De Vlaamsche School. Jaargang 8(1862)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Liefde en laster. Weet, meisje lief, dat wanneer de engel Der liefde zynen vlerk ontploeit, En door een hemel vol van luister Zoo zacht naer u komt aengeroeid, Gelyk een schoone blanke ganze, Die gy soms in het nasaizoen, Zoo kalm by heerlyk avonddwalen Van 't Oost naer 't West een reis ziet doen. Weet dat het zwart gedrocht, Die liefde, deugd noch eer ontziet, Niet ver van u dan schuilt, en nydig Uw schuldelooze vreugd bespiedt; En rond u zyn vergift komt stroeijen, Omdat des liefdes engelyn, Vol spotterny en met verachting, U, engel, snel ontvlucht zou zyn! Verhulst. [pagina 108] [p. 108] Vorige Volgende