Kunst- en letternieuws.
Onze lezers zullen met genoegen vernemen dat de heeren Romberg, van Soust, Guffens en Swerts door Z.M. den koning van Pruisen, tot ridders der orde des rooden Adelaers zyn benoemd.
- Door een koninklyk besluit wordt er aen den Fabriekraed der kerk van O.L. Vrouwe van Bystand te St-Nicolaes, eene subsidie verleend van 1500 fr., om haer te helpen in het dekken der kosten voor de uitvoering der muerschildering.
- M. Slingenyer is gelast verscheidene panneelen te schilderen voor het hertoglyke paleis te Brussel; M. Van Arendonck, van Antwerpen, legt de laetste hand aen een O.L. Vrouwenbeeld in marmer voor het Collegie den H. Ignatius toegewyd.
- Dit jaer was het in de Koninklyke Akademie van Beeldende Kunsten, te Gent, de beurt der klas van beeldhouwkunde om te dingen naer den grooten prys van 3000 francs; wy vernemen dat M. de Maere dezen prys heeft behaeld. Gelyk men weet, moeten de leerlingen die dezen prys winnen, hunne studiën aen vreemde akademiën gaen voortzetten.
- Onze korrespondent uit Gent zendt ons het volgende ateliernieuws.
‘By onzen bekwamen landschapschilder Ed. De Vigne, mochten wy eene nieuwe schildery voor de brusselsche expositie bestemd, zien: De tempel der Vestale en der Sybille de Tivoli. Binnen kort zullen wy het genoegen hebben eene teekening naer eene zyner schilderyen mede te deelen. - F. Ghesquière, legt de laetste hand aen twee genrestukken: De recommandatiebrief en een Bezoek by de voedster, ook voor de tentoonstelling van dit jaer. - Onze bekwame lichtteekenaer K. D'Hoy heeft verschillende gezichten der thans in afbraek zynde Preedikheerenkerk getrokken; in deze kerk berustten vroeger de gebeenten van Gaspar de Craeyer. Binnen weinigen tyd hopen wy een dier zichten te kunnen geven. - Ook zyn wy in staet gesteld om eene teekening te geven van den Zondag morgend van Felix de Vigne, schildery die op de laetste tentoonstelling zoo veel byval verworven heeft.’
- M. Bernard Weiser heeft eene nieuwe schildery aengelegd, den Oogst verbeeldende; alles doet voorzien dat dit stuk de vroegere werken dezes kunstenaers zal overtreffen en het dichterlyk gevoel 't welk hy sedert eenigen tyd aen zyne voortbrengselen weet te geven, hier niet te kort blyven zal.
- M. Lambert van Ryswyck, een onzer goede nyverheidskunstenaren, heeft eene massief zilveren bel uitgevoerd; zy is in ogivalen styl en versierd met vier bas-reliefs, den zegel van O.-L.-Vrouwe kerk van Antwerpen en de patroonen der gevers, voorstellende. De steel der bel is omringd van een lint met eene spreuk uit het H. Schrift; boven dezelve prykt het beeld des Zaligmakers.
- M.J. de Cuyper, beeldhouwer te Antwerpen, heeft verschillende belangryke werken voor Holland onder handen, en voltoeit een beeldje voor eene fontein bestemd.
- De zoo belangryke trapzael ten huize van baron Eug. van Delft, te Antwerpen, onder leiding van M.P. de Wit uitgevoerd, zal verrykt zyn met panneelen, landschappen bevattende, uitgevoerd door baron van Delft, die, buiten twyfel, onder het getal onzer verdienstelyke landschapschilders wordt gerekend.
- M.J. de Braeckeleer voltoeit zyn standbeeld, Grétry voorstellende, bestemd voor de koninklyke Harmonie-maetschappy van Antwerpen.
- Het Antwerpsch Kruidkundig Genootschap, heeft het programma zyner zondagsche oefeningen, die gedurende de zomermaenden in de Bloemkweekery van M.J.I. De Beucker, kosteloos zullen gegeven worden, laten verschynen. De lessen geschieden in de Nerderduitsche tael, doch het staet den onderwyzeren alsook den briefwisselenden leden vry verhandelingen of lessen in andere talen te geven.
De onderwyzingen zyn tusschen de Professors als volgt verdeeld:
De heer J.I. De Beucker, Bestierder van 't Genootschap, zal handelen over de grondbeginselen der Kruidkunde, Tuinbouw, Landbouw, Behandelingen, Aerd der gronden, vermenigvuldiging der Bloemteelkundige planten, enz.
De heer H. Van Heurck, Ondervoorzitter van 't Genootschap, zal handelen over de verhevene Kruidkunde, Ontleding en Levenskennis der Planten, Natuerlyke Plantenschikking, toepassing der Plantenkunde aen andere wetenschappen, enz.
Jonkheer Charles Cogels, Scheikundige, leeraer van 't Genootschap, zal handelen over de Scheikunde, zooveer als deze op den Landbouw, Tuinbouw en Bloemteelkunde toepasselyk is.
De heer Van den Hoeck, bestuerlid van t' Genootschap, zal, volgens de Natuerkunde, handelen over de lucht en het licht, als machtige invloedhebbende werkkrachten op het Plantenleven, enz.
De heer Ph. de Moor, te Elsene by Brussel, briefwisselend Lid van 't Genootschap, Professor in de Boomteelkunde en het snoeijen der fyne vruchtboomen, aen de heeren gemeente-onderwyzers van 't canton Vilvorden, zal handelen over het Planten en Snoeijen der Persik-, Appel- en Peerboomen.
De heer Joseph van Ishoven, tuinier op 't kasteel van den heer baron de Caters, zal insgelyks over den Boomsnooi handelen.
De heer J.E. Spanoghe, briefwisselend Lid van 't Genootschap, Landmeter en Teekenmeester aen het koninklyk Athenaeum van Antwerpen, zal handelen over de voedingstof der planten en vruchten, alsmede over de kunstmatige snoeijing der fruitboomen.
- XLV Liederen van Zuster Hadewijch, uit de XIIIe eeuw, voor de eerste mael uitgegeven door A. Angz. Angillis. - Prospectus. - ‘Al de geleerden zyn het eens om deze gedichten als een der kostelyke overblyfsels onzer voorouderlyke letterkunde te beschouwen; en Dr Jonckbloet uitte den wensch in zyne voortreffelyke Geschiedenis der Middeneeuwsche Dichtkunst, dat die verzameling zou uitgegeven worden.
De XLV Liederen zullen een boekdeel uitmaken van omtrent 200 bladzyden in-8o. Het boek zal versierd zyn met twee fac-similes naer de oude handschriften en aen de HH. inteekenaren afgeleverd worden ten pryze van 3 franken voor België en 1 gulden 75 c. voor Holland.
Zoohaest het getal inteekenaren toereikend is om de drukkosten te dekken, zal het werk worden ter pers gelegd om spoedig daerna in het licht te verschynen.’
Men teekent in by Willem Rogghé, uitgever, Kalanderberg, 8, te Gent; by H.-J. Van Kesteren, boekhandelaer, te Amsterdam; en voorts in al de voorname boekwinkels van België en van Holland.
- Eerstdaegs uit te geven door de Tooneel- en Letterkundige Maetschappy de Rhetoryka, te Rousselaere:
De Graven Egmont en Hoorne, drama in vier bedryven, door P. Geiregat, bekroond met den eersten prys.
Karel de Goede graef van Vlaenderen, treurspel in vyf bedryven, door J. Heymans, bekroond met den tweeden prys.
Frans Hals en van Dyck, blyspel met zang in twee bedryven, door P. Geiregat, bekroond met den eersten prys.
Deze drie gewrochten, echt vaderlandsch van aerd, tael en zeden, zyn in den letterkundigen Pryskamp, door gemelde Maetschappy uitgeschreven, met de eerste lauweren bekroond geweest. Hun samenstel is dus, dat zy op alle vlaemsche schouwburgen, zonder onderscheid, ten tooneele kunnen gebracht worden. Niets is er in verzuimd geworden om het volk liefde voor het vaderland in te boezemen, het edel en gulle karakter onzer voorvaderen te doen kennen en waerderen, en hun tevens al het aengename er van te verschaffen.
Voorwaerden. - Deze drie tooneelspelen, in eenen bundel gedrukt, zullen te samen een boekdeel van ongeveêr 150 blz. groot in-12o, uitmaken, en aen de inschryvers aen den prys van 1 fr. afgeleverd worden.
De inschryvers worden verzocht het bedrag hunner inschryving, met een postmandaet of in postzegels, vrachtvry te laten geworden, ten langste tegen den 15 juny eerstkomende, aen den heer H. de Grendele, geheimschryver der Maetschappy van Rhetoryka te Rousselaere. - Het getal afdruksels zal dit der inschryvers niet overtreffen.