gemaekt van de geschriften en andere byzondere kenteekens in en aen gebouwen. Honderden grafbeelden, in hunne met onvergelykelyke trouw en volledigheid uitgedrukte kostumen, lagen voor de beschouwing en studie onzer geschiedschryvers en schilders van de latere eeuwen bloot; en toch begint de kennis van het middeleeuwsch kostuem in onze dagen pas veld te winnen; toch vergaept men zich nog heden aen den moyen àge panaché van De Marchangy, Creuzé de Lesser en Walter Scott, ja van de duitsche romanschryvers en dramatisten van het laetst der XVIIIe Eeuw. Duizende geslachtlysten met de betrokken wapens lagen in onvergankelyk steen in de vloeren onzer kerken te lezen - en hoe weinig werks is er nog van de toch vaek zoo belangryke geschiedenis der vaderlandsche familiën gemaekt! Mogen de kostelyke en toch goedkoope werken, hier aengekondigd, met hun neêrlandschen en franschen text, en zuivere afbeeldingen, niet slechts van wapenen, maer van geheele graftomben, ja van geschilderde vensters enz. er het hunne toe bydragen, om in de genoemde leemte te voorzien. En mocht men eerlang ook in Noord-Nederland tot de uitgave van zoodanig werk overgaen. - Van het antwerpsche ziet reeds een deel van 500 bladz. met ca 1500 grafschriften het licht.’
- M. Aug. Clavareau, een bekend dichter, die vroeger het gedicht Nova Zembla, van Tollens, alsmede andere voortbrengselen van dien hollandschen volksdichter, in het fransch vertaelde, heeft dezer dagen, onder den titel l'Enfant du Pauvre, het gekende stuk: By de Wieg van het kind des armen, van Jan Van Beers, in fransche verzen overgebracht.
- De gentsche toonzetter P. Gevaert doet in het Groot-Opera, te Parys, een nieuw opera in dry bedryven repeteren.
- In het amerikaensch dagblad: the New-York Tribune van den 16 december ll., leest men het volgende:
‘Vertellingen uit het vlaemsch leven, door Hendrik Conscience. De zoo vaek beleedigde vryheid van drukpers heeft in België eene byzondere herleving der letterkunde tot stand gebragt. Onder de kloekste en vernuftigste schryvers der nieuwe belgische letterkundige school, prykt Hendrik Conscience. De zuiverste vaderlands liefde heeft zyn vernuft gelouterd, en het zoete en eenvoudige huiselyke leven der Nederlandsche velden wordt op zyn behagelykste beschreven in de engelsche vertaling der werken van H. Conscience, die by de boekverkoopers Dix, Edwards en Ce alhier (New-York) te vinden zyn.’
- Men leest in de Gazette van Gent: Het voorstel van den heer Ad. Dubois, om al de stedelyke reglementen in het vlaemsch en in het fransch op te stellen en beide teksten officiëel te verklaren, is door den raed (der stad Gent) met eenparige stemmen aengenomen.
Wy hadden den wensch uitgedrukt dat het vlaemsch alleen als officiële tael voor de reglementen zou aengenomen zyn geworden; maer de behendige en billyke manier, waerop de moeijelykheden van het bestaen van twee officiële teksten door de beslissing van den raed weggeruimd wordt, zal aen alle Vlamingen voldoening geven, en wy ook verklaren er ons over voldaen.
De achtbare verslaggever heeft met nadruk gewezen op de onrechtveerdigheden, die er voortspruiten uit het uitsluitelyk gebruik vóór de rechtbanken van eene tael die door de overgroote meerderheid der bevolking niet verstaen wordt. Wat hier ingebracht wordt by gelegenheid van stedelyke reglementen, mag ook gelden voor gewigtigere rechtszaken, en wy bevelen de woorden van den heer Dubois aen elks aendacht, om te bewyzen dat de flaminganten, wanneer zy van verdrukking spreken, niet zoo onrechtveerdig klagen als velen beweeren.
De heer de Baets heeft met behendigheid deze gelegenheid te baet genomen om nog meer te bekomen dan men verwachtte: op zyne interpellatie, heeft de heer Burgemeester verklaert dat voortaen niet alleen de reglementen, maer al de officiële stuks in het vlaemsch en in het fransch zullen opgesteld en afgekondigd worden.
De stedelyke raed van Gent heeft hier een gelukkig voorbeeld gegeven, en wy hopen dat het vruchten zal dragen. Antwerpen, Brugge, Brussel, immers de meeste onzer vlaemsche steden, bevinden zich in den zelfden toestand als Gent. Een enkel raedslid heeft daer alleen te herhalen wat de heeren Dubois en de Baets in onzen raed over de onregtveerdigheid van het verstooten der landstael uit de stedelyke besturen ingebracht hebben, en niemand gewis zou de billykheid dier opmerkingen durven of kunnen betwisten.
De kwestie van het fransch tooneel is in den raed ook in het breede behandeld. Uit de beraedslaging blykt dat onze fransche scène en verre af is zedelyke en stoffelyke waerborgen op te leveren. Deze omstandigheid zou door ons vlaemsch tooneel gunstig geëxploiteerd kunnen worden; dat men aen hetzelve eene goede zedelyke en nationale strekking geve, en wie weet, met den volksbyval dien het geniet, of elke steen die van den franschen schouwburg afbrokkelt, niet zal kunnen dienen om hier een echt nationael tooneel op te richten?
- De drukker I.S. Van Doosselaere, te Gent, heeft van den heer Minister van binnenlandsche zaken een zeer vleijenden brief ontvangen over zyne uitgave der Gedichten van K.L. Ledeganck, waerin die hooge ambtenaer die uitgave als: ‘een meesterstuk van drukkunst en de aenmoediging van het Staetsbestuer allerweerdigst erkent, en hoopt dat ze in de Bibliotheek van elken beminnaer der vlaemsche tael zal pryken.’
- In den tooneelkundigen pryskamp der maetschappy de Wyngaerd, te Brussel, zyn de stukken ingezonden welker titels en kenspreuken hier volgen:
DRAMAS. - No 1. D'edelmoedige vergeving, tonneelspel met zang in 5 tafereelen. Kenspreuk: His vitiis, enz. - No 2. Walter de Toonkunstenaer, drama in 3 bedryven, met kenspreuk: Een goed tooneel is de beste school ter beschaving van een volk. - No 3. Olivia tooneelspel in 3 bedryven en 4 tafereelen. Kenspreuk: Het einde kroont het werk. - No 4. Twee naeisters, burgerdrama in 3 bedryven. Kenspreuk: Vlaemsch tooneel. - No 5. De zoon des beuls, vaderlandsch volksdrama in 3 bedryven. Kenpreuk: Eene kleine bladzyde uit onze groote geschiedenis. - No 6. De familie Brouwers, tooneelspel in 3 bedryven. Kenspreuk: Het tooneel is eene school. - No 7. De Kantoorklerk, drama in 5 bedryven en 6 tafereelen. Kenspreuk: Arts et amicitia. - No 8. Een gevaerlyke vriend, drama in 3 bedryven. Kenspreuk: Hopen doet leven.
BLYSPELEN. No 1. Dry dagen achter het slot, geschied-blyspel met zang in 1 bedryf. Kenspreuk: Boter is beter, maer niets is minder. - No 2. Eene kopliefde, blyspel met zang in 1 bedryf. Kenspreuk: Libertas. - No 3. De kanarievogel-liefhehber, blyspel met zang in 1 bedryf. Kenspreuk:
‘De wereld is een speeltooneel.
Elck speelt zyn rol en krygt zyn deel.’
No 4. Schyn bedriegt, of de terugkomst in het vaderland, blygeestig tooneelspel met zang, in 2 bedryven. Kenspreuk: Iedereen naer zyn vermogen. No 5. De gelukzoeker, vaudeville in 2 bedryven. Kenspreuk: Ne insultes miseris. En verdruk nooit de ellendigen. - No 6. De oude vrysters, blyspel met zang in 2 bedryven. Kenspreuk: Flämisch soll es sein.
Johan van Rotterdam.