De Vlaamsche School. Jaargang 5
(1859)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 49]
| |
De H. Petrus. - standbeeld door J. van Arendonck.In den loop van deneersten jaergang der Vlaemsche School, by de gravuer van het beeld Melpomene door J. Van Arendonck uitgevoerd, deden wy onze zienwyze in zake van beeldhouwery kennen; by naestgaende plaet zullen wy eenige statische byzonderheden over de werkzaemheden dezes kunstenaers medeelen; tevens onze lezers verwittigende dat wy voornemens zyn dergelyke inlichtingen te vergaren voor al de kunstenaren waerover het ons zal vergund zyn te spreken. Wy denken hierdoor niet alleen aen onze medeburgeren aengenaem te wezen, maer ook eene bron te openen, waeraen de latere geschiedschryvers onzer vaderlandsche school, met vrucht zullen kunnen putten. Jan - Jakob - Antoon Van Arendonck, was zoon van Arnoldus-Antoon van Arendonck, broodbakker te Antwerpen, en van Vrouwe Joanna Briers; hy zag te Antwerpen het licht op 4 Mei 1822. Voor het ambacht zyns vaders opgeleid, verliet hy dit weldra: de liefde voor de kunst dreef hem de Akademie binnen. In het werkhuis van den beeldhouwer J.-B. Peeters ontvangen, bleef hy aldaer verscheidene jaren voortarbeiden. Van 1836 tot 1844 werd hy jaerlyks onder de eersten der klas van beeldhouwkunde gerekend. In 1845, een jaer na de dood zyns vaders, vestigt hy zich als beeldhouwer te Antwerpen, en maekt verscheidene beelden voor kerken in de Nederlanden; het afsterven zyner moeder belet hem in 1846, ten volle deel aen den pryskamp van Rome te nemen. In 1847 wordt hy gelast met de uitvoering van het gedenkteeken van den vlaming J.F. Willems, te Bouchout, en beitelt verscheidene beelden voor rekening van den bouwmeester Minard te Gent. In 1848 ziet hy zich de uitvoering van Ledeganck's gedenkteeken toevertrouwen; met plecht wordt dit kunststuk te Gent, in den loop der maend Augusty 1849, ingehuldigd. Ten jare 1851 verveerdigt hy acht beelden voor het engelsch kollegie te Doway in Frankryk, en ontvangt verscheidene aenbestellingen voor kerken in Engeland; een jaer daerna, beitelt hy het standbeeld Melpomene, dat thans het schouwburg te Antwerpen versiert. In 1853 treedt van Arendonck in den echt met Mej. Theresia-Isabella de Clerck, en doet | |
[pagina 50]
| |
eene omreize in Duitschland en Frankryk. Sedert dit tydstip heeft hy verscheidene groote aenbestellingen ontvan gen; onder deze tellen wy het standbeeld: de H. Petrus op last van het staetsbestuer voltooid (1855); twee levensgroote steenenbeelden voor het St-Ignatius-Instituet te Antwerpen (1856); een kolossael bas-relief: de Onbevlekte Ontvangenis voor de Finisterrae kerk te Brussel (1857); het standbeeld: de Onbevlekte Ontvangenis voor de Hoofdkerk van Antwerpen (1858); enz. De werken welke van Arendonck thans onledig houden, zyn: de beelden en cariatiden voor de maetschappy, la Concorde, te Antwerpen; vier en dertig beeldjens voor het gesticht der zusters van liefdadigheid aldaer; de beelden en basrelieven, ten getalle van acht, voor den predikstoel te Boom; het standbeeld: de heilige Barbara voor de hoofdkerk van Breda; zeven beelden voor het hoog altaer der hoofdkerk van Iseghem (Oostvlaenderen); het standbeeld van den heiligen Joseph voor Sheffield (Engeland); twintig bas-relieven voor het gesticht van den H. Ignatius te Antwerpen; den predikstoel voor de kerk van Hingene (Vlaenderen); eindelyk twee levensgroote marmeren engelenbeelden en twee-en-dertig kleinere houten beelden voor het hoog altaer in de St-Michielskerk te Gent, naer de teekening van den bouwmeester Minard opgerichtGa naar voetnoot(1). Wat de wyze van den heer van Arendonck kenschetst, is doorgaens eene grootsche opvatting van het onderwerp; even als een kundig verstaen van het licht en bruin; wat de hoofden zyner figuren aengaet, deze zyn immer met een echt kunstenaers gevoel bewerkt; hiervan geeft, onder anderen, het beeld van St-Petrus een nieuw bewys; de ware godsdienstige uitdrukking welk op het gelaet des heiligen ligt verspreid, heeft woorden van goedkeuring aen menigen kunstkenner ontrukt. P. Génard. |
|