Kunst- en letternieuws.
Op 3 july is te Mechelen de tweejaerlyksche, en op 10 july te Gent de dryjaerlyksche tentoonstelling geopend. Later komen wy op deze plechtigheden terug.
- Dezer dagen werd te Brussel, by de tentoonstelling der Kartons, welke in het paleis der hertogstraet plaets heeft, een bezoek afgelegd, door een aental leden des Kunstgenootschaps van Gent. Deze heeren werden de zalen rondgeleid door de kunstschilders Swerts en Guffens, door het Staetsbestuer met de plaetsing der stukken belast. Het Kunstgenootschap bracht een grooten en prachtigen lauwerkrans mêe, door welken een lint met gouden frangen was geweven, waerop de vlaemsche woorden: Het Kunstgenootschap van Gent aen zyne duitsche kunstbroeders. Het bestuer heeft recht willen geven aen wien recht toekomt, en den krans gehangen aen de vier ruiters uit den Apocalypsis, van Cornelius. Deze onderscheiding zal gewis de algemeene goedkeuring wegdragen, even als zy, op denzelfden dag, die des Hertogen van Braband bekwam. (Eendragt). - Over deze tentoonstelling zal in eene aenstaende aflevering gesproken worden.
- Vier vraegstukken waren door de klas van Schoone Kunsten by de koninklyke belgische Akademie in wedstryd gesteld. Op twee dezer vraegstukken zyn antwoorden ontvangen, namelyk één antwoord op de vraeg: Geschiedenis van den oorsprong en den voortgang der gravuer in de Nederlanden tot het einde der 15e eeuw. Tot beoordeelaers zyn benoemd de heeren Alvin, Ed. Fétis en Braemt. - Op de vierde vraeg der pryskaert: Geschiedenis van het tapytwerk van hooge schering in de Nederlanden, is ingelyks één antwoord ontvangen, dat door de heeren Ed. Fétis, De Busscher en Balat zal worden beoordeeld.
- De heer Leys arbeidt aen eene overgroote samenstelling: de afkondiging der plakkaerten onder de regering van keizer Karel; over dit tafereel zullen wy later handelen; zeggen wy alleenlyk, dat het een der uitgebreidste is welke de kunstenaer tot nu heeft ondernomen; de kleur beloofd schitterend te wezen.
- Jaren lang hadden het Stadsbestuer van Brussel en de bouwkundigen beraedslaegd over het vraegstuk der vervanging van den ouden trap der St.-Gudula kerk, aldaer, door eenen trap, dien overheerlyken gedenkbouw waerdig, toen deze zaek eindelyk werd vertrouwd aen eene commissie van drie leden, waervan de bouwmeester Roelandt, van Gent, deel maekte. Deze bood der commissie een plan aen, dat door haer aengenomen en den gemeenteraed van Brussel voorgesteld werd, die het plan aenvaerdde en besliste dat het zou worden uitgevoerd.
De voorplaets zal dermate geschikt zyn dat de rytuigen tot voor de kerkdeur zullen komen, terwyl de voetgangers langs eenen statigen trap het portael zullen bereiken.
De gemeenteraed van Brussel, het belang hoogschattende der dienst, door den heer Roelandt bewezen, by het oplossen van een zoo dikwyls door deskundigen vruchteloos besproken vraegstuk, heeft den gentschen bouwmeester eene medalie gestemd, welke hem dezer dagen werd ter hand gesteld.
De stempel is door den heer J. Wiener gesneden. De voorkant verbeeldt den voorgevel van St.-Gudulakerk met haren nieuwen trap, en de keerzyde draegt het geslagen opschrift: Aen Lodewyk Roelandt, bouwmeester te Gent. Stemming des Gemeenteraeds, 11 July 1857. De medalie is van groot moduel en het exemplaer in goud.
Even als de Gazette van Gent, aen wie wy deze byzonderheden ontleenen, stellen wy met genoegen vast dat de verdienstelyke kunstoefenaer, die onze eigene stad met prachtige gedenkbouwen verrykte, ook in andere steden zyne kunst mag zien verheerlyken.
(Eendragt).
- De heer P. Kremer, een der kunstenaren die de school van 1830 hebben opgewekt, heeft een tafereel voltooid, doode natuer voorstellende. Men sprak met lof van dit voortbrengsel dat voor Engeland was bestemd.
- Als ateliernieuws kunnen wy melden: Ed. du Jardin, arbeidt aen een groot tafereel: de H. Familie, voor Nederland bestemd; - Hendrik Schaefels schildert eene terugkomst van een zeetocht; de kleur is krachtig; - Minguet heeft een heerlyk kerkgezicht onder handen; - Schwerdgeburth heeft zyne samenstelling voltooid: laet de kinderen tot my komen, het is een zeer verdienstelyk werk; - Huysmans heeft een stadgezicht de hoek eener straet te Constantinopel, tot onderwerp eener schildery verkozen.
- Men heeft te Brussel in de kerk van O.L.V. van Victorie eenige schilderingen ontdekt. Een verslag welk over deze stukken in de laetste zitting (7 july) der belgische Akademie werd gedaen, heeft aenleiding tot eene woordwisseling tusschen de HH. Alvin en Navez gegeven. - In dezelfde zitting heeft de geleerde heer Fétis verslag gedaen over de uitgave der werken van de belgische toondichters der XVe en XVIe eeuw.
- De gunstig gekende dryver Van Ryswyck-Bogaerts heeft eenen koperen troon aengelegd welke thans de hoofdkerk van Antwerpen versiert. Dit werk doet zich door eene keurige uitvoering aenbevelen. Verscheidene versieringen waermede de kunstenaer zich thans onledig houdt, zullen zyne samenstelling op de gelukkigste wyze volledigen.
- Twee befaemde schryvers en kunstkenners, de heeren Harzen en Alberdingk-Thijm, hebben dezer dagen bezoeken by verscheidene letterkundigen en kunstenaren te Brussel en te Antwerpen afgelegd.
- De Heer Van Duyse zich bekend gemaekt hebbende als de schryver der verhandeling over den invloed der Rederykers-Kamers, aen welke een zilveren eerepenning werd toegekend, zoo heeft de klas der letteren, op voorstel van den heer Roulez, besloten dat deze eerepennig het volgende opschrift zal dragen:
Prudenti Van Duyse
ob eruditam
de
Rhetoricis collegiis
dissertationem
protrepticum proemium.
- In den zangwedstryd van St.-Omaer (Frankryk), die op Zondag 26 juny plaets had, is de prys voor het best zingende vreemd genootschap toegekend aen de Choormaetschappy van Gent. Zy had tot eenige mededingers de maetschappy der Melomanen, insgelyks van Gent.
- De gentsche tooneelmaetschappy: De Fonteinisten, had een wedstryd uitgeschreven voor het opvoeren van vlaemsche blyspelen die op 10 en 11 July ter gelegenheid der algemeene kermis, op Minards Schouwbourg werden vertoond. De eerste der uitgeloofde pryzen bestond in 200 francs en eene vergulde zilveren medalie; de tweede in 100 francs en een gelyken eerepenning; de derde in 50 francs en eene zilveren medalie.
Een vergulde zilveren eerepenning zou worden toegekend aen den schryver van het beste oorspronkelyk stuk, by dezen pryskamp op te voeren. Al de genootschappen des lands, die van Gent uitgezonderd, konden mededingen.
De eerste pryzen werden toegekend aen de maetschappyen als volgt:
Eerste prys, Brugge, met het stuk Klara de Kantwerkster; 2e prys, Antwerpen, (Scheldezonen), met Bruno de Spinner; 3e prys, Ninove, met de Student zonder Geld.