De Vlaamsche School. Jaargang 2
(1856)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijGeschiedenis der regering van Maria-Theresia in de Oostenryksche Nederlanden.
| |
[pagina 103]
| |
en Vlierbeeck, wien dit voorrecht, door byzondere charters, was toegekend. Na deze voorafgaende geestelyke plechtigheid, naderde de kardinael de knielbank des hertogs, en eischte hem op, met de hand op het H. Evangelieboek, in name van hare Majesteit, de voorrechten en vryheden der brabandsche geestelykheid te bekrachtigen. By het verlaten der hoofdkerk, begaf zich de prins Karel en zyn talryk gevolg naer de Kaudenbergplaets, waer hy door den grave van Neny, sekretaris van den geheimen Raed, ontvangen werd. De landvoogd beklom den prachtigen troon, in het midden der plaets opgeslagen, en zette zich met ontdekten hoofde in een zetel, achter eene prachtige tafel met gouden laken behangen en waerop het H. Evangelieboek berustte. Zyn gevolg rangschikte zich op de treden des troons, en de Heerenstaten van Braband namen plaets ter rechterhand op de hun voorbestemde zitbanken; de Heerenstaten van Limburg aen de linkerhand. Aen hun hoofd stonden de markies van Wemelen, met den standaerd van Braband, en de hertog van Ursel, met het zweerd van Staet. De hertog dekte zich het hoofd; alleenlyk de leden der Staten volgde dit voorbeeld na, en drymael riep de eerste wapenkoning: stilzwygenheid! Alsdan nam de landvoogd het woord en verzekerde de omstanders van de moederlyke bezorgdheid, liefde en jonste van hare Koninglyke Majesteit voor hare onderdanen; ook zou zy niets verwaerloozen om het welvaren harer erfelyke landen te vermeerderen. De pensionnaris Van den Broeck antwoordde hierop door het betoog van de gevoelens van verkleefdheid en getrouwheid aen Maria-Theresia en de landvoogden, en eischte eindelyk den prins Karel op, om den Heerenstaten, zyne brieven van volmacht te toonen. Op bevel des hertogs, werd onmiddelyk van deze volmacht lezing gegeven, daerna door de leden der dry Staten het handteeken van Maria-Theresia bezichtigd en voor echt verklaerd. Na het volbrengen dezer plechtplegingen, waerborgen der vryheid, gaf de vertegenwoordiger der Staten lezing der blyde inkomst met de toevoegsels van Filips-de-Goede en Karel V. Onder deze lezing naderde de bisschop-primaet van België, den landvoogd tot vyfmael toe, en bood hem het H. Evangelieboek aen, en iedermael zwoor de aertshertog, rechtstaende en met ontdekten hoofde, de volksvryheden te zullen handhavenGa naar voetnoot(1). Na het uitspreken van den laetsten vorstelyken eed, klommen de Heerenstaten, éen voor éen, op den troon, en legden in handen des landvoogds, zoowel in hunnen naem als in dengene des volks, de beloften van getrouwheid af, die zy hunnen nieuwen vorst verschuldigd waren. Alsdan riep de wapenheraut: Lang leve Maria-Theresia, koninginne van Hongarië en Bohemen, hertoginne van Braband, van Lothryk, markiezin van het H. Ryk! En de omstanders herhaelden: lang leve Maria-Theresia! onder het geschal der trompetten, het luiden der klokken en het gebulder des kanons. De heeren van finantiën wierpen gouden, zilveren en koperen zaeipenningen, met de beeldtenis der Oostenryksche Vorstinne, onder de juichende menigte. Gedurende twee dagen werd de huldiging door volksfeesten gevierd en gansch de Nederlanden kond gemaekt, en later, in de overige provinciën, of wel door den landvoogd zelve, of wel door byzondere gevolmagtigden hernieuwdGa naar voetnoot(1). (Vervolg hierna.) L. Van Rucklingen. |
|