recht eene eereplaets in de groote zael bekleedt, is Hendrik Schaefels' tafereel de Slag van Sluis; zie hier het onderwerp: ‘Wanneer in 1572 de hertog van Alba, het orde gaf de stad Middelburg te helpen, door de opstandelingen belegerd, werd de spaensche vloot by Sluis door de Zeeuwsche Zeegeuzen van Vlissingen aengevallen; na een bloedig gevecht overmeesterden deze laetsten vele van 's vyands schepen.’
In dit tafereel heeft Schaefels, die sedert jaren als goed marineschilder is gekend, blyken van eene groote bekwaemheid als samensteller en als kolorist gegeven. Zyn talent is uiterst wel geschikt voor het uitvoeren van dergelyke tooneelen; de vurigheid zyner inbeelding geeft hem kracht om met waerheid die oogenblikken voortestellen waerin de mensch, door den gloed der vaderlandsliefde gedreven, daden volbrengt die hem, by kalme overweging, onmogelyk zouden schynen, en hem, in het oogenblik van het gevaer, tot den rang van held verheffen.
De kleur van dit tafereel is krachtig; in de tentoonstelling is Schaefels' schildery als een brandend punt, dat onmiddelyk de aendacht des bezoekers vestigt; om kort te zyn het is een schoone compositie die, wy herhalen het, van den eersten dag, eene haer weerdige plaets zou hebben verdiend.
De kunstschilder Hamman heeft zich sedert jaren eenen schoonen naem in de kunstwereld verworven; zyn Andries Van Wesel (Vesalius) zyn Willaert staen eenieder nog voor oogen; in de brusselsche tentoonstelling is onze kunstenaer vertegenwoordigd door dry tafereelen: Andries van Wesel te Padua docerende (1546) - Weber, - en de onderschepte brief. In het eerste onderwerp vinden wy den schilder ten volle terug; het tweede is op een fantastische, eene min of meer duitsche wyze terug gegeven; het derde is een fraei genrestuk, - alle dry bezitten de hoedanigheden die Hamman eene plaets tusschen onze goede koloristen hebben vergund.
Dell'Acqua is een dier ernstige kunstenaren van wien het immer een genoegen is eene samenstelling te ontmoeten. Zyne Parguinolen die in ballingschap vertrekken, geven een nieuw bewys der goede strekking zyner muze; het is een wel bestudeerd tafereel vol poëzy, waerin de teekening den prys aen het koloriet betwist.
Wy spreken enkel met achting den naem des heeren Félix de Vigne uit. Die schilder wordt met recht gerekend onder het getal diergene welke krachtig tot den vooruitgang der kunstgeschiedenis hebben bygedragen. Zyne werken over de belgische kleedykunde bevinden zich in handen van al wie zich ernstig op de geschiedenis onzes vaderlands toelegt, daer zy tevens de gidsen zyn zoo van onze geleerden als van onze kunstenaren.
Tafereelen van den heer de Vigne waervan de onderwerpen aen de vroegere eeuwen zyn ontleend, moeten, men zal het begrypen, als het ware, de wêerspiegeling zyn der zeden en gebruiken onzer voorvaderen. En zoo zyn ook de twee stukken die wy op de tentoonstelling te zien kregen, het eene vertoont: de zondag morgend; het andere: eene vrye merkt in de XVe eeuw. Hadde men in die tydstippen eene photographie naer de voorgestelde scènes, kunnen nemen, buiten twyfel, zou men geene getrouwere afbeelding ervan hebben bekomen; de laetste is buiten dien een eecht geschiedkundige samenstelling daer zy eene dier inrichtingen vertoont welke oneindig tot den roem en de welvaert onzes vaderlands hebben bygedragen. Als teekening laten deze stukken niets te wenschen over; als kleur hebben kenners ze wellicht wat krytachtig gevonden; doch in wêerwil dezer bemerking, worden de twee aengeduide stukken buiten kyf, onder de schoonste der tentoonstelling gerekend.
In de laetste dryjarige tentoonstelling te Antwerpen, was er een tafereel geplaetst van een jong duitscher die destyds de Scheldestad bewoonde; het verbeeldde het geheime huwelyk voor van Ferdinand I, aertshertog van Oostenryk, en trok, door verscheidene hoedanigheden, de algemeene aendacht op zich; eenieder dacht dat er eene schoone toekomst voor den jeugdigen schilder was geopend.
Koller, - zoo heette die jonge duitscher, - heeft de algemeene verwachting niet te leur gesteld. - Zyne twee tafereelen op de brusselsche tentoonstelling getuigen van eene diepe overtuiging, die den kunstenaer moet doen gelukken; Albert Dürer, te Drussel by Hans Ebner, en Faust en Grietje in den hof by Martha, zyn twee goede samenstellingen; de figuren dezer laetste schildering zyn wel gekozen; de uitdrukking is gelukkig.
Even als Koller, is de heer Alma-Tadema een onzer jeugdige kunstenaren die eene schoone toekomst mogen verhopen. Ernstig denker, goed kolorist en keurig teekenaer, bezitten zyne tafereelen, meestal der geschiedenis onzes vaderlands ontleend, eene onloochenbare waerde; zyn Willem van Saeftingen, in de tentoonstelling van Brussel, is een goed stuk dat den schilder tot eere verstrekt.
Voor de lezers der Vlaemsche School is de genreschilder Col geen vreemdeling; sedert jaren kennen zy hem als een onzer geestigste en, ten zelfde tyde, als een onzer hooggewaerdeerde kunstenaren. Col's koloriet wint nog immer in kracht, terwyl zyne onderwerpen meer en meer dien fynen stempel bekomen welke den spitsvinnigen navorscher kenschetsen.
De Merktdag is eene welbewerkte samenstelling, vol gelukkige typen en die eene goede plaets in de verzameling zal nemen welke zy geroepen is te versieren.
De befaemde beeldhouwer Ducaju, die ook als goed schilder is gekend, heeft twee tafereelen gezonden; over het eerste Het mirakel der Roozen, is in den vyfden jaergang der Vlaemsche School een uitgebreid artikel verschenen; wy houden ons aen de gedachte alsdan door de redaktie uitgedrukt, tevens verklarende dat wy met genoegen deze schoone samenstelling terugvonden; het tweede St-Huibrecht in het Ardennenwoud jagende, is eveneens een merkweerdig voortbrengsel; men pryst de grootsche en edele voorstelling van het onderwerp waerin men, by den eersten oogslag, den meester herkend gewoon aen het behandelen van ernstige stukken; de kleur is zoet en doelmatig; - de heer Ducaju heeft voor zyne schildering eenen hem eigenen en vruchtbaren grond uitgekozen; hy verdient er den lof van allen kenner voor, die eenig belang aen oorspronkelykheid, aen individualiteit weet te hechten.
Hébert van Parys heeft ons op een lieve stukje vergast; Barbara is eene goede studie vol waerheid, waerin men de voorstelling even als de keurige teekening pryst.
De kunstschilder Gons is eindelyk op de hem eigene baen getreden; het tafereel met luikdeuren, dat hy ter tentoonstelling heeft gestuerd, bezit goede hoedanigheden; gedachte en samenstelling verdienen geprezen te worden. Zie hier het onderwerp: het kind Jesus op den schoot der heilige Maegd, ontvangt de hulde des Engels des hemels en des Engels der aerde. De heer Gons heeft dit lieve onderwerp eenigzins in de wyze der ouden behandeld; er heerscht eene zoete mystische tint over zyne schepping. Wat de kleur betreft, zy is krachtig en harmonyvol, en wy hoorden verscheidene meesters er met lof van gewagen.
(Wordt voortgezet.)