A, de as van iederen meulen, rust langs elken kant in eene pan P in den muer gemetseld, welken muer de assen doorbooren om een tandwerk te dragen. Die twee wielen zyn van dezelfde grootte en zyn in onze plaet door den muer bedekt. Zy vatten in elkander. Een derde wiel, in betrek met een stoomtuig, geeft de beweging aen een der twee eerstgenoemde wielen en by gevolg aen het andere. De meulens draeijen in tegenovergestelden zin, zoo gelyk het de pylen aenduiden. Op ieder der twee assen A zyn dry vleugels van planken gehecht V. Iedere vleugel draegt eene kruisvormige aeneentimmering van planken K, welker einde met lederen kussens is bekleed. Het geheele sluit tegen de metsery zoo dicht als mogelyk, zonder het draeijen te hinderen.
Terwyl zy draeijen, klampen de twee meulens gedurig in elkander, zoo als wielen met dry tanden. Geene lucht kan tusschen hen door; slechts een zeer klein gedeelte ontsnapt tusschen de muren. Men ziet gemakkelyk dat de ruimte tusschen X en Y, hoe langer hoe nauwer wordende, de lucht gedwongen wordt langs de pyp O zich in de myn te werpen, er in voort te dringen en de stiklucht langs eene tweede opening aen het ander einde der myn uit te jagen.
Dit is eene blazende werking. Men kan aen het toestel eene opzuigende werking geven door het in den tegenovergestelden zin te doen draeijen.
Het tentoongestelde voorwerp was op eene schael van natuerlyke grootte uitgevoerd: 4 a 5 meters breedte op dezelfde lengte. Men mag verzekerd zyn, dat er in zyne nabyheid, wanneer het aen 't werken was, eene buitengewooone frischte heerschte.
Het is ons onmogelyk de ryke verzameling der tentoongestelde delfstoffen en metalen af te schilderen. In het voorbygaen kunnen wy nochthans niet nalaten de merkweerdige verzamelingen aen te duiden, van zink, lood, nikel, koperertsen, enz. van Oostenryk en Beijeren, en de schoone stalen van steenkolen uit Engeland en Pruissen. Er waren klompen steenkolen waervan éen enkele toereikend zyn zou voor het gebruik van een huisgezin gedurende een geheel jaer.
De mexikaensche zilvermynen zyn verbazend door den rykdom hunner voortbrengsels, en des te belangryker daer het zilver zeldzamer dan het goud op de oppervlakte der aerde schynt verspreid te zyn.
De menigte en de grootte der stalen ruw yzer van Pruissen kon men niet doorwandelen zonder schrik van verpletterd te worden onder de cyclopische blokken, latten en staven welke men niet kon gelooven uit menschen handen te zyn gekomen.
Wie kent het zweedsche yzer niet? Weinigen nogthans zullen eene yzeren staef gezien hebben van eenen menschenarm dikte, koud zynde in eenen knop gelegd en zonder breken dicht getrokken als eenen touwknoop.
Het meerendeel van de ruw-smelteryen (usines) der geheele wereld stelden de delfstoffen ten toon, in hunnen verschillenden staet van bereiding en scheiding, plans, teekening en reliefs of nabootsingen van de werkhuizen, ovens en metaelliggingen in het klein. Nooit heeft er ergens een zoo volledig kabinet van mynstoffen bestaen.
Zonder die vormlooze stoffen, door het meestendeel der bezoekers verlaten, zou er nochtans byna niets van het overige der tentoonstelling hebben bestaen. Het is immers van die stoffen dat men alle de werktuigen moet vormen, door welke de brooze hand des menschen de natuer heeft weten te onderwerpen.
De verzameling van goudzand, uit Australië, trok meer nieuwsgierigen tot zich. In haer midden was, als koning pralende, een blok ter weerde van 40,000 fr.; rondom lagen min of meer goud bevattende zanden, met het opschrift hunner weerde en oorsprong, alsook den uitslag dien zy opleveren by de verschillende bewerkingen van wasschen en scheiden.
De usine van Creussot (Frankryk) had eene gesmeedde yzeren plaet ingezonden van 11 centimeters dikte; deze moest dienen tot het invoeren van bomvrye vlottende batteryen. Daerentegen had België yzeren platen, van niet dikker dan gewoon papier en van verscheidene meters lengte en omtrent eenen meter breedte.
Daerby nog bemerkte men fransche platen van ongeveer twintig meters lang en ieder meer dan duizend kilos wegende.
Om een gedacht te geven van de groote verbetering welke de stoomtuigen en byzonder de met stoom werkende smeêhamers in de smederyen hebben gebracht, zal het slechts noodig zyn te spreken van het maken der zware draeiboomen met ellebogen voor de stoombooten, hebbende dezen vorm.
Tyds te voren was men genoodzaekt deze ellebogen E vol te smeden en ze daerna uit te zagen; de draed van het yzer was dus gebroken, en het stuk verloor grootendeels zyne sterkte. Met de nieuwe werktuigen smeedt men de ellebogen gelyk zy zyn moeten; de draed van het yzer volgt den zigzag en is nimmer onderbroken. In de tentoonstelling bestond er zoo een boom van 20 duizend kilos, en welke zes ellebogen had. De nieuwe wyze geeft voordeel in tyd, in arbeid, in sterkte en metael.
De engelsche rails van den vorm Barlow vinden geene mededingers dan in Pruissen. De eerste hebben eene lengte van 25 meters, de andere van 23 meters. Zeggen dat men nergens is gesteld om zulke lange stukken