medecynen, gezworen geneesheer der stad en der bezetting van het kasteel. In den jare 1557 werd hy in het hertogdom Bourgondië geboren; langen tyd nadien kwam hy zich metter woon te Antwerpen vestigen, na de overgaef der stad aen Alexander Farnèse.
Door zyne hoedanigheden wist Ferreulx de gunst onzer stadsgenoten te winnen; man die de studie naer weerde schatte, schiep hy er een innig vermaek in met zyne ledige uren te besteden aen het verzamelen eener geneeskundige bibliotheek, welke men met regt als eene der aenzienelykste van dien tyd mag beschouwen. Gedurende veertig jaren lang spaerde hy noch moeite noch geld om zyn doelwit te bereiken.
Weinige byzonderheden zyns levens zyn ons bekend; wy weten echter dat hy het hart op de echte plaets droeg en met veel menschenliefde bezield was. Onder zyne kunstgenooten werd hy hoog geacht uit hoofde zyner uitgebreide kennissen en zyner regtzinnige handelwys met allen.
Overtuigd, gelyk al de antwerpsche artsen, dat de wetten over de uitoefening der geneeskunst niet in verband waren met de beschaving des tyds, bragt Ferreulx het zyne by tot de opregting van het antwerpsch kollegie der medecynen. Reeds in den jare 1610, schaerde hy zich by zyne kunstgenooten om van het magistraet de instelling te verkrygen van dit geregt, gelast met de beteugeling der overtredingen, die in dien tyd door de kwakzalvers van alle slach tegen de openbare gezondheid zoo straffeloos werden bedreven.
Terwyl de onderhandelingen tot het opregten van het kollegie slepende gehouden werden, maekte Johan Ferreulx, op den eersten dag van sprokkelmaend 1620, by uittersten wil en in het byzyn van notaris Willem Le Rousseau, aen het toekomende kollegie der medecynen, zyne ryke bibliotheek, om voor zooveel als het in zyne magt was, mede te werken tot de gelukkige uitkomst der poogingen van de afgeveerdigde geneesheeren. Zie hier tot staving een uittreksel van zynen uittersten wil: Item. Je laisse au college que j'espere s'instituerat en ceste ville d'Anvers de docteurs en medecine tous les livres qui m'appartiennent quelsqu'ils soient, veuillant qu'ils soient mis en mains de monsieur le docteur Vereycken ou en la chambre et bibliotheque publique ou autre part ou que bon semblera a mes executeurs testamentaires a benefice du dit college et de touts qui les auront de besoing, avec charge expresse qu'ils debvront tousiours demeurer unis, pour s'en servir un chascun.’
Johan Ferreulx stierf korten tyd na deze kostbare gift. Op den 25sten dag derzelfde maend verwisselde hy het tydelyk met het eeuwige, in den ouderdom van 63 jaren. Hy werd begraven in de kollegiale kerk van St-Jacobs, alwaer de uitvoerders van zynen laetsten wil aen zyne nagedachtenis een gedenkteeken oprigteden. Men ziet heden nog dit kunstgevrocht, als men in de kerk treedt langs de deur van het noorden, aen den regten kant, tegen den muer. Het is in marmer gebeiteld en bekroond door het afbeeldsel van Ferreulx, omgeven van eene koperen lyst, in vorm van eenen grooten gedenkpenning.
Voordat het kerkfabriek, in het jaer 1809, door een Wandaelsch bedryf, dat in ons land maer al te veel navolgers vond, het grootste gedeelte der grafsteenen die den vloer des tempels bedekten, vernield had, las men op eene dier zerken het volgende opschrift: Cy gist honorable maitre Jehan Ferreulx, Bourguignon, docteur en médecine et médecin juré de ceste ville, et mad. Marie Swinnen veuve de feu le Sr Guillaume Antoni, elle mourut le 24 de mars 165... Priez Dieu pour son âme.
Gewis moest Johan Ferreulx een geleerd man wezen, beminnende de boeken voor de vruchten die er uit te trekken zyn, zoo als zyne keurige verzameling het genoegzaem bewyst. 's Mans boekery was merkweerdig onder de dubbele betrekking van de verdiensten en van de hoeveelheid, in een tydstip wanneer de aenkoop van soortelyke werken angdurige navorschingen en groote geldopofferingen vorderden. Maer hetgeen niet min onze aendacht moet vestigen, is 's doktors mildheid die hem aenspoorde om van deze rykdommen in het voordeel van de boekery van het Antwerpsch geneeskundig kollegie te beschikken. De verstrooijing dier schatten zal voor altyd het levendigste spyt by de boekminnaren verwekken.
En hier zou het overbodig zyn de geleerden of oudheidskundigen, die zich met bibliographische studiën onledig houden, te verwittigen dat de boeken in den loop der zestiende en in het begin der zeventiende eeuw nog uittermate duer waren, en dat, niettegenstaende de uitvinding der drukkunst, een boekliefhebber fortuin moest bezitten om zynen lust voor de letteren te kunnen voldoen of om zich de kennis te verschaffen, die voor het uitoefenen van een vry beroep onontbeerlyk is. Ook mag doktor Ferreulx, volgens ons inzien, in zyn nederige sfeer, meer aenspraek maken op de dankbaerheid van het nageslacht dan vele groote begiftigers van zynen tyd.
Inderdaed is het niet bewonderensweerdig dat er, ten tyde van den burgeroorlog der zestiende eeuw, een man te Antwerpen zich bevond, wiens kunstiever, trots alle hinderpalen, er in gelukt was eene zoo belangryke boekery te vormen?
Doch, zal men ons vragen, hoe groot was dan wel het getal boeken door doktor Ferreulx nagelaten? De kataloog, door notaris Le Rousseau opgemaekt, meldt 1010 boekdeelen, met een aenhangsel van muziekstukken waervan het getal tot 54 beloopt, zoo dat de gansche bibliotheek eenen rykdom van meer dan 1050 deelen bevatte! In dien buitegewoonen schat ontmoet men de werken der grootste meesters, zoo als die van Hippocrates, Galenus, Mesué, Averrhoes, Rhazes, Celsus. De beroemdste schryvers der XIVe, XVe en XVIe eeuwen zyn er vertegenwoordigd door hunne byzonderste voortbrengsels. Daerenboven had Ferreulx zich niet bepaeld by de geneeskundige schryvers. Men ziet er ook de oude klassieken en die van zynen tyd; werken over geschiedenis, wysbegeerte, letterkunde, wiskunde, spraekkunst en andere vakken tellen er ook unhne vertegenwoordigers en onder de toonkundige stukken vinden wy er van meesters als: Orlando Lassus, Cornelius Verdonck, Pevernage, (dry belgische toonkundigen,) Jakob Gastoldi de Caravaggio, Jan Baptist Mosto, Jan De Macque, Benedictus Palavicino, Pieter Ruimonte, Pieter Philippi, Andries en Augustinus Agazzari, Regnart, Lukas Marenzio, Jan Ferreti, Horatius Vecchi.
Op al de boeken dezer bibliotheek vindt men den naem des begiftigers, den koopprys en het jaer des aenkoops eigenhandig door Ferreulx geschreven. Tot staving nemen wy no 305 Practica Valesci de Tharanta en men leest er: in usum doctoris Ferrucii, 15 ass. 1618. Dus is dit boek in 1618 aengekocht voor de som van 15 stuivers brabansdch. Waren deze werken byeengebleven, dan zouden voorzeker dergelyke aenteekeningen der kooppryzen kunnen bygedragen hebben tot de kennis der weerde van de boeken in de zestiende eeuw.
Uit het voorgaende blykt klaerlyk dat Johan Ferreulx voor zynen tyd, een buitengewoon geneesheer was, en dat hy, een boekminnaer in den vollen zin des woords mag worden genoemd.
Het antwerpsch geneeskundig kollegie, waeraen die schoone verzameling te beurt was gevallen, werd op den 28 april 1620 door de magistraet van ambtswege erkend en op 12 september 1624, werden er nieuwe beschermers van hetzelve genoemd. Doch het was maer ten gevolge van een kollegiael besluit van 6 juny 1659 dat de vergade-