De Vlaamsche School. Jaargang 3
(1857)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 105]
| |
St-Michiels en Ste-Goedele's kerk te Brussel.Gelyk wy in een onzervroegere artikels hebben aengeteekend, kennen wy twee grondbeginsels die onze voorvaderen hebben geleid by het stichten der weêrgalooze kunstwerken waermede zy onzen geboortegrond hebben opgeluisterd: eerbied voor de godsdienst; liefde voor de vryheid. Aen beide edele gevoelens, heeft men de twee overheerlyke gedenkteekens te danken, welke de tweede hoofdstad van Braband versieren. Met fierheid biedt Brussel den vreemdeling zyn prachtig stadhuis, terwyl het met niet minder trots zyne Goedele's kerk aen de bewonderaers des ogivalen bouwtrants vertoont. Aen het eerste dezer gebouwen hebben wy reeds eenige woorden toegewyd; thans willen wy ons met de Goedele's kerk bezig houden, welke niet minder dan het stadsraedhuis onze bewondering verwekt. Deze tempel, welke eerst den heiligen aertsengel St-Michiel was toegewyd, verkreeg den naem van Ste-Goedele, wanneer de overblyfselen dezer heilige, welke vroeger te Mortzel hadden berust, onder de regering van Lambrecht-Balderik, graef van Leuven, naer de St-Michielskerk werden overgebracht. Ten jare 1220 nam men het besluit den ouden tempel te herbouwen, doch by gebreke aen de noodige geldmiddelen, was men verplicht de werken zeer traegzaem voort te zetten. Eerst in den loop der XVe eeuw zag men den gevel en de torens optrekken, welke jammerlyk genoeg tot nu toe onvoltooid zyn gebleven. Doch ofschoon onvoltrokken, mag men dezen gevel onder de heerlykste werken rekenen, welke de ogivale bouwtrant heeft voortgebracht. ‘Het groot portael en de torens zegt de geleerde heer SchayesGa naar voetnoot(1), zyn buiten twyfel het merkweerdigste gedeelte des gebouws. Gesticht in den schoonsten ogivalen styl des derden tydvaks der XVe eeuw, en op eenen breeden trap verheven, vertoonen zy zich onder de indrukwekkendste vormen, en schynen in eeniger wyze, doch met meer pracht van versiering, de gedaente dier voorportalen der tempels van het oude Egypte te doen herinneren.’ Eene breedvoerige beschryving hoeven wy van het prachtige gebouw niet te geven, by de plaet aen het hoofd dezes artikels gesteld; alleenlyk zullen wy hier aenstippen dat de bouwmeesters Gilles Goes, Hendrik De Mol, Jan Van Ruysbroeck en Jan Van der Eycken, die in de vyftiende eeuw de werken des opbouws bestuerden, eenen naem hebben verworven welke van nageslacht tot nageslacht met eerbied verdient uitgesproken te worden. Ryk aen vaderlandsche herinneringen, was echter de geschiedenis der St-Goedele's kerk, even als die van zoo vele andere nationale gebouwen, van het volk weinig gekend. Geerne melden wy dus dat de koninklyke Akademie van Letteren en Wetenschappen van België, in hare zitting van 9 january 1851, het volgende ontwerp van opschrift voordroeg welk zy voorstelde op den gevel des tempels te doen plaetsen. | |
St-Michiels en Goedele's kerk, gesticht door Lambrecht Balderik, graef van Leuven. Gewyd in 1047.
| |
[pagina 106]
| |
de linker zybeuk en de twee voorzyden van den linker kruisbeuk, het groot portael en de torens (ogiv. styl van het 3e tydvak). P. Schats. |