De Vlaamsche School. Jaargang 5
(1859)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 144]
| |
Scheffer, - een uitvoerig en geestig geschreven stuk, dat den schryver en den ontslapene evenveel eer aendoet. Slechts eene kolossale dwaesheid heeft ons daerin gehinderd; namelyk de beweering dat Ary Scheffer niet slechts een ‘franschman’ was geworden door een vyftigjarig verblyf in Parys; maer dat hy ook franschman was door zyne geboorte, daer ten tyde toen hy ter wereld kwam, Nederland by de Fransche republiek ingelyfd was! Volgens die redenatie, zyn er op het oogenblik nog eene aenzienlyke menigte echte Franschen in de Nederlanden, die gevaer loopen, als de oorlogsvlam niet voor goed uitgeblazen is, onder de wapens te worden geroepen door den Franschen Keizer, of als deserteurs aengemerkt te worden! - Is het niet zaek by tyds te protesteren? (Nederlandsche Spectator). - In ons voorlaetste nummer hebben wy den dubbelen wedstryd vermeld, door het Staetsbestuer op Jakob van Maerlant uitgeschreven. Daerby is, onder andere, gezegd dat de mededingende stukken in beide vakken (poëzy en proza) vóór den 1n January 1861 moeten ingekomen zyn. De sedert verschenen volledige pryskaert bepaelt deze inzending aen het ministerie van binnenlandsche zaken vóor den 1n Juny 1860. De beoordeeling der in te zenden werken zal worden toevertrouwd aen een jury van vyf leden, benoemd door het Staetsbestuer, op eene dubbele voorstellingslyst, door de klas der letteren by de koninklyke Akademie vastgesteld. - Het jury zal den prys niet kunnen toewyzen dan by meerderheid van vier leden. - De leden van het jury zyn buiten den pryskamp gesloten. In de beide wedstryden zal de prys onverdeeld worden toegewezen. - Geen werk zal aengenomen worden, indien het niet geheel volledig en zoo leesbaer geschreven is dat het, zonder verdere overziening, op de drukkery kan gebracht worden. -De schryvers mogen zich niet doen kennen; maer moeten eene kenspreuk op het werk schryven, die in een verzegeld briefje wordt herhaeld. - De na den bepaelden tyd ingekomene werken, of die welker schryvers zich hebben doen kennen, zullen uit den pryskamp worden gesloten. (De Eendragt). - De groote pryskamp van beeldhouwkunst, uitgeschreven door de koninklyke akademie van schoone kunsten van Antwerpen, heeft nogmaels bewezen dat onze school, onder alle oogpunten, snelle vooruitgangen doet. Immers sedert vele jaren, had men zulken schoonen uitslag niet meer gezien; al de konkurrenten zouden weerdig zyn geweest naer Rome te worden gezonden. De jonge Robert Fabri van Antwerpen heeft hen allen overtroffen en werd door den jury als primus uitgeroepen; de tweede prys is toegekend aen den heer J. Ph. De Haen van Brussel, en de eervolle melding aen J.F. Deckers, van Antwerpen. De jury was samengesteld uit de heeren T. Teichmann, gouverneur, voorzitter; N. De Keyser, Jos. Geefs, Navez, Eug. Simonis, De Vigne, F. Durlet en Fraikin. Het gegevene onderwerp was: De laetste byeenkomst van Moses en Aaron met Pharao, na het afsterven der eerstgeboornen. De jury drukte den wensch uit dat er in het officiëel proces-verbal werd aengeteekend dat de kampstryd van Rome van 1859, mag aenschouwd worden als een diergenen welke het meeste luister op de kunst werpen daer hy tevens de grootste hoop doet voeden voor de toekomst der jonge kunstenaren die er deel hebben aen genomen. - Volgens de teekeningen en onder leiding van M. Jan Hamman, bouwmeester te Gent, is thans het hoogaltaer voltrokken in de kerk der paters predikheeren in de Holstraet. Dezelve is in gothischen styl. - MM. Guffens en Swerts, even als de voorzitter van het Gentsche kunstgenootschap, zyn tot eereleden benoemd van het algemeene Deutsche kunstgenossenschaft. - De kunstschilder F Gons heeft de laetste hand gelegd aen eene mystieke schildery; wy komen later op dit tafereel terug. - De HH. De Bock en Van Wint, de gunstig gekende beeldhouwers, hebben een altaer voltooid voor de kerk van het Ursulinnenklooster, te Heikruis, by Hal. Nimmer hebben wy van deze heeren een zoo keurig uitgevoerd werk gezien. In het ondergedeelte, uit eiken hout verveerdigd, ziet men het laetste Avondmael, terwyl het bovengedeelte, uit franschen steen gehouwen, de H. Ursula, eerste byzondere beschermster der orde, in vollen luister pralende, voorstelt. Ter zyde de Heilige zyn twee kloosterzusters (de eene, ouderdom met ondervindingen kalmte, de andere jeugd met geestdrift, voorstellende) in biddend nedergeknield. Dit alles is bekroond met engeltjes die den lof der heilige uitbazuinen. Verders voltoeijen zy twee beelden, van den H. Joseph en der H. Maegd voor dezelfde kerk bestemd. - Dezer dagen zyn twee ontdekkingen van oudheidsvoorwerpen gedaen, die allenzins aendacht verdienen, namelyk: 1o In de kerk te Beveren, by Rousselaere (Westvlaenderen), by het werken ter plaetsing van een nieuw altaer. Nauwelyks had men eenige steenen uit den muer gekapt, als men een allerschoonste monument aentrof. Op het bovenste gedeelte, in vorm van halfrond, staen afgebeeld Jan van Vlaenderen en zyne vrouw, ieder op een kussen vóor eene bidbank nedergeknield, de handen samengevouwd en in de houding van het gebed. Dit eerste stuk rust op eenen zwaren zerk, met het volgende opschrift: Cy gissent noble hôme Jehan de Flandres, Escuir en son vivant Seigneur de Houleed (oude heerlykheid van Beveren) et de Bevres, (eertyds ook Bevre of Bevere, nu Beveren), bailli de la ville de Bruges et terroir du franc qui trespassa le VIe jour de September l'an mil V c XXVI et dame Margriete Boulongeiere son Espouse qui trespassa le XXVIIe jour de Février l'an XVc XXVI. Priez Dieu pour les ames. Lager staet een derde groote steen, versierd met acht wapens van Jan van Vlaenderen en zyne edele familie, die, volgens de Historie der Nederlanden, door Emmanuel van Meteren, den Nobiliaire des Pays-Bas en de Kronycke van Vlaenderen, door Despars, te Beveren hun verblyf en wooning hadden, den naem droegen van heeren van Beveren, en meest altyd van 's lands bestuer deel maekten. Dit gedenkstuk zal eene heerlyke plaets in de kerk bekleeden. - Vier werken van belgische meesters worden voor het Opéra-Comique te Parys, in gereedheid gebracht, namelyk: een opera in drie bedryven, van Gevaert; la Pagode, tekst van den heer De St.-Georges, muziek van den heer Fauconnier; Un voyage autour de ma chambre, tekst van de heeren Duvers en Lausanne, muziek van Grisar; en les Blancs et les Bleus, van Limnander. (De Eendragt). - Sedert eenigen tyd worden er in den vreemde verscheidene lofweerdige poogingen gedaen om de geschiedenis op te helderen der vlaemsche en hollandsche kunstscholen, zoo lang met duisternis omgeven. Onder de persoonen die, in de laetste jaren, zich het meest den dank onzer bevolking door hunne gewetensvolle nasporingen, hebben verworven, moet men buiten twyfel, op de eerste lyn, den heer W. Bürger noemen. Zyne uitgave: la Galerie du duc d'Aremberg à Bruxelles, levert een nieuw bewys van wat ons nog van het verleden onzer oude kunstenaren te onderzoeken is; het is een weerdig vervolg zyner Trésors d'art exposés à Manchester. Het is mogelyk dat onze nationale oudheidkundigen, hier of daer eene bemerking kunnen maken; doch allen zullen moeten bekennen dat het boek een gewetensvol opstel is, en dat het een helder licht spreidt over de voortbrengselen van verscheidene onzer groote meesters. - Verschenen: Entretiens sur l'architecture, par Viollet-le-Duc. Paris, librairie d'architecture de Bauce. Verscheidene afleveringen en atlas dezer hoogstbelangryke uitgave. - De uitgevers Longman en Co. te Londen kondigen aen, dat eerlang het licht zal zien: A book of emblems, entidled Moral Emblems from Jacob Cats and Robert Farley, with aphorims, adages and proverbs of all nations. Het werk zal versierd zyn met talryke vignetten en houtgravueren, naer de platen die in Cats' werken voorkomen en door den geestigen teekenaer Adriaen Vander Venne werden uitgevoerd. |
|