ring ervan vereeuwigd werde. Een oproep aen 's lands redenaren werd vlytig beantwoord en de uitslag van den kampstryd was dat Vanderpalm als laureaet werd uitgeroepen. Het stuk, dat hy inleverde, verraedt gewis veel schoonheid en levendigheid van voorstelling, maer verliest doorgaens by eene nadere lezing in verdiensten, vermits, in een oogenblik van algemeene begeestering opgesteld, het misschien alleen, tusschen alle de andere gewrochten van Vanderpalm, niet teenemael van gezwollenheid vry te pleiten is. Al is deze lofspraek niet van opmerkingen ontbloot, beantwoordde Vanderpalm's gedenkschrift aen de edele bedoelingen van den echten vaderlander, die deszelfs verschyning begunstigde, en zullen de oogmerken, die er in opgesloten zyn, ongedeerd, als een goed erfdeel, tot het
nakomelingschap overgaen.
Vanderpalm, die niet alleen aen het hoofd der redenaren schitterde, maer ook eenen eersten rang tusschen de Nederlandsche geleerden bekleedde, bleef tot het laetste oogenblik werkzaem en beieverde zich de kolossale scheppingen van zyn vernuft te voltooijen en het reusachtige marmerblok af te werken, waeraen hy zulk eenen uitstekenden vorm had gegeven. Hoog bejaerd, ontviel hem eindelyk de pen en met haer was zyn kracht gebroken; op het laetste van 1850 verliet zyne groote ziel het stoffelyke der aerde om in hooger sferen een zalig leven te ontmoeten. Sint Pieterskerk te Leyde nam zyn overschot op. Wie dezen majestalischen tempel binnentreedt, blyft onwillekeurig en opgewonden staen by een eenvoudig gedenkteeken, ter eere van den grooten kanselredenaer opgericht.
Als wy nu Vanderpalm voor de balie oproepen, moeten wy bekennen dat tusschen hem en de overige redenaers van Nederland er byna niets gemeens bestaet, of liever dat alles verschillend is. God, dood en eeuwigheid, zie daer dry woorden, die men by allen ontmoet en naest welke men niets meer dient te voegen, zoo welsprekend zyn zy in zich zelf. Maer, hoor ze in den mond van Vanderpalm en gy zult beven van schrik alsof hadde u een bliksemstrael neergeveld. En waerom dit verbazend effekt? Omdat Vanderpalm niet op zyne hooge geleerdheid steunt, maer in zyn persoonelyk karakter, in de waerheid der natuer zyne betrachtingen zoekt en zyne beeldingen put; omdat, innig overtuigd dat ten opzichte zyner aenhoorders by geen mensch meer is; hy begrypt dat zyne ouderwerpen schoon zyn gelyk de schepping, onmetelyk gelyk het ruim en verheven gelyk God. In de afgronden des Oceaens nederdalende, ondervraegt hy het kleinste schelpje en ten hemel opklimmende, aenschouwt hy het immer glansende licht om uit zyn onderzoek gevolgtrekkingen af te leiden die zoo logiek als grootsch en glinsterend zyn; het stof der eeuwen schudt hy om en roept de voorgaende geslachten voor het gerechtshof der geschiedenis om, door de belydenis hunner misslagen en het voorbeeld hunner deugden, de nieuwere te leeren en te stichten. Achter de schrikbare majesteit des heiligdoms verdoken, doorgrieft hy het hart des aenhoorders door de kracht zyns woords en rand de euveldaden aen van den ryken, even als van den armen, die beide onder den zweepslag zyner hekeling ootmoedig den nek buigen.
Schitterend in zyne voordracht, drukt Vanderpalm altyd zyn gedacht uit met zulke helderheid en juistheid, dat het zich onuitwischbaer in het geheugen print. Nooit treft men by hem de grillige sprongen aen die een beweegbare geest soms maekt; altyd effen en glad, loopt hy nooit blindelings voort, maer wendt de oogen nimmer af van het doel dat hy op voorhand afteekent en zelden mist. Wat hy dan ook zegge of schryve, men blyft als verstomd stil staen by Vanderpalm's verhevenheid en begeestering, by de uitgestrektheid van zyn vruchtbaer en onstuimig vernuft. Wie zyne werken leest, weet niet wat hy het meest bewonderen moet of de diepzinnigheid zyner denkbeelden, of zyne onverwinbare redeneringskracht of zyne bovennatuerlyke inbeelding en voelt zynen geest verward, als Vanderpalm hem tot hoogere sferen opvoert en rondleidt in den doolhof der metaphysiche betrachtingen. Alles by hem loopt te zamen om de overtuiging in aller harten te gieten: hier barst hy los als een donder te midden eener zwaerbenevelde lucht; dáer, door beredeneerde afleidingen, maekt hy de waerheid begrypelyk en trekt hy u onwillig tot harer belyding. Vol kracht maer eenvoudig, vereenigt hy dingen, die men als onmengbaer beschouwde: begeestering, inbeelding en eene onmiskenbare kennis der kunst, die niet alleen op de natuer steunt, maer zelfs eene volledigere natuer uitmaekt.
Indien Vanderpalm de echte middels bezigde om tot een beredeneerde overtuiging te geraken, wist hy ook meesterlyk zyn bestek op te vatten en op stevige grondstelsels te vestigen. De minste byzonderheden loopen tot het gekozen middelpunt byeen en brengen aldus tot de overeenstemmigheid en de volmaektheid van het geheel by. Eens dat hy de baken op zynen weg geplaetst heeft, zyn alle zyne voetstappen die der rede zelve, en al de mindere denkbeelden, als zoo vele gevolgtrekkingen van algemeene grondregels, die zich onderling ter hulpe roepen. Eenvoudig zonder laegheid en verheven zonder gezwollenheid, zoekt hy eerder een welsprekend tafereel op te hangen dan wel te schitteren door de glinsters van eenen verfynden geest. Diep doordrongen van zyn gedacht, ontbloot hy het teenemael en stelt het onbeneveld voor; hy drukt het niet uit, maer schildert het met de helderste kleuren. Wat hy dan ook voele of denke, het woord volgt immer zyne aendoening met al de lieftalligheid en edelheid die den zin vereischt.
Iemand, die zulke verheven hoedanigheden vereenigt, mag men zeker wel op den eersten rang dezer Nederlandsche