wy alles te winnen by de gewetensvolle en goedgunstige opsporingen der hoogduitsche geleerden; welhaest hopen wy de namen onzer reizigers te mogen paren met degene van Mone, Hofman von Fallersleben, Dr J.W. en Maria Wolf, Mevr. von Plönnies en andere, die zich zooveel recht op de erkentenis der Vlamingen verworven hebben. Mevr. von Reinsberg geniet in Duitschland eenen voortreffelyken naem, dank aen hare menigvuldige en zeer geschatte schriften, als daer zyn de romans: Schloss Goczyn, Marie, Haraldsburg, Hugo, Magdalena, Byron's Frauen, Hedwig, In der Heimath, Lieder meiner Kirche, Am Canal Grande, Aus der Schweiz, Antonio Foscarini, Margaretha von Valois und ihre Zeit, enz. enz.; de bundels gedichten: Für Dich, Böhmische Rosen, Toskanische Lieder en de Reiseskizzen aus Italien; waerop wy kortelings mogen verwachten de Briefe aus Brüssel.’
‘Wy wenschen onze reizigers een vriendelyk onthael in het Vlaemsche Vaderland!’
Op Vrydag 18 April hadden wy het genoegen gehad Mevrouw Ida Van Duringsveld te Antwerpen te zien. De befaemde dichteresse legde een bezoek af 'by onze voornaemste kunstenaren en letterkundigen. Onnoodig te zeggen, dat haer by allen een gul onthael was voorbereid.
- De nieuwsbladen melden het afsterven van den verdienstelyken Noord-Nederlandschen dichter A. Boxman.
- De koninklyke maetschappy de Wyngaerd, te Brussel, heeft ter gelegenheid van haer 200 jarig jubelfeest, in 1857 te vieren, eenen pryskamp uitgeschreven voor het opstellen van een drama en blyspel. - Nadere byzonderheden volgen:
1o Men vraegt een drama van 3 bedryven, onderwerp vry, nationael van zeden en karakter.
2o Een blyspel met zang (vaudeville) van 1 of 2 bedryven, onderwerp vry, insgelyks nationael van zeden en karakter.
3o De prys voor het drama is eene som van 300 franken en een vergulde herinneringspenning, ter gelegenheid van het gemeld tweehonderdjarig jubelfeest opzettelyk geslagen.
4o De prys voor het blydspel is eene som van 200 franken, en een zilver vergulde herinneringspenning.
5o De stukken, van eene andere hand dan die des schryvers, moeten vrachtvry ingezonden worden, uiterlyk op 31 december 1856, aen het Bestuer der Maetschappy de Wyngaerd, in het lokael de Beurs, Groote Merkt, no 19, te Brussel, en eene kenspreuk dragen; doch zullen van geen naembriefje vergezeld gaen.
6o De schryver die zich op eene of andere wyze bekend maekt, wordt uit den pryskamp gesloten.
De persoonen, gedurende 1856 leden der maetschappy zynde, mogen in den pryskamp geen deel nemen.
7o Rechters, door de feestcommissie te benoemen, zullen den prys toewyzen aen het betrekkelyk beste der ingekomene stukken van elk vak, zoodat gemelde prys in allen gevalle zal worden uitgeloofd.
8o De Maetschappy behoudt zich het regt der eerste vertooning voor.
De prysuitreiking zal geschieden in de plechtige zitting te houden ter gelegenheid van het tweehonderdjarige jubelfeest.
Na de eerste vertooning heeft de schryver het volle genot van zyn eigendomrecht, waervan hy echter voor altyd afziet ten voordeele der koninglyke Maetschappy de Wyngaerd. Hy mag het naer welgevallen in druk laten verschynen.
11o De handschriften der niet bekroonde stukken zullen tegen behoorlyk bewys worden terug gegeven.
- In den letterstryd, door de maetschappy Moedertael en Broedermin, te Nevele, uitgeschreven, zyn twintig mededingers voor de Volksliederen, en negen voor de Lofrede op een vaderlandsch man.
- Men heeft, in de omstreken van Seraing, een oud kerkhof, of begraefplaets der Ve en VIe eeuw ontdekt. Deze begraefplaets bevat by de 150 grafsteden, en in vele derzelve heeft men voorwerpen van hooge oudheid ontdekt, zoo als degens, zweerden, bylen, lansen, gespen, geldspeciën, juweelen, enz.
De voorwerpen zullen aen het Museum van Luik worden gezonden. De delvingen worden voortgezet, en men denkt nog talryke andere voorwerpen te zullen vinden.
- Verschenen:
De Verstooteling; uit het hedendaegsche leven, door A. Snieders J.r; met eene teekening van J.B. Wittkamp, gegraveerd door Henry Brown. Antwerpen, drukkery van J.P. Van Dieren en Comp., uitgevers.
- Zeer dikwyls, en wel eenigzins te recht, heeft men het Vlaemsch het gemis van praktische boeken ten laste gelegd. Met genoegen zien wy echter dat zulk gemis allengs meer en meer verdwynt, dank zy den yver van eenige kundige mannen, die beginnen te verstaen dat het den volke noodig is, wil men het de kennis doen verkrygen die hem onmisbaer is om zich in welkdanig vak van kunsten, wetenschappen, koophandel, nyverheid, landbouw- en zeevaertkunde op te leiden en te volmaken, het in de eigene volkstael aen te spreken.
Telkenmale dat er zich zulk een man voordeed, juichten wy zyne pooging van herte toe. Nogmaels dus stippen wy met genoegen de verschyning van een klein, doch, en wel byzonder voor Antwerpen en Oostende, allernuttigst boekwerk aen. Men weet, wat moeite zich de heer Jaek Thielens, sekretaris van den heer Gouverneur der provincie Antwerpen, die vroeger zich als fransch letterkundige op eene uitstekende wyze deed kennen, zich heeft gegeven tot het tot stand brengen der zeevaertschool van Ruysselede. Thans is de heer Thielens het getal der vlaemsche schryvers komen vermeerderen, met het uitgeven van een Catechismus der stuermans-kunst volgens de leerwys der school van Bremen.
Dit boekje bevat het deel der stuermanskunst welker kennis door de Bremer reglementen vereischt wordt tot het exaem van onderstuerman en tot den lateren toegang in de opperstuermans-school, en dient insgelyks als inleiding tot hoogere studiën. Het is niet alleen een nuttig boek, omdat het den jongen lieden de praktyk der zeevaertkunst vergemakkelykt; maer ook nog, omdat het in vragen en antwoorden is opgesteld, en eenvoudig en zeer begrypelyk is.
Wy bedanken den heer Thielens voor zyne welgemeende pooging hopende dat dit eerste nederduitsch werk zyn laetste niet zal zyn, en hy op de door hem ingeslagene baen, die de baen der gezonde reden is, menigvuldige navolgers moge vinden.
- Inleiding tot de Kruidkunde, door C.A. Fredericq, geneesheer te Gent. (Uitgaven van het Willems-Fonds, Nr 20.) Gent, boek- en steendrukkery van I, S. Van Dooselaere, Kleine Botermerkt, 4.
- Horae Belgicae. Studio atque opera Hoffmanni Fallerlebensis. Pars secunda. Editio Secunda. - Niederländische Volkslieder. Gesammelt und erlaütert von Hoffmann von Fallersleben. Zweite Ausgabe. Hannover. Carl Rümpler. 1866. 1 Deel gr. 8o van LII en 368 blz., verkrygbaer by den boekhandelaer Muquardt, Veldstraet, 80, te Gent, ten pryze van fr. 9-35.
- Verschenen by von Ebner en Seubert te Stuttgart: Geschichte der Baukunst (Geschiedenis der Bouwkunst), door Franz Kugler. Eerste deel, bevattende: 1o Het oude Egypte. 2o De oude volkeren van Midden-Asië. 3o de Pheniziers en Israëlieten. 4o Het Pelasgerdom. 5o. De Helenen. 6o De Romeinen. 7o De oud christene wereld. 8o De Sassaniden. 9o De Indous. 10o De Islam. Het werk, met keurige platen versierd, is gelyk de titels van den inhoud het getuigen, eene belangryke bydrage ter studie der vroegere bouwkunst.
Johan Van Rotterdam.