Kunst- en letternieuws.
Zondag 26 en maendag 27 october was in den Cercle artistique van Antwerpen eene nieuwe schildery van Hendrik Leys ten toon gesteld. Gedurende deze twee dagen stroomde de antwerpsche bevolking naer het aengeduide lokael heen, om er het nieuwe meesterstuk van den gevierden kunstenaer te bewonderen.
Een meesterstuk mag men het noemen. Leys heeft zich in dit tafereel op nieuw op de hoogte getoond, welke hy door zynen zegeprael in de wereldtentoonstelling te Parys heeft verworven. Het tafereel stelt een tooneel uit Faust voor: Grietje, die met hare moeder den tempel verlaet. Hoe schoon, hoe treffend heeft de kunstenaer dit oogenblik afgebeeld! Ja, dit is Margrietje wel, de eenvoudige burgersdochter, ons door Goëthe zoo meesterlyk beschreven! Hoe zedig stapt zy uit den tempel des Heeren, nog vol van het gebed dat zy, een oogenblik geleden, ten hoogen hemel zond. De ongelukkige, zy waent niet dat de Hel reeds onder hare voeten brandt; dat zy, onnoozel schepsel, zal vallen onder de strikken van Mephistopheles! Leys heeft zich niet alleen als schilder, maer ook als denker doen onderscheiden. Hy heeft aen de helden van Goëthe een lichaem, een wezentlyk bestaen gegeven. Lokale toon, studie der voorvaderlyke zeden en gebruiken, niets ontbreekt aen dit tafereel, dat als eene ware afspiegeling der middeleeuwen mag beschouwd worden.
Voeg by deze hoedanigheden al de kracht welke het penseel van Leys bezit; eene kleur zoo frisch, zoo krachtig, dat zy de vergelyking met de werken der school van Van Eyck mag onderstaen, en men zal zich eenigzins een denkbeeld kunnen vormen der heerlyke schepping des antwerpschen meesters.
Om eene volledige beschryving der laetste schepping van Leys te geven, zouden wy er een afzonderlyk artikel moeten aen toewyden. De redaktieraed der Vlaemsche School was eerst voornemens dit te doen; doch hy heeft gedacht dat Leys eene grootere hulde van zynentwege verdiende. Hy meldt dus met genoegen dat een zyner leden zich met de levensbeschryving dezes kunstenaers onledig houdt. Dit letterkundig voortbrengsel, dat eene volledige studie der schilderwyze van Leys bevat, zal, naer allen schyn, weldra het licht zien.
- De groote hollandsche volksdichter H. Tollens, Cz., is den 22 october, te Ryswyk, by Rotterdam, overleden, in den gezegenden ouderdom van 76 jaer, terwyl hy zich bezig hield, volgens men zegt, met het nazien eener proeve zyner werken. Den dag te voren had hy nog een vierregelig vers geschreven in het album eener dame uit 's Hage, die zich by toeval te Ryswyk bevindende, den beroemden dichter een bezoek had gebracht.
Op 25 october daeraen volgende, werd het lyk van den grooten dichter, in het dorp waer hy den geest gaf, naer het graf gedragen. ‘Eenvoudig zoo als de dichter was in zyn leven en in zyne werken, zoo eenvoudig was ook zyne begrafenis,’ zeggen de hollandsche bladen. Zyn stoffelyk overblyfsel werd ten 12 ¼ uren, door twaelf van de deftigste burgers der gemeente ten grave gedragen. De zonen en kleinzonen van den overledene volgden de baer, gevolgd door den burgemeester, een 50tal heeren uit verschillige steden, meest allen schryvers, schilders, beeldhouwers, komponisten en afgeveerdigden van letterkundige genootschappen, die twee aen twee den lykstoet volgden. Achteraen stapte eene talryke volksmenigte diep ontroerd en ingetogen; verders nog de heeren Mensinger en Le Comte, bestierders van onderwys-gestichten, met al hunne leerlingen. Toen de kist boven het graf was geplaetst, werden achtervolgens lykredens uitgesproken of rouwdichten gelezen door de heeren Van den Bergh, Molster, Benninck, Janssenius, Klein en Withuis.
Aen Tollens zal, by inschryving, een nationael gedenkteeken worden opgericht.
- Het nieuw werk van den genschen toonzetter Gevaert, een groot opera in dry bedryven, waervan de eerste vertooning in de maend january aenstaende in het Groot Opera te Parys zal plaets grypen, heeft tot voorloopigen titel: Sirena. Men zegt op voorhand veel goeds van dit werk.
De heer Girod, muziekuitgever te Parys, geeft op dit oogenblik de volledige verzameling uit der operas van Grétry, met pianobegeleiding. De prospectus meldt dat de heer Gevaert met de verveerdiging der begeleiding is gelast. Men ziet dus dat de verdiensten van den befaemden componist meer en meer op prys worden gesteld.
- Verschenen - De Dietsche Warande, tydschrift voor nederlandsche oudheden en nieuwere kunst en letteren. Tweede jaargang, bestuurd door J.A. Alberdingk-Thijm, No 5, september en october. Deze aflevering bevat: Het nieuwe monument te Amsterdam, door J.A. Alberdingk-Thijm. - Ontvangst van Maria-Anna van Oostenryck te Nymegen. Een eventijdig opstel medegedeeld door Edw. Van Even. - De Grimbergsche oorlog. - Nederlandsche dramatiek. - Wandalisme- en Pedantisme-bibliographie. - Mengelingen.
De heer Alberdingk Thijm zet met moed de moeijelyke taek voort welke hy heeft ondernomen. De Dietsche Warande is een tydschrift dat eene plaets verdient in de bibliotheek van iederen geleerde. Het fransch gedeelte dat er sedert korten tyd is bygevoegd, stelt ook de zuidernatiën in staet dit tydschrift met vrucht te raedplegen.
Johan Van Rotterdam.