sepia en de pen, maken deel van die tentoonstelling, zonder de gravuren en steendrukken te rekenen. Bovendien is er een prachtig gebeeldbouwd wywatervat, een exemplaer der medalie-Gallait, van Braemt, en eene schoone uitgeknipte teekening.
Onder de tafereelen onderscheiden zich die van MM. Jules Breton, verbeeldende eenen Rooker; de schoone schets van Geirnaert vader: een kind in de wieg, rustig slapende, terwyl het vuer dreigt het kind te vernielen, en een trouwe hond toespringt om het te redden; de Naeister, door Ghuesquière, enz. Het is te hopen, dat de gentsche schilders Lagye, de Taeije, Venneman, vader, Hendrik en Adolf Dillens (?) die te Antwerpen gevestigd zyn, hun' ouden kunstvriend niet zullen vergeten, en eenig tafereel van hunne hand inzenden.’
- Tydschriften en dagbladeren spreken met grooten lof van de laetste schildery des heeren Dujardin en welke voor Nederland is bestemd.
- Men schryft uit Aelst: ‘M.M.J. Meganck, kunstschilder te Aelst, heeft de laetste hand gelegd aen een schoon tafereel verbeeldende de H. familie; Jezus op den schoot zyner Moeder. Het kindje Jezus is bezig met struiken byeen te strikken in vorm van een kruis.
Het beeld der H. moeder Gods en van den H. Joseph, zyn indrukwekkend. Wy bekennen volgeerne dat het een der beste voortbrengselen is, die wy van den heer Meganck te zien kregen. Wy raden hem aen in denzelfden weg voort te gaen; hy is een dier kunstenaren die den echten stempel der godsdienstige schildering volgen, welke zooveel luister aen de vlaemsche school heeft bygedragen.’
- Ter gelegenheid van het feest der maend Mei worden in de Hoofdkerk van Antwerpen, onder de leiding van den bouwmeester F. Durlet, buitengewoone versieringen voorbereid, die den echten stempel der kunst zullen dragen Van eene hoogte van dertig meters, zullen een aental bannieren met kartels en blazoenen nederdalen, die een soort van troon zullen vormen; hieronder zal het heerlyke beeld der H. Maegd, geplaetst worden, welk, gelyk men weet, door Artus Quellin, den oude, werd uitgevoerd; rondom zullen zich trophées van bloemen en sieraden verheffen. - De décorschildering is toevertrouwd aen de zorgen van den heer Michiel Bellemans.
- By koninklyk besluit van den 14 meert, wordt de overeenkomst, op den 30 oogst 1858, tusschen België en Noord-Nederland gesloten, voor den onderlingen waerborg van den eigendom der letterkundige en wetenschappelyke werken, goedgekeurd, en wordt er kracht van wet aen gegeven. By gemeen overleg is de uitvoering der wet bepaeld op 1 april.
- Tot leden van het jury voor het eerste dryjaerlyksche tydvak, voor den wedstryd van vlaemsche tooneelliteratuer, verstreken den 31 december 1858, zyn benoemd de heeren: Dautzenberg, letterkundige te Brussel; Snellaert, lid der koninklyke belgische akademie te Gent; Stroobant, letterkundige te Brussel; Van Duyse, briefwisselend lid der koninklyke akademie te Gent, en J.F. Mertens, boekbewaerder der stad Antwerpen, dezen laetsten werd het voorzitterschap opgedragen.
Ten einde de taek van het jury te vergemakkelyken, worden de schryvers die op den prys aenspraek maken, uitgenoodigd, zoodra mogelyk, aen het ministerie van binnenlandsche zaken (algemeen bestuer der schoone kunsten, letteren en wetenschappen), een exemplaer hunner werken, die zouden kunnen mededingen, te doen geworden.
- De Bulletins der Akademie van België bevatten het opschrift der medalie door deze vereeniging den heere A. Siret aengeboden als hulde voor de tafels, welke hy heeft opgesteld.
- Verschenen: Simon Turchi, of de Italianen te Antwerpen, historische tafereelen uit de XVIe eeuw, door Hendrik Conscience. Antwerpen, by Van Dieren en Ce. Verkrygbaer by de voornaemste boekhandelaren, ten pryze van fr. 4. - Twee boekdeelen, elk van ongeveer 200 bladzyden, op schoon papier, gelyk aen de uitgave van het werk Batavia. - 8 platen geteekend door den heer Ed. Dujardin, professor aen de koninklyke akademie van Antwerpen, luisteren den tekst op. - Men spreekt met grooten lof van het werk van Conscience.
- Uitgaven van het Willemsfonds No 322. - Nederlandsche Dichterhalle. Bloemlezing uit de Nederlandsche dichters van de vroegste tyden onzer letterkunde tot op onze dagen volgends dichtvakken en ouderdom gerangschikt door J.F.J. Hermans. 2e aflevering. Gent, drukkery van L. Hebbelynck. - Over deze zoo nuttige als belangryke uitgave deden wy reeds in een vroeger nummer, onze denkwyze kennen; zy strekt den Heere Heremans en het Willemsfonds tot eer; onze vaderlandsche dichters ontvangen erdoor eene welverdiende hulde. Laetst verschenen stuk bevat gedichten van Joost Van den Vondel, Peeter Hooft, Jan Starter, Johan Van Heemskerk, Jacob Westerbaen, Jeremias de Decker, Albertus d'Hanins, J.J. Van Asten, Cornelis Rhynenburgh, Hieronymus Sweerts, Poot, Spandaw, Tollens, Potgieter, Hoffmann van Fallersleben, Beets, Th. Van Ryswyck, J.A. De Laet, P.F. Van Kerckhoven, J.M. Dautzenberg, Van Peene, Ledeganck, F.A. Snellaert, H. Peeters, W. Rogghé, F. De Cort, V. Loveling, enz. enz.
- Beschryving ende beginsel van 't clooster Waelwyck, gekend te Antwerpen onder den naem van Spinsters. Naer een handschrift der XVIIIe eeuw. - (Uitgegeven door de provinciale commissie von grafen gedenkschriften van Antwerpen, en getrokken op 50 exemplaren, genummerd ter perse). Antwerpen, drukkery J.E. Buschmann.
- Graf en gedenkschriften der provincie Antwerpen. 41e aflevering dezer belangryke uitgave. Antwerpen, drukkery J.E. Buschmann.
- Verschenen: Nederduitsch letterkundig jaerboekje voor 1859. Gent, drukkery van I.S. Van Doosselaere. Het behelst onder anderen, Eug. Zetternam's ontuitgegeven drama: De Vrouwe van Egmont, in dry bedryven.
- Verschenen: Inventaire analytique et chronologique des chartes et documents appartenant aux Archives de la ville d'Ypres, publié par J.L.A. Diegerick, archiviste. Tome VI. Dit belangryke deel begint met het jaer 1471 en eindigt met een diploma van 1495.
- Ontwerp eener levensschets van den Antwerpsche muziekdichter Jan-Frans-Joseph Janssens, door P. Génard. Antwerpen, J.-E. Buschmann. Met portret in-8o.
- Portefeuille de John Cockerill. 44-47 aflevering dezer hoogst nuttige verzameling.
- Verschenen te Napels, de X-XVIe afleveringen van het hoogstbelangryke werk: Le Case ed i monumenti di Pompei. Een aental fyngekleurde platen versieren deze voor de kunstenaren, zoo nuttige uitgave.
- Te Brugge by de wed. De Schuyver-Van Haecke: Jaerboek der koninklyke gilde van Sint-Sebastiaen, te Brugge. Een lezensweerdig boek met talryke platen versierd.
- Onder den titel van Revue d'Histoire et d'Archéologie, is te Brussel een belangryk tydschrift verschenen, waerover wy in een volgend nummer breedvoerig zullen spreken.
- Wy ontvangen den prospectus van een zeer belangryk werk, Doctor Beneke's nieuwe zielleer, zeer eenvoudig bewerkt door Doktor Kone, uit het Hoog- in het Nederduitsch overgezet door J. Blockhuis. Het werk zal omtrent 300 bl. beslaên en in vier afl. aen fr. 0.75 elk, den inschryveren toegezonden worden. Men schryft in by M. Blockhuis, hoofdonderwyzer te Schaerbeek.
Wy zyn overtuigd, dat het werk met volle kennis der zake, en met al de noodige zorgen voor tael, styl en duidelykheid zal bewerkt zyn.
- Om legen 15 April te verschynen: het Klaverblad, veertiendaegs tydschrift, onder het bestuer der heeren B.-J. Mees, Edw. Van Ryswyck en Van Ostaeyen. Elke aflevering zal 24 bl. in-8o bevatten en den inteekenaren tegen 20 centiem. gerekend worden. Men schryft in te Antwerpen, by Th. Hamilton en by de voornaemste boekhandelaren des ryks.