De Vlaamsche School. Jaargang 5

Kunst- en letternieuws.

Wy ontvangen, op dit oogenblik, de droeve tyding dat de dichter Van Duyse te Gent is overleden. Dit is een onherstelbaer verlies voor de vlaemsche letterkunde, waervan de heer Van Duyse een der weerdigste vertegenwoordigers was. Wy hopen aen 's dichters nagedachtenis een artikel toe te wyden dat 's mans groote verdiensten naer weerde zal doen uitschynen.

- Wy vernemen uit goede bron dat weldra in het tydschrift Algemeine Modezeitung van Leipzig, onder het bestuer van den heer A. Diezmann, een zeer gewetensvol letterkundige, het afbeeldsel verschynen zal van den nederlandschen dichter, Nolet de Brouwere, uitgevoerd naer eene teekening van den heer Tuerlinckx. Dit is eene nieuwe hulde aen het talent onzer nationale schryvers bewezen. Men weet dat men aen den heer Diezmann, eene voortreffelyke beschryving van Leipzig is verschuldigd, even als een zeer lezensweerdig opstel, getiteld: Goethe und die lustige Zeit in Weimar.

- De heer P. Kremer heeft de laetste hand gelegd aen een fraeije tafereel, eene wildmerkt voorstellende; in 's kunstenaers werkhuis, zagen wy een andere samenstelling: Daniël Segers by zynen meester den fluweelen Breughel. De kunstenaer is zeer gelukkig in de groepering geweest. Kremer munt uit in het bloemenschilderen. Zyn tafereel, waerin men een aental kransen en bloemtuilen ontwaert, heeft het lachends voorkomen. Het zal een allerliefst kabinetstuk worden.

- De bekroonden der groote pryskampen hebben verschillige stukken doen geworden aen het bestuer der koninklyke Akademie van Schoone Kunsten te Antwerpen. De heer Biot, graveur, heeft uit Parys gezonden eene teekening naer Raphaël: de H. Maegd met den sluijer, en de heer Van der Linden, een beeld: de Verloren Zoon; de heer Meirgaert heeft uit Rome afgestuerd eene groote schildery, de Christenen in het Colyseum voorstellende. Deze kunststukken zyn tentoongesteld in de zael der Venusstraet, te Antwerpen, sedert Dingsdag 1 tot en met Maendag 4 November, telkens van 10 ure 's morgens tot 3 ure des namiddags.

- Onze lezeren herinneren zich, buiten twyfel, het schoone portret van den dichter Cracco, welk in den eersten jaergang der Vlaemsche School verscheen. Dit portret was men verschuldigd aen het teekenstift des heeren Meirgaert, van Kortryk, een kunstenaer, die later den eersten prys in den kampstryd van Rome wegdroeg. Uit de hoofdstad des Christendoms, zond de heer Meirgaert een tafereel dat, dezer dagen, in de zalen van het Antwerpsch Musaeum werd ten toon gesteld, en, zeggen wy het rond uit, een der voortreffelykste is welke ooit uit Italië naer ons vaderland werden gestuerd. De heer Meirgaert is dichter, is teekenaer, is kolorist; hy weet het hert door zyne scheppingen te roeren. Zyne Christenen in het Colyseum aen de dieren geleverd, is eene samenstelling vol gevoel, vol waerheid. Het is een dier voortbrengselen, welke op eens de aendacht van het publiek op de loopbaen eens schilders vestigen. De verschillige groepen zyn met kunde byeen gebracht en de typen gelukkig gekozen. - Eene bemerking die wy hoorden maken, is dat de schilder den pathetischen indruk wellicht nog zou vergroot hebben, indien hy zyne tygers in de diepte zyner schildery hadde geplaetst, in stede van hen ter zyde te doen uitkomen, waer zy eenigzins de aendacht van het hoofdpunt der schildery aftrekken.

- De Symphonie- en Zangafdeelingen van het Verbond voor kunsten te Antwerpen, hebben op 7 november een van Haydn's meesterstukken uitgevoerd: de Lente. De leden der afdeeling leggen zich met den besten uitslag op de studie der ernstige muziek toe; een byzondere dank is men den bestuerder, den heer Frans Callaerts, verschuldigd, voor de kunde die hy in het leiden van orkest en chooren aen den dag legt.

- De heer Edw. Grégoir arbeidt aen een nieuw fransch opéra-comique; woorden van eenen parysischen dichter. Men hoopt dit stuk nog dit jaer te zien opvoeren.

Men leest in een Brusselsch blad: ‘Wy hebben een eersten afdruk gezien van de plaet met de portretten van de leden der Tael-Commissie, ingesteld by koninklyk besluit van 27 juny 1856. Dezelve is samengesteld en ontworpen door den gunstig gekenden nyverheidsteekenaer M. Désiré Van Spilbeeck, en op steen gebracht door M. Hubert Meyer.

‘Het geheele verbeeldt het koninklyk besluit en is samengesteld als volgt: negen cartels, in den styl der vlaemsche hergeboorte, XVI^e eeuw, zyn in elkander gewerkt en herinneren ons de teekeningen van Frans Floris; ieder dier cartels bevat een portret van de leden der Commissie; dezelve zyn goed gelykend en zeer gelukkig. Het geheele is bekroond door twee leeuwen een brief vasthoudende waerop het besluit voorkomt, waerboven de koninklyke kroon staet, waeruit de linten kronkelen die onder ieder portret den naem en de hoedanigheid des afgebeelden bevatten.

De portretten zyn in alphabetische orde gesteld als volgt:

Conscience, David, de Corswarem, Jottrand, Mertens, Rens, Snellaert, Stroobant en Van der Voort.

MM. Désiré Van Spilbeeck en Hubert Meyer hebben van deze plaet een echt kunststuk weten te maken. Wy twyfelen niet of gemelde plaet zal door ieder vlaemschgezinden burger aengekocht worden; het is een gedenkteeken weerdig der mannen die met zoo veel moed en kennis het grievenverslag hebben daergesteld waerop de Vlamingen wyzen kunnen.’ - Deze plaet is verkrygbaer by alle boekhandelaren aen den prys van fr. 2-50.

- Verschenen by de HH. Henry en Cohen, te Bonn, twee boekdeelen der Geschichte der liturgischen Gewänder des Mittelalters oder Entstehung und Entwicklung der kirchlichen Ornate und Paramente in Rücksicht auf Stoff, Gewebe, Farbe, Zeichnung, Schnitt und rituelle Bedeutung. Nachgewiesen und durch mehr als 100 Abbildungen in Farbendruck erläutert von D^r Franz Bock, Curatgeistlichen, Conservator des Erzbischöfl. Museums, corresp. Mitgliede der Commission zur Erhaltung der Kunstdenkmäler, des Gelehrten-Ausschusses des germanischen Museums Mitgliede, Ehren-Mitgliede des Diöcesan-Kunst-Vereins zu Paderborn und des historisch archäologischen Vereins zu Trier korrespond. Mitgliede. Mit einem Vorworte von D^r Georg Müller, Bischof von Münster. - Zwei Bände in sechs Lieferungen. - In een tydstip waerop men zich met aenhoudende vlyt toelegt op al wat met de geschiedenis onzer middeleeuwsche kunst in verband staet, moet het werk van den heer Bock, den oudheidkundigen en kunstenaren zeer welkom wezen. Het werk strekt zich uit van de achtste tot de zestiende eeuw, en is met ryk gekleurde en met goud afgelegde platen versierd. Onnoodig te zeggen dat het een der merkweerdigste is welke tot nu over dit onderwerp zyn verschenen. De prys der aflevering is 1 ⅓ Thl.

- Verschenen: Gedichten van D^r. J. Nolet de Brauwere van Steeland - 1839-1859. - In twee deelen versierd met schryvers welgelykend portret op stael. Prys 5 fr. Amsterdam. L.-F.-J. Hassels; Brussel, Kiessling en C^o. Verkrygbaer te Antwerpen by C.-J. Mienikus.