Kunst- en letternieuws.
Wy vernemen, uit goede bron, dat de stad Antwerpen een overgroot doek van haren bekenden inboorling, Hubert Sporckmans, een der verdienstelyke schilders der eeuw van Rubens, heeft aengekocht. Dit stuk welk een feit uit de stedelyke geschiedenis van Antwerpen voorstelt, is bestemd om eene der zalen van Stads raedhuis te versieren. Over het onderwerp is men het echter niet eens; wat ons betreft, wy denken erin te zien het brengen van een vertoog der Antwerpsche regering aen Keizer Leopold I om de vryheid der Schelde te bekomen. Inderdaed, op een troon zit Z.M.; in zyne handen houdt hy den wereldbol; aen zyne voeten ziet men den keizerlyken arend. Een rykgekleed man, waerschynlyk de burgemeester van Antwerpen, biedt den keizer aen schrift aen, en schynt de aendacht Z.M. te roepen op de maegd van Antwerpen en de Schelde die beide geketend ten gronde zyn gebukt; een aental voorname burgers bevinden zich achter den burgemeester. Aen de linker zyde der samenstelling, ziet men den vrede die de tweedracht en den oorlog verdryft.
- Als ateliersnieuws hebben wy vernomen: Lies, de befaemde kolorist, is naer Italië vertrokken met het inzicht den winter in die landstreek door te brengen; een hartelyk vaerwel werd hem door zyne talryke kunst- en lettervrienden toegesproken; wy ook roepen den befaemden schilder een gul tot weêrzien toe; H. Verbeeck, de gekende landschapschilder heeft eenige keurige schetsen gemaekt in de omstreken van Hoboken; evenzoo L. Fuchs in de omstreken van Antwerpen; Alma-Tadama heeft een episode uit de geschiedenis van Egypten op het doek gebracht, waervan wy met lof hebben hooren spreken; C. Marschouw heeft een roerend onderwerp gekozen: Nieuwjaersdag; Huysmans, die nog immer met liefde de schilderachtige zuiderstreken blyft herinneren, welke hy vroeger heeft bezocht, voltooit eene scène aen het huisselyk leven der musulmannen ontleend; men heete het de opschik: eene freule uit Caïro toeit zich met den sluijer. Noterman schildert wederom een dier onderwerpen waerin hy zoo wel gelukt; dit mael draegt het voor titel: het vermaek des ouden knechts; Wittkamp die van eene reize uit den vreemde is teruggekeerd, brengt een historisch feit op het doek; het is ontleend aen de geschiedenis van Venetië.
- Wy vernemen dat de adelyke familie de Muelenaere voornemens is in het dorp Wyneghem (provincie Antwerpen), een prachtig gedenkteeken op te richten; de beeldhouwery is aen den heer J. Van Arendonck en het steenwerk aen den heer Pecher toevertrouwd.
- In de voormalige kollegiale van St Jakobs te Antwerpen heeft men begonnen een overgroot geschilderd glas te plaetsen in de noorderraem des kruisbeuks; het onderwerp is. De onbevlekte ontvangenis. De uitvoering van dit aenzienlyk werk werd door de fabriek den heere Capronnier van Brussel toevertrouwd. Ofschoon wy sedert lang het ontwerp dezer schildering kennen, wachten wy om ons oordeel te vellen tot dat het stuk zal geplaetst wezen. Intusschen kunnen wy niet nalaten het bestuer van St Jakobs onzen dank te betuigen voor de talryke kunstwerken waarmede het dezen tempel verrykt.
- De derde aflevering van het belangryke werk: Nederduitsche Dichterhalle, door J.F. Heremans, is verschenen. De geleerde professor zet met vlyt zyne gewichtige taek voort; tegenwoordig stuk is aen de lyrische kunst toegewyd.
- Sedert eenige jaren heeft men een vry aenzienlyk getal werken onzer oudere schryvers in druk zien verschynen. Met welgevallen hebben wy dan ook de nieuwe uitgave gezien van een gedicht van J. Van Havre, een dichter der XVIIe eeuw, wiens voortbrengsels zeer zeldzaem zyn geworden. De druk is keurig. Hy strekt den persen des heeren J.-S. Van Doosselaere, van Gent, tot eer.
- Een geleerd priester, de heer J. Deckers, heeft eene zeer belangryke geschiedkundige verhandeling opgesteld over de zoo door bedevaerten gekende plaets Scherpenheuvel. Zy strekt den schryver tot eer. Het boek draegt voor titel: Het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Scherpenheuvel, weldoenster van het menschdom sedert vyf eeuwen, en bevat een aenzienlyk getal oorspronkelyke stukken, waervan verscheidene met de geschiedenis onzes lands in verband staen; derhalve verdient het eene plaets in de bibliotheek van allen vriend onzer nationaliteit. Het werk bevat 232 blz. druks, en werd te Leuven by C.-J. Fonteyn uitgegeven en is ook verkrygbaer in de kerk van Scherpenheuvel. Het kost slechts 2 franken.