zoo als Palacky, den grooten geschiedschryver van Bohemen, Saffarik, den beroemden opsteller der Slavische Antikwiteiten, en der Slavische Letterkunde; Hanka den uitgever van het zoo bekende Königinhofer Handschrift, buiten deze veteranen, arbeiden eene menigte jongere, en frische talenten. Mikowec, de opsteller van het letterkundig tydschrift Lumir, schryft een werk over het Rudolphinisch tydvak en heeft twee goede dramas in het licht gezonden: Dimitr Ivanovich, en de Val der Premysliden. Ohéral is een voortreffelyk volksschryver; Kolar een veel belovend jong volksdichter, Pfleger, een ander jong dichter, gaf over korten tyd, zyne poësien uit onder den titel van Dumky; Vaclik, een vurig en talentvol journalist, houdt zich thans onledig met een fransch werk over de rechten van onafhanklykheid van Montenero; eene vrouw, Bozena Nemcova, is de schryfster van eigenaerdige volksromans, waervan byzonder hare Grootmoeder wordt geroemd; Fric schryft gedichten, dramas en vertaelt Schakspeare.
Ook bezit Praeg kunstenaren van een waer talent. Hellig schildert godsdienstige tafereelen in eenen reinen, edelen styl. Eveneens Kandler, doch deze behandelt ook onderwerpen uit de wereldlyke geschiedenis, en is tenzelfden tyde zeer gelukkig in het landschap Svoboda en Trenckwald versieren een der schoonste gebouwen van Praeg, den Belvedere, met onderwerpen ontleend aen de geschiedenis huns vaderlands; Manes, een eigenaerdig en phantastisch talent, houdt zich thans onledig met het Königinhofer Handschrift te illustreren. Deze verzameling der oudste slavische dichtwerken bestaet thans in alle slavische spraken; ook in het duitsch, het italjaensch, het engelsch, het hongarisch en is dezen zomer door de baronnes van Reinsberg in het fransch overgebracht geworden; dezer voorname duitsche schryfster werd in Praeg den wensch uitgedrukt of zy tevens eene vlaemsche vertaling van dit belangryk werk zou ondernemen; tot nu toe heeft zy voor verscheidene redens aen dit ontwerp geen gevolg kunnen geven, en onder anderen daer zy niet weet of dergelyke uitgave in Vlaenderen zou ontvangen worden.
- De heer Edward Trevendt, uitgever in Breslau, heeft vorig jarig onder den titel Argo een prachtig album in het licht gezonden, waervan de teekeningen gezamentlyk door Berlyner kunstenaren zyn verveerdigd. Wy vinden in dit werk de namen der heeren: A. Menzel, C. Arnold, C. Steffeck, W. Riefstahl, Th. Hosemann, L. Burger, A. Haun, O. Wisniewski, Ch. Hoguet, L. Löffler, J.E. Meyerheim. De bydragen van Riefstahl, Hosemann en A. Haun tellen onder de besten. De druk van W. Korn in Berlyn laet niets te wenschen over; doch ter uitzondering van eenige stukken, zoo als onder andere de Gedichten uit Venetië, door den te vroeg gestorven Schlesischen dichter Moritz graf Strachwitz, bezit het litterarisch gedeelte een minder belang.
De tweede jaergang der Argo, zal buiten von Meyerheim, bydragen bevatten van al de kunstenaren die in het eerste werkzaem zyn geweest; als nieuwe namen vinden wy diegenen der heeren Amberg, Gieb en Richter. De litteratuer wordt jammer meestdeels alleen door Berlynsche Dichters vertegenwoordigd.
- De klas der Schoone Kunsten by de belgische Akademie heeft de volgende prysvragen uitgeschreven:
Voor 1858: 1o Welke was in de middeleeuwen, de invloed der burgerlyke korporatiën op den staet der schilderkunst en op de rchiting, aen de werken der kunstenaers gegeven?
2o Welke is de invloed geweest dien de italiaensche en nederlandsche schilderkunst op elkander uitgeoefend hebben, sedert het begin der XVe eeuw tot den dood van Rubens? Aenduiden waerin deze invloed voor- en nadeelig aen de vlaemsche school is geweest.
3o Den samenhang opzoeken van de verschillige bouwkunden aller tyden, en de gemeenschappen welke bestaen kunnen tusschen de monumenten en de godsdienstige strekkingen en de politieke en maetschappelyke strekkingen des volks.
4o De geschiedenis van de wevery der muertapyten in de Nederlanden.
Voor 1859: 1o De geschiedenis van den oorsprong en voortgang der gravuer in de Nederlanden, tot het einde der XVe eeuw.
2o De gemeenschap van het volksgezang, in verschillige landen met den oorsprong van het godsdienstig gezang, sedert de inrchiting van het Christendom. Deze gemeenschappen bewyzen door gewrochten waervan de echtheid niet kan betwyfeld worden.
3o De geschiedenis der zegels, medaliën en munten in België, sedert de middeleeuwen tot het einde der XVIIIe eeuw.
De verhandelingen ter beantwoording op deze verschillige kwestiën, moeten aen het sekretariaet der Akademie gezonden worden vóor den 1en Juny van elk der twee aengeduide jaren, onder de gewoone voorwaerden; elken laureaet is een prys van 600 franken bestemd.
- De heeren Guffens en Swerts hebben de plaetsnêe laten uitgaen der Fries waermede zy de koophandelkamer der Beurs van Antwerpen hebben versierd. Dit werk strekt den kunstenaren tot eer, en wy wenschen, dat meerdere onzer schilders, even als zy, en als ons medelid, de heer Ed. du Jardin, tot de goede gedachten mogen komen hunne voortbrengsels in plaet te doen verschynen. De kunst moet door dergelyke uitgaven buiten twyfel groote voortschreden doen.
- De heer J.B. van Hemel, vikaris-generael van Z. Em. den Kardinael Sterckx, Aertsbisschop van Mechelen, heeft een boek in het licht gegeven dat in onze moedertael ontbrak en in alle vlaemschsprekende christelyke huisgezinnen met welkom zal ontvangen worden. Wy bedoelen het Boek voor allen, of de Mechelsche Cathechismus tot uitleggingen gebracht. Dit boek, eerst in het fransch uitgegeven, genoot overal een welverdienden byval, en zulks laet zich gemakkelyk verstaen: geen boek schynt ons beter geschikt om het godsdienstig onderwys te verspreiden en te ontwikkelen, dan het Boek voor allen. De gedachten zyn klaer en bondig voorgesteld, terwyl de spelling zuiver is. De prys van het Boek voor allen, dat wy allen vlaemschen katholieke huisgezinnen aenbevelen, is fr. 2.25; te Antwerpen is het verkrygbaer by J.B. van Aarsen, Beurzenstraet.
- Geschichte der liturgischen Gewänder des Mittelalters von Fr. Bock. 1 lieferung. Bonn verslag von Henry und Cohen. - Wy roepen de aendacht onzer kunstenaren en oudheidkundigen op dit belangryk werk, dat met ryk gekleurde platen versierd, ter studie der middeleeuwsche kleedy onontbeerlyk is.
- Verschenen: Emma, roman in 2 boekdeelen, door E. Brabanders. Antwerpen, by Hamilton, Sudermanstraet. Prys: 2 fr.
- Overbrengst van Egmonts stoffelyke overblyfsels in een nieuwen grafkelder; verslag aen de maetschappy van schoone kunsten en letteren, door Pr. van Duyse. Gent, by de gebroeders De Busscher. In-4o van 10 bladz.
- Er is te Hamburg een nieuw tydschrift verschenen, met name Nordische Blätter, dat vooral de opbeuring der nederduitsche (of platduitsche) lettertael in Noord-Duitschland ten doel heeft. De eerste aflevering begint met een zeer verdienstelyk stuk van den Oostdietschen dichter Quicborn.
- Aengekondigd: Plattdutsch Volkskalender voor 1858, uitgegeven door Fr. Dorr. Berlyn, Oranienburgstraet, 55. - Zoo veel mogelyk, zullen er alle dialekten van den Nederrhyn tot Sleeswyk-Holstein, van Pommeren tot in Vlaenderen in begrepen zyn.
Johan Van Rotterdam.