De Vlaamsche School. Jaargang 8(1862)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Ik zag er velen. Ik zag er velen, o! veel engelen In mynen korten levensloop; - Zy vielen, pas aen 't bloemenstrengelen, De bloemen waren: liefde en hoop. En hoop en liefde deed ze stryden, Hun vrome zielen streden lang; Maer sterven... en door zulk een lyden! Het kranke lichaem was zoo bang. Zy grepen koortsig naer den beker, Dien hun de geest der schande bood En dronken... het vergif was zeker, Het lichaem bleef; de ziel was dood. Zy hadden zich zoo droef misgrepen, En hebben dan iets yslyk koud, Dat men al huiverend aenschouwt, In 't levenstelsel voortgeslepen. En wat was d'oorzaek van zoo'n dood, En waerom, zeg?.... de Hongersnood! Hermans. Grimbergen, 19 april 1862. Vorige Volgende