De Vlaamsche School. Jaargang 2

Kunst- en letternieuws.

Men heeft in het Museum van Antwerpen verscheidene schilderyen op ramen gesteld, welke sedert den inval der Franschen opgerold waren gebleven. Onder deze bevinden zich verscheidene doeken van groote meesters, zoo als by voorbeeld, twee tafereelen door Erasmus Quellin, en een ander van eenen vlaemschen meester der XVII^e eeuw, wiens naem thans gansch onbekend is: Balthazar Van Cortbempde.

Het doek van het Musaeum duidt aen, dat Van Cortbempde niet alleen als teekenaer, maer ook als colorist tusschen onze goede kunstschilders der eeuw van Rubens moet rang nemen. Deze schilderyen zullen eerlang hersteld worden. Eenige hebben zeer geleden.

- De koninklyke Akademie van kunsten, letteren en wetenschappen van België heeft het belangryk werk van den heer M. Heris uitgegeven, welk zy in zitting van 22 september 1855 heeft bekroond en voor titel voert: Mémoire sur le caractère de l'école flamande de peinture sous le règne des ducs de Bourgogne. Even als de heeren Waagen, in het Kunstblatt van Stuttgart (1848), en Génard in den Luister der St-Lucasgilde (1854), spreekt de heer Heris van het bestaen eener kunstschool te Doornik. Allen echter hebben gedeeltelyk hunne inlichtingen bekomen van den heer B.C. Dumortier, lid van de Kamer der Volksvertegenwoordigers, te Doornik.

- Tydens de aenstaende Brugsche kermisfeesten zal, op eene der openbare plaetsen dier stad, het marmeren standbeeld van Van Eyck, gebeiteld door den beeldhouwer Caloigne, worden opgericht.

- Het Willems-Fonds had, zoo als men weet, een wedstryd geopend, over de beteekenis en de strekking der vlaemsche beweging, en dat in de volgende bewoordingen: ‘Welke is de ware beteekenis, de ware strekking van hetgene men overeengekomen is de vlaemsche beweging in België te noemen; welke is de invloed dien deze beweging op de toekomst des lands, onder het maetschappelyk en het nationael opzicht, moet hebben?

Twee verhandelingen werden ingezonden, en dit dragende tot kenspreuk: Eene vyl?... tyd ontbreekt als het beste erkend; doch de meerderheid der heeren rechters was tevens van gevoelen dat, hoe verdienstelyk dit werk ook zy, de schryver ervan een gedeelte der prysvraeg onvolledig heeft beantwoord en dus slechts eene aenmoediging verdient. Het Bestuer van het Willems-Fonds kent ten dien gevolge den schryver van dit stuk eene belooning toe van honderd franks. Deze is gebleken te zyn onze geachte medewerker en vriend Lodewyk Van Rucklingen, van Antwerpen, die zynen naem hebbende doen kennen, tevens den heere voorzitter van het Willems-Fonds heeft verzocht, de hem toegestane belooning te overhandigen aen den heer pastoor der armste parochie van Gent, om door zyne zorgen aen de noodlydenden te worden uitgedeeld. Zulke daed strekt onzen vriend ter eer; wy hebben niet noodig haer te pryzen, de enkele aenhaling ervan is reeds meer dan genoegzamen lof.

- De aloude Maetschappy van Tael-, Dicht- en Tooneelkunde, gezegd Rhetorica, onder kenspreuk: Van Vroescepe dinne, te Nieuport, heeft, ter gelegenheid van de 25^e verjaring der troonsbeklimming des eersten Konings der Belgen, de volgende onderwerpen, als prysvragen, uitgeschreven:

‘1^o Poezy of Proza: Over den invloed der 25-jarige regering van Koning Leopold, op de beschaving der Belgen.’

Pryzen: een zilveren verguld eermetael, groot moduel, voor ieder best geoordeeld stuk in beide vakken.

2^o Opstel van een vlaensch Bly-Zangspel (vaudeville), hebbende voor titel een vlaemsch spreekwoord, en daermede door zin en voorstelling in betrekking staende.

Er zal later ook een tooneel-festival en wedstryd plaets hebben. Hierover nader in 't volgend nummer.

- De uitgever Th. Hamilton, Bergstraet, n^o 2710, te Antwerpen, heeft het vyfde nummer laten verschynen van zyne goedkoope lezingen voor alle standen. Het bestaet uit het tweede deel van El Maestro det Campo, naer het fransch van Felix Bogaerts.

- Aengekondigd: Zeitschrift für christliche archäologie und kunst herausgegeben von J. v. Quast und H. Otte. Leipzig, by T.O. Weigel.

- Verschenen te Brussel: Vingt-et-un sujets puisés dans les poëmes grecs et dans l'Énéide, dernières compositions d'Éleuthère de Potter. - Een zeer merkweerdig plaetwerk, dat wy onzen kunstenaren aenbevelen.

- By den drukker Schotmans, te Antwerpen, is van de pers gekomen: Bootsman Gordiaen, roman uit het zeemansleven, door Konstantyn Simillion; met etsingen.

- Verschenen by J.A. Stargardt, te Berlyn, en verkrygbaer by Max. Kornicker, te Antwerpen: Bildersaal altdeutscher Dichter-Bildnisse, Wappen und Darstellungen aus dem Leben und den Liedern der Deutschen Dichter des XII. bis XIV. Jahrhunderts. Nach Handschriftgemälden, vornämlich der Manesse'schen Sammlung, und nach anderen gleichzeitigen bildlichen Denkmalen und dahin gehörigen Bild und Bauwerken. Mit geschichtlichen Erläuterungen von Friedrich Heinrich von der Hagen. 37 Bogen Quart nebst Atlas von 75 Abbildungen auf 41 Tafeln kl. Folio. In eleg. Austattung. Velinpap. In Umschlag.

Ook met den titel: Minnesinger, Deutsche Liederdichter des zwölften, dreizehtnen und vierzehnten Jahrhunderts, aus allen bekannten Handschriften und früheren Drucken gesammelt und berichtigt, mit den Lesarten derselben, Geschichte des Lebens der Dichter und ihrer Werke, Sangweisen der Lieder, Reimverzeichnis der Anfänge, und abbildungen sämmtlicher Handschriften von Friedrich Heinrich Von der Hagen. Fünfter Theil.

Johan Van Rotterdam.