De Vlaamsche School. Jaargang 2
(1856)– [tijdschrift] Vlaamsche School, De– AuteursrechtvrijWouter Coolman, bouwmeester van St-Rombouts toren te Mechelen.De toren der St-Romboutskerk, te Mechelen, wordt onder de schoonste gebouwen gerekend welke de ogivale bouwtrant in ons vaderland zag tot stand komen. De ware kunstkenner bewondert zyne fraeije proportiën, zyne reusachtige vormen, maer is bovenal getroffen by de gedachte dat de bouwmeester die ontzagwekkende massa van ruim 97 meters hoogte op de enkele zymuren des gebouws heeft weten te doen dragen! Vier eeuwen waren verloopen sedert men de grondsteenen van St-Rombouts toren had gelegd, en de naem des scheppers van dit prachtig gevaerte was met dien van zoo vele andere geniale mannen in de vergetelheid weggezonken, wanneer eenige oudheidkenners, door de lezing eener bladzyde van Solerius getroffen, het op zich namen den naem des uitmuntenden bouwmeesters in zynen vorigen glans te herstellen. Solerius had in zyne Acta Sti-Rumoldi (bl. 53 no 221) aengeteekend: ‘Turris vero elegantissima concameratio nullo istius vestigio in ecclesia apparente, completa seu clausa indicatur alio versiculo: gesloten was ick tot elcx aension, doen men schreef M D.XIII. (Idem est sensus, qui jam proxime redditus est). Quod utrum de solo fornice, an etiain de magnifica turri in hodiernam elevationem educta intelligendum sit, non definio. Observare me jussit Cuyperus leunculum stylobatae lapideae, turri forinsecus vicinae, insidentem, cujus basi inscripta est chronologica nota, uno latere exprimente hoc verbum: ANNO, altero M, tertio vero CCCC.LXIII, forte quod tunc ingens ista moles ad eam altitudinem evecta fuerit, vel ut ipse opinabatur, postrema manus ei imposita, cui interior fornix, annis post quinquaginta, accesserit, de quo alii disceptent..........................................’ Deze woorden, zegt de heer Gyseleers-ThysGa naar voetnoot(1), wien wy deze en een deel der volgende byzonderheden ontleenen, ontstaken de nieuwsgierigheid eeniger vaderlandslievende oudheidkundigen, en men besloot al het mogelyke te doen, om den naem des te lang miskenden bouwmeesters weder op te beuren. Solerius had eeniger wyze de plaets aengeduid waer men de opzoekingen moest beginnen. Aen den voet van den toren vond men wezentlyk een gedenksteen, waerop men met vele moeite het volgende kon lezen: ✠ hier leet Wouter Côolman
die sterf in iaer mcccc
ende lxviij xxvii dach Ianuario
✠ ende Magriete Lauwers syn wyf
was die sterf in iaer mcccc
ende lviij opden xiiisten dach in
Augusto spreect pater noster.
Dit eenvoudig opschrift,Ga naar voetnoot(2) dat men zoo menigmael zonder aendacht was voorbygetreden, bevatte dus den naem des grooten bouwmeesters! En inderdaed, wanneer men de rekenboeken der stad opensloeg, vond men dat Wouter Coolman reeds in 1447 de plaets van meester meesteren metsere, dat is van opperbouwmeester, te Mechelen bekleedde. ‘Terwyl wy de archieven der stad doorzochten, zegt de heer Gyseleers-Thys, ontdekten wy de volgende aenhalingen in de stadsrekeningen, die met Allerheiligendag 1446 aenvang namen en op Allerheiligendag 1447 gesloten werden: | |
[pagina 63]
| |
‘Vutghegeven van der stad cledinghe ao XLVI-XLVII. te weten voor de meest. meest. metssere Wouter Coolman.’ In de rekening van 1459 vindt men het volgende: ‘I betaelt meest. Wout. Coolmā in Hoofscheede ome dat hy d stad raet geeft in hair wc comt op va dese jaere V. s. out. Val. XIII. s. IX d.g. Mech.’ Deze aenhalingen, by de getuigenis van Solerius gevoegd, doen ons den naem des grooten bouwmeestersvolledig kennen. Wouter Coolman, de zoo lang verwaerloosde kunstenaer, had dit wonder geschapen. De eerste steen des torens werd op 21 mei 1452 door Jan van Muysen, Communiemeester van Mechelen, gelegd; het gewelf werd eerst een-en-zestig jaren later gesloten, als blykt uit het volgende opschrift: gesloten was ik tot elcx aensien Ofschoon met zooveel iever begonnen, mocht het werk door Coolman aengelegd niet voltrokken worden. De naeld die den toren moest kroonen, is slechts in ontwerp gebleven; eventwel, zoo als hy thans bestaet, neemt St-Rombouts toren rang tusschen de uitmuntendste gebouwen van het Vaderland. P. Schats. |
|