De Vlaamsche School. Jaargang 2
(1856)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– Auteursrechtvrij
[pagina 127]
| |
de plaetselyke overheden, de voornaemste kunst- letter- en zanggenootschappen der stad waren er vertegenwoordigd. Twee redevoeringen werden uitgesproken: de eerste, in het fransch, door den heer N. de Keyser, bestuerder der koninklyke Akademie van Antwerpen, de andere in het vlaemsch, door den heer L. Gerrits, letterkundige. De Antwerpsche Liedertafel, onder het geleide van den heer Kiven, zong er een fraei choor, welks woorden voor de omstandigheid door den heer J. de Geyter waren verveerdigd. Toen de sluijer die het beeld omhulde, nederviel, ontstond er een lang gejuich en handgeklap onder de menigte. Na twee eeuwen was de plicht van erkentenis gekweten die Antwerpen aen den grooten kunstenaer was verschuldigd, dank zy zulks aen de edele gevoelens des beeldhouwers Leonard de Cuyper, die zyne vaderstad met dit heerlyk voortbrengsel zyns talents heeft begiftigd. Z.M. geweerdigde zyne hooge tevredenheid over dit merkweerdig werk aen den beeldhouwer uit te drukken. De bevolking van Antwerpen van haren kant wilde hare hulde aen den kunstenaer bewyzen: een prachtig zilveren vergulde beker, door den heer Verschuylen gedreven, werd hem door voorname voorstanders der kunst plechtiglyk opgedragen. Een fraeije gedenkpenning, te dezer gelegenheid geslagen, verbeeldt ter eener zyde het borstbeeld des konings, ter andere het standbeeld van Van Dyck. Mocht het voorbeeld des heeren de Cuyper talryke navolgers vinden, dan zou ons vaderland eerlang jegens meer zyner beroemdste zonen eenen groeten plicht kunnen kwyten. - Wy vernemen met genoegen dat de heer Leonard de Cuyper tot ridder der Leopoldsorde is benoemd. - Op zondag, 6 july, is te Aelst, in tegenwoordigheid van den hertog en de hertogin van Braband en andere hooge persoonaedjen, het standbeeld van Dirk Martens ingehuldigd. Het is het werk van den heer J. Geefs, dat den lande een grooten kunstoefenaer te meer belooft. Het Verbond van Aelst geeft er de volgende beschryving van: ‘Martens is verbeeld met de universitaire toga, welker wyde plooijen statig nedervallen; de linkere hand drukt hem tegen de borst een exemplaer van het Speculum conversionis peccatorum; de rechter hand houdt een van die grieksche karakters waermede hy het eerst de boekdrukkunst begiftigde. Het hoofd, allerschoonst van uitdrukking, is ernstig en mymerig; men vindt er gereedelyk den man van studie en den uitvinder in. Rechts aen de voeten herinnert eene pers het bedryf van den beroemden Aelstenaer. Het geheele van het beeld draegt den stempel van eenvoud en grootheid, die by den eersten oogopslag indruk maekt, en zeer wel overeenstemt met den bouwtrant van het oud Stadhuis, dat achter het standbeeld opryst. ‘Het voetstuk, dat nog niet geheel is afgewerkt, is verveerdigd door den heer Laureys, bouwmeester, oud-laureaet van het konkoers van Rome. Op de voorzyde staet een latynsch opschrift, waervan men eerlang deze vlaemsche vertaling aen den achterkant zal plaetsen: ‘Ter eere van Dirk Martens, van Aelst, welke de eerste België begiftigde met de boekdrukkunst, opvolgelyk werkhuizen inrichtende in zyne geboortestad, te Antwerpen en te Leuven, en die, niet alleenlyk door zyne latynsche, grieksche, hebreeuwsche en in andere talen gedrukte uitgaven, maer ook door zyne schriften en zyn professorschap ter hoogeschool van Leuven, een eeuwigdurenden roem verdiende, heeft de stadsraed en de bevolking van Aelst dit gedenkteeken opgericht met de penningen van den Staet en van de byzonderen. 1856.’ - Op den 16 july laetstleden heeft te Haerlem de onthulling van Royer's standbeeld van Laurens Coster, den uitvinder der boekdrukkunst, met vele plechtigheid plaets gehad. Onze medewerker Van Duyse en de heer Ph. Van der Haeghen, lid der maetschappy der Bibliophilen, woonden dit feest by. - Ter gelegenheid der vyf-en-twintigste verjaring van 's konings troonsbeklimming, hebben er menigvuldige benoemingen en bevorderingen in de Leopoldsorde plaets gehad. Onder deze bemerken wy: Commandeur: Gallait, schilder te Brussel. - Officieren: H. Conscience, letterkundige, te Antwerpen; T. Suys, bouwkundige, te Brussel; Wiertz, schilder te Brussel. - Ridders: Eug. de Block, kunstschilder, te Brussel; Durlet, bouwmeester, leeraer by de koninklyke Akademie van Antwerpen; Verzwyvelt, kopergraveur, te Antwerpen; F. Kervyn de Lettenhove, lid der koninklyke Akademie, te Brugge; G. Busschop, toonzetter, te Brugge; de Craene, bouwkundige, te Doornik; Hendrickx, teekenaer, te Brussel; P. Lauters, schilder, bestierder der teekenschool, te Namen; Robert, schilder, te Brussel; L. Suys, bouwkundige, te Brussel; P. Gevaert, toonzetter, te Gent; Soubre, toonzetter, te Brussel. - Eenige dagbladeren hebben, met of zonder recht, het feit gehekeld, dat het banket door de nationale vertegenwoordiging te Brussel den Koning aengeboden, ter gelegenheid der vyf-en-twintigste verjaring zyner troonsbeklimming, aen vreemdelingen was toevertrouwd geworden. Op dit feestmael prykte echter een kunststuk door een Belg verveerdigd, dat wel verdiende gemeld te worden en waervan echter weinig of geen gewag is gemaekt geworden, tenzy door de Antwerpsche bladeren, die eenstemmig het kunststuk hebben geroemd. Wy bedoelen het allegorische stuk, in suikerwerk verveerdigd door den Antwerpschen kunstnyveraer M. Desiderins Van Spilbeeck, voorstellende: België's bloei onder de regering van Koning Leopold I. Dit merkweerdig kunstgebak was in alle deelen weerdig van het plechtig feest waertoe het was bestemd: verbeeld u een recht monument in suiker, ter hoogte van twee meters op eene breedte van anderhalven meter. Op het voetstuk waerop het rust, zyn in bas relief de groote vryheden en de schoone privilegiën, door de Grondwet gewaerborgd, afgebeeld: de vryheid der drukpers, de vryheid der godsdienst, de vryheid van onderwys, de gelykheid der Belgen voor de wet, het alles opgeluisterd door 's lands nationale kleuren en de namen der leden van het voorloopig Staetsbestuer en het Nationael Congres. Op dit voetstuk verheft zich majestatisch een boog, saêmgesteld uit vyf en twintig steenen, het getal der tot nu toe verloopene jaren sedert 's Konings inhuldiging. Deze boog, zinnebeeld van het in ons land op vaste gronden gevestigde koningdom, dient tot schut van een op een leeuw zittend beeld, België in 1830 voorstellende. Een dubbele rei trappen leidt van het voetstuk tot het hoogste deel van dit gebouw. Op deze trappen rusten de wapenschilden, de zinnebeeldige teekens en de kunst- en nyverheids-voortbrengsels onzer negen provintiën. Braband is voorgesteld door de pracht en de kunsten, Antwerpen door den koophandel en de kunsten, Luik door zyne fabriek-voortbrengselen, werk- en krygstuigen, Oost-Vlaenderen door zyne bloem- en vruchtkweekery, West-Vlaenderen door de vischvangst en den akkerbouw, Henegauwen door de voortbrengselen zyner mynen, Namen door zyne messenmakery en andere yzeren en stalen voortbrengselen, Luxemburg door de jacht, Limburg door de zinnebeelden van het herdersleven en den veeteelt. Banieren met de nationale kleuren hangen met hunne vlottende plooijen over de zinnebeelden en kenteekenen des overvloeds. Op het top van het gedenkstuk en het gansche gebouw bekroonend, verheft zich, met den koninklyken mantel omhangen, het beeld van den vorst, wiens gelukkige regering zoo zeer heeft bygedragen tot de ontwikkeling der bronnen onzer welvaert. Vier symbolische beelden, de Wysheid, de Vooruitgang, de Vrede | |
[pagina 128]
| |
en de Overvloed, zyn rond het voetstuk geschaerd, waerop de portretten van den hertog en de hertogin van Braband, de graef van Vlaenderen en vorstin Charlotte pryken. Twee andere allegorische beelden, de Senaet en de Kamer der volksvertegenwoordigers voorstellende, bevinden zich, aen de twee uiteinden van het gedenkteeken, op voetstukken die de namen dragen van al de ministers sedert 1830. Deze twee heelden en dit des konings stellen de dry groote machten van den Staet voor. De volgende jaerschriften, door den eerw. heer Ch. Van den Nest, priester, verveerdigd, volledigen de bediedenis van dit kunstwerk: eXVLtant beLgae - faVstIssIMa qVInqVe phaseLos Dit keurig werk, wy herhalen het, was allezins weerdig de koninklyke tafel te versieren en strekt het vernuft des kunstnyveraers die het heeft uitgevonden en verveerdigd, tot eer. - Op vrydag en zaturdag, 15 en 16 oogst, werd het vyfde Tael- en Letterkundig Kongres te Antwerpen gevierd. Onder de groote noord-nederlandsche schryvers die deze plechtigheid bywoonden, bemerkte men de heeren van Lennep, de Vries, de Jager, Jonckbloet, enz. enz. De belangryke zaken, in dit Kongres besproken, zullen in een afzonderlyk boekdeel beschreven worden. - Op de prysvraeg van het Nederduitsch Taelverbond, luidende als volgt: korte geschiedenis der Nederlanden sedert den afstand van Keizer Karel tot de troonsbeklimming van Albert en Isabella, zyn dry stukken ingekomen; doch geen is den uitgeloofden prys van dryhonderd franks weerdig gekend, dewyl zy aen de byzonderste voorwaerde: ‘nauwkeurigheid van styl en voordracht,’ niet voldoen. Aen het stuk No 3, met kenspreuk: Qvantus tremon est futurus, enz. waervan de heer Jan Bruylants, van Antwerpen, zich als de schryver heeft doen kennen, is door den jury eene belooning van honderd francs toegestaen. - De muziek van het opera Willem Beukels, van de heeren Eug. Edm. Stroobant en Willems, dat tydens de laetste feesten te Brussel werd opgevoerd, en waervan wy in ons vorig nummer gewaegden, werd verveerdigd door den gunstig gekenden vlaemschen toonzetter Gregoir. - Op verzoek van verscheidene schryvers, heeft de koninklyke maetschappy van Rhetorica, te Nieupoort, besloten, het tydstip der inzending van de antwoorden in poëzy of proza op het eerste onderwerp harer prysvraeg: Over den invloed der vyf-en-twintigjarige regering van koning Leopold op de beschaving der Belgen, te verlengen tot den 15 september eerstkomende. - De opstellers der reeds ingezondene stukken mogen ze terug vragen, indien zy er veranderingen wenschen aen toe te brengen. - In den wedstryd voor tooneelstukken, door de Maetschappy van Rhetorica, te Rousselaere, uitgeschreven, zyn zes dramas en vyf blyspelen ingekomen. Tot rechters zyn benoemd de heeren letterkundigen A. Angz. Angillis, te Rumbeke, Van Biesbroeck, te Langemark, en Renier, te Deerlyk. - De heer F. Rens heeft eenen uitnoodigingsbrief laten uitgaen, waerin hy de medewerking der vlaemsche letterkundigen verzoekt voor het vier-en-twintigste deeltje van het Nederduitsch letterkundig Jaerboekje. In andere woorden zegt deze uitnoodigingsbrief juist het zelfde als in vroegere jaren. De bydragen worden verzocht voor het einde der loopende maend augustus, aen het adres van den verzamelaer, Plottersgracht, 6, te Gent. - De fransche vertaler der volledige werken van Hendrik Conscience, M. Léon Wocquier, leeraer by de hoogeschool van Gent, houdt zich thans bezig met het vertalen van den roman de Dochter des Visschers, door Johan Van Rotterdam, waermede deze letterkundige verleden jaer den eersten prys behaelde in den letterkundigen pryskamp der Gazette van Gent. Deze vertaling zal te Parys het licht zien. - De koning heeft, met genoegen, zoo luidt de aenkondigingsbrief, de hem aengeboden opdracht aenveerd van een vlaemsch werk, ten titel voerende: Een speelreisje in België, bevattende schilderachtige en geschiedkundige beschryvingen der landstreken en nationale gedenkstukken, zeden, gebruiken en instellingen, levensschetsen van beroemde Belgen, enz., door J.J. Steyaert, hoofdonderwyzer by stads kostelooze scholen te Gent. - Het prospectus van dit werk, hetwelk ongeveer 250 blz. zal beslaen, zal eerlang verschynen. - Verschenen. - De vyf en-twintigste verjaerdag der inhuldiging van zyne Majesteit Leopold I, koning der Belgen, door W. Palmers. Brussel, drukkery van Henri Samuel, Hulpstraet, 7 voorstad van Keulen. 21 july, 1856. - De heer Gevaert, van Gent, de beroemde toonkundige, onlangs tot ridder der Leopoldsorde benoemd, heeft een vlaemsch boek geschreven over den Gregoriaenschen zang. Dit werk is dezer dagen verschenen en wordt door deskundigen als een werk van diepe geleerdheid geroemd. - Verschenen by Th. Hamilton, te Antwerpen: De Jonker van Roderycke, drama in dry bedryven, naer het oorspronkelyk verhael van J.B. Christenmeyer, door F. Van Bochout. - By J. Van Doosselaere, te Gent, is verschenen: Lofspraek op Antoon Van Dyck, door C.J. Hansen: prys 50 centiemen. Een boekje van 24 bladzyden, waermede de schryver den eersten prys behaelde in den letterkundigen pryskamp van Nevele, en dat thans door het Willemsfonds is uitgegeven. - Noord en Zuid. - Akademische Mengelingen, uitgegeven door het Taalminnend Studenten-Genootschap, onder kenspreuk: 't Zal wel gaan, met de medewerking van studenten aan de verschillende Noord- en Zuid-Nederlandsche hoogescholen. Het 1e deel, bevattende gedichten en prozastukken, en het muziek eener romance van Gevaert, en uit 250 bladz. bestaende, is onlangs verschenen, ten inteekeningspryze van fr. 1-25. - Men teekent in by den uitgever Willem Rogghé, Kalanderberg, te Gent, en by de voornaemste boekhandelaren van België en Holland. - De Vlaamsche Beweging, door Hoffmann von Fallersleben, ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, met een voorwoord door Dr A. de Jager. - Rotterdam, by den boekverkooper Otto Petri, 1856. - Bijdragen tot de Oudheidkunde en Geschiedenis, inzonderheid van Zeeuwsch Vlaanderen, verzameld door H.Q. Janssen en J.H. Van Dale. (Te Middelburg, bij J.C.W. Altorffer.) Eerste deel II, bevattende: eene Verhandeling over de vergadering der Staten van Vlaanderen, gehouden te Dendermonde, 17 en 18 July 1578, door J.H. Van Dale, met byvoeging der bronnen, en Kleinere Bijdragen over historische aengelegenheden en oudheden van verschillende zeeuwsche steden. Deze opgave bewyst genoegzaem de toenemende belangrykheid des werks. - Het prospektus der Vlaemsche Poëzy, door vrouwe Courtmans, geboren Berchmans. Het werk (een bundel gedichten van ongeveer 100 bladz., formaet groot in-8o) zal den inteekenaren afgeleverd worden tegen den prys van fr. 1-25.
Johan Van Rotterdam. | |
[pagina 129]
| |
schildery van antoon van dyck; teekening en plaetsneê van j. hemeleer.
|
|