabetische orde gerangschikt. Oneindig, zoo men dit kan beseffen, was het getal der namen die op de voorloopige lyst der Biographie Nationale zouden verschynen. Twee jaren werden aen die opzoekingen besteed, en op dit oogenblik beloopt het getal dezer namen boven de tien duizend. Doch vooraleer de lyst daervan aen het publiek medetedeelen, werd er besloten dezelve aen het nauwkeurig onderzoek van al de leden der Commissie te onderwerpen. Dit overzicht werd op de breedste schael ondernomen; onbeduidende namen verdwenen alleen van deze voorloopige lyst. Overigens behoudt zich de Commissie het recht later te beslissen of de overgeblevene namen allen waerdig zyn in de Biographie zelve voortekomen. Deze eerste zifting geëindigd zynde, verschenen de namen beginnende met de letteren A, B en C in den Moniteur, met eenen oproep aen deskundigen gedaen, om de onvermydelyke gapingen en misslagen aen de Commissie kenbaer te maken. Om de bewerking van die reusachtige onderneming op eene doelmatige wyze uittevoeren, nam de Commissie eenige hoofdzakelyke besluiten die hier niet ongepast zullen voorkomen. 1. Door de woorden Nationale Biographie wordt verstaen de samenstelling van een biographisch woordenboek, alphabetisch opgesteld. 2. Al de persoonen, op belgischen bodem geboren, die eene zekere ruchtbaerheid bebben verworven, zullen opgenomen worden in de voorloopige naemlysten. Later zal onderzocht worden, welke niet verdienstelyk genoeg zouden zyn, om in de Nationale Biographie te verschynen. 3. De voorloopige lysten zullen de namen, voornamen, beroep, geboorteplaets, geboorte- en sterfdagen aenduiden. 4. De Nationale Biographie zal in het fransch uitgegeven worden, en tevens wordt de wensch geuit dat er eene vlaemsche uitgave van verschyne. 5. De Nationale Biographie zal al de persoonen bevatten die geboren zyn in België of in de provinciën die, ten tyde hunner geboorte deelmaekten van de hedendaegsche gewesten waeruit het Belgisch koningryk is samengesteld. 6. De vreemdelingen die zich door ware verdiensten aen België bewe- | |
[pagina 42]
| |
zen, hebben onderscheiden en aldaer een lang verblyf hadden, zullen in een byvoegsel geplaetst worden. 7. Medewerkers, buiten de leden van de akademie, zullen slechts aen de Commisie worden toegevoegd, wanneer deze laetste hunnen keus onder de opgenomene namen zullen gedaen hebben. 8. De zonen van Belgen, by den vreemden geboren, en die aldaer zyn gebleven, worden niet opgenomen. 9. Al de vorsten die over onze landstreken hebben geheerscht, het zy als souvereinen, het zy als graven, hertogen, bisschoppen, zullen in de voorloopige lysten verschynen. Andere maetregelen van minder belang voor het publiek, zyn betrekkelyk de werkzaemheden van de Commissie. Om eene proef van de aenstaende Nationale Biographie daer te stellen, heeft reeds de Commissie onder hare leden een zeventigtal namen der lyste A verdeeld om er de levenbeschryvingen van te maken. Talryke mededeelingen, terechtwyzingen, verbeteringen enz. zyn sedert ettelyke maenden der Commissie over dit belangryk werk, toegezonden; alles voorspelt dus eenen gelukkigen uitslag. De voorloopige lysten maken reeds een groot en aenzienlyk werk uit; men zal zulks lichtelyk begrypen, wanneer men weten zal dat, om het zelve uit te voeren, meer dan duizend boekdeelen zyn geraedpleegd geweest en dat men nog alle dagen nieuwe namen ontmoet die aen dezen katalogus van verdienstelyke mannen, ontbreken. De Commissie is samengesteld onder het voorzitterschap van Mr baron de St-Genois, als volgt: 1o Voor de klas van wetenschappen: de heeren: Dewalque, Kickx, Quetelet, Stas en Van Beneden; 2o Voor de klas van letterkunde: de heeren: De Ram, Gachard, Bn Kervyn de Lettenhove, Polain en Bn de St-Genois. 3o Voor de klas van schoone kunsten: de heeren De Busscher, Fétis, vader, Ed. Fétis, Siret en Van Hasselt. Hoewel het besloten zy dat de nationale Biographie in het fransch zal verschynen, zal de vlaemsche uitgave derzelve uit het oog niet verloren worden. Hiervoor staen als waerborg de vlaemschgezinde leden, die wy in de Commissie zien zetelen. Daerby weten wy stellig dat de heer minister van binnenlandsche zaken den wensch heeft kenbaer gemaekt dat de vlaemsche uitgave gelyktyds met de fransche verschyne. Dit kort overzicht der werkzaemheden der commissie van de nationale Biographie zal genoegzaem zyn, denken wy, om de belangstelling der vlaemsche lezers van ons blad optewekken en om ze tevens aentesporen om aen bedoelde Commissie des noods hunne mededeelingen optezenden; het geldt den roem van ons duerbaer vaderland, waeraen niemand ongevoelig kan of mag blyven. S. |
|