ontlasting aller formaliteiten, ter verkryging aller mogelyke tolvermindering by het uit- en weder invoeren, aen het Handelshuis des heeren Frans Jongen, te Luik, toevertrouwen, welks tusschenkomst het Rheinisch Kunstverein dan ook by het terugzenden zal inroepen.
- Leuven zal dit jaer insgelyks zyne tentoonstelling van Schoone Kunsten hebben. De opening heeft plaets op zondag 26 augustus en de sluiting op zondag 30 september daeropvolgend. Slechts levende kunstenaren kunnen aen deze tentoonstelling deelnemen, en schilderyen, gravuren, teekeningen en steendrukplaten worden niet aenveerd dan ingelyst. De ten toon te stellene voorwerpen moeten vóor 15 augustus in het lokael der tentoonstelling zyn ingekomen. De onkosten van in- en terugzending zyn ten laste der tentoonstellers, die insgelyks verzocht worden, ingeval zy genegen waren hunne kunststukken te verkoopen, den prys ervan, aen de besturende kommissie, door vrachtvrye brieven te doen kennen. De stukken zullen niet vóor de sluiting der tentoonstelling mogen worden afgehaeld. De kommissie waerborgt de schade niet, die de kunstvoorwerpen zouden kunnen lyden, het zy tydens de verzending of by de tentoonstelling; nochtans zal zy de noodige maetregelen nemen, voor de goede bewaring.
- De uitgever der Gazette van Gent, de vaderlandsche letterkunde willende aenmoedigen en ondersteunen, heeft besloten ten tweedemale eenen pryskamp uit te schryven. Ten dien einde worden alle nederduitsche schryvers uitgenoodigd op het volgende onderwerp: Een Prozastuk, behoorende tot het vak van schilderende of historisch-romantische letterkunde, beslaende ten minste 75 bladzyden druks, gewoon 8o formaet. - Eenige prys: Honderd franken. - De werken met godsdienst, wetten of zeden strydig, worden buiten den pryskamp gesloten. Het recht van eerste uitgaef van al de ingezondene stukken, hetzy in feuilleton of boekdeelen, blyft den uitschryver voorbehouden. De schryvers zullen, in geval hunne stukken den druk weerdig geoordeeld worden, kosteloos 25 afdruksels van hun werk bekomen. - De stukken moeten franco, vóor 1 juny 1855, ingezonden worden aen den heer Eug. Van der Haeghen, uitgever der Gazette van Gent, Veldstraet, 66, met het opschrift: Pryskamp van Letterkunde. Zy zullen eene kenspreuk dragen, als opschrift, te herhalen op een gesloten briefje, hetwelk inwendig het eene deel van een teeken of merk zal moeten bevatten, waervan het ander deel door den schryver ingehouden wordt, om zich, in geval van bekrooning, hier mede te doen kennen: door dien maetregel is het onnoodig dat de schryver zynen naem in het briefje opgeve.
- Een der voornaemste uitgevers van Londen, de heer Burns, gaet eene geïllustreerde vertaling in het licht geven der volledige werken van Hendrik Conscience.
- Op zondag 11 meert j.l. heeft, in het foyer van het koninklyk schouwburg van Antwerpen, eene allerbelangrykste muziekale zitting plaets gehad, die door een talryk en uitgelezen publiek werd bygewoond. Het was eene proefzitting der leerlingen onzer muziekbewaerschool, die ongeveer honderd leerlingen telt. De uitvoering der meeste stukken was met alleen voldoende, maer ook gaven verscheidene der solisten blyken van gansch byzonderen aenleg, iets dat tot eer verstrekt der heeren Aerts, Bessems en Schermers, professoren van dit nuttig gesticht.
- Ofschoon ons tydschrift zich uitsluitelyk met kunsten en wetenschappen bezig houdt, kunnen wy niet nalaten onze stem mede te verheffen ten voordeele der noodlydenden door de overstrooming in Holland. Ook juichen wy de gedachte toe, die zoo wel op de Hollandsche Ambassade, te Brussel, als op het Consulaet, te Antwerpen, eene inschryvingslyst deed openen, en roepen de welbekende weldadigheid onzer landgenooten ten voordeele van onze ongelukkige tael- en stambroeders in.
Te dier gelegenheid deelen wy nog een nieuws mede, dat al wie kunstgevoel bezit, gewis zal treffen. ‘Op 14 meert, zegt een nederlandsch tydschrift, gaf de zangeres Jenny Lind te Amsterdam een concert, waervan de zuivere opbrengst was bestemd ten behoeve der noodlydenden door de overstrooming. Dat concert hetwelk in het Park plaets had, heeft ten voordeele onzer noodlydende landgenooten weinig minder opgebracht dan de somme van f. 4000. Jenny Lind is niet slechts beroemd wegens hare onvergelykelyke gaven als chanteuse, maer tevens om de liefde waermede zy met hare zeldzame talenten woekert, om ze in het belang van arme natuergenooten, tot welken landaerd ook behoorende, voordeelig te doen gedyen. Belangryker avond dan die van gisteren, herinnert zich hier gewis dan ook niemand.
‘Immers by de ongewoone mate van geestdrift en verrukking, was de onbegrensde achting voor de vrouwe, die hare nog zoo kortstondige aenwezigheid in ons land, volgens hare overal gevolgde onveranderlyke gewoonte, reeds dadelyk door eene belangryke weldaed kenteekende. Toen Jenny Lind dan ook in de concertzael verscheen, verhief zich het geheele auditorium om haer eene hulde van algemeene en oprechte achting te brengen, zoo als hier nog nimmer aen eenige kunstenaren te beurt viel, en toen de laetste toon van hare lippen was gevloeid en in het ruime lokael was weggestorven, kende de geestdrift waermede zy werd toegejuicht, geene palen. Eerst na een geruim tydsverloop scheen er een einde aen het handgeklap en de bravokreten te komen, toen het orkest plotselings ter harer eere het Zweedsche volkslied aenhief, terwyl gelyktydig een zestal kinderen, van de aenzienlykste Amsterdamsche familiën, het orkest beklommen, en zich tot de zangeres begaven, haer een lauwerkrans, een bouquet en eene in de Zweedsche en Hollandsche talen gestelde dankbetuiging aenbiedende. Bezwaerlyk, voegt het hollandsch blad erby, zal men zich een denkbeeld kunnen vormen van den indruk, dien een en ander maekte. Ieder voelde zich innig getroffen en zelfs de edele vrouw, aen wie deze hulde gebracht werd, was er door bewogen.’
Zulke edele daden verdienen algemeen bekend te zyn. Mocht ons land, zoo ryk aen uitmuntende kunstenaren van allen aerd, het voorbeeld volgen door Jenny Lindgegeven.
- Van onze noorderbroeders gaen wy over tot die uit het zuiden, tot de Vlamingen van Frankryk. Door de loffelyke poogingen van het Vlaemsch Komiteit, te Duinkerke, zyn sinds eenige jaren ettelyke handschriften verzameld van geleerden uit Fransch-Vlaenderen, wier germaensche werken op romaenschen bodem tot eene eeuwige vergetelheid veroordeeld schenen. Het eerste boekdeel zyner Annales, in 1853 verschenen, gaf een doorslaend bewys van de goede lettervruchten welke de nederlandsche stam van over de fransche grenzen mag verwachten. Het is alzoo dat het Komiteit het bezit aenkondigde van onuitgegeven werken der dichters Michiel De Swaen, Andreas Steven, Ricour, Van Rechem, De Bats, Baey, Verbrugge, de gebroeders Tandt en menigvuldige andere. Deze schriften zyn op het punt in het licht te verschynen, in een drymaendelyksch tydschrift, getiteld Lettervruchten der Vlamingen van Frankryk. Prozawerken, waeronder de Verhandeling over de Dichtkunst, door De Swaen, alsmede gewrochten van hedendaegsche schryvers, zullen ook in het tydschrift worden opgenomen. Levensbeschryvingen over de beste fransch-vlaemsche letterkundigen zullen almede door het tydschrift worden bekend gemaekt.
De prys der inschryving op deze Lettervruchten is bepaeld op slechts 2 francs per jaer. Men teekent in by de voornaemste boekhandelaers van België, Holland, Duitschland en Frankryk. Buiten de inschryvers, 1 fr. per aflevering.
Johan Van Rotterdam.