Kunst- en letternieuws.
In het laetst verschenen nummer van het Bulletin der koninklyke Akademie van België, deelt de geleerde heer Bormans eene belangryke verhandeling mede over twee onlangs ontdekte fragmenten eener dietsche vertaling van den alombokenden Roman de la Rose en die als omslag aen een boek hadden gediend. ‘De schryvers, zegt de heer Bormans, noemen zich tot twee of drymael toe (vs. 9780 en volgende), op eene plaets, die wel is waer meer dan eene moeijelykheid oplevert; doch het blykt eventwel zeer duidelyk dat de eene Hendrik en de andere Michiel was genaemd, en beide Brusselsche poorters waren. Mechiel, een hovesch poertere, was ons tot nu toe onbekend; maer Hendrik (van Brucele Heinrike) is buiten twyfel de zelfde als Hein van Aken van Brusele dien wy door andere opstellen kennen, waeronder ik niet vrees die kinderen van Limborch te noemen, als ook door de zeer eervolle melding van den schryver van den Lekenspieghel (Jan van Boendale). De wyze waerop deze laetste, die rondom het jaer 1330 schreef, van hem gewag maekt, bewyst dat Hein van Aken maer kortelings was gestorven.’
Men ziet van welk belang het is de omslagen van oude boeken te bewaren, en hoevele belangryke ontdekkingen voor de geschiedenis onzer moedertale men sedert weinige jaren aen oorkonden is verschuldigd, die men tot nu als nutteloos had beschouwd.
- In den loop der voorledene week, is te Gent in het krankzinnigenhuis overleden de kunstschilder Judocus Sebastiaen Van den Abeele. Deze kunstenaer werd in die stad den 21 January 1797 geboren. In zyne jeugd, toen hy in Italië verbleef, gaf hy teekenlessen aen vele doorluchtige persoonen, onder anderen aen prinses Charlotte Napoleon, dochter des konings van Napels.
Eenige vrienden der kunst hebben de nederige lykkoets, waerin het stoffelyk overschot van Van den Abeele berustte, tot op het kerkhof buiten de Brugsche poort, zyne laetste rustplaets, gevolgd. De heer Van Duyse, onder-voorzitter der Koninklyke Maetschappy van Schoone Kunsten, bracht hem daer het laetste vaerwel toe.
- De dagbladen spreken met zeer veel ophef van eene nieuwe schildery, door den beroemden schilder Gallait verveerdigd. De naem van dit nieuw meesterstuk, dat door eenen vreemdeling is aengekocht, is de Verwachting. Ziehier het onderwerp ervan, volgens een brusselsch blad: de lucht is grauw, de zee hol, de wind blaest met geweld. Op het strand zit eene moeder, wier blik in de onmeetbaerheid peilt. Zy wacht angstig op de terugkomst van haren man, van den koenen visscher, wiens schuit nog niet verschynt. Een harer kinderen slaept op haren schoot, in weêrwil van het bulderen des orkaens, terwyl haer andere zoon, even als zy, de vurig gewenschte schuit poogt te ontwaren.
- De koning der Nederlanden heeft aen D.r J. Nolet de Brauwere van Steeland, tydelyk te Brussel verblyvende, toegestaen te aenveerden de Dannebrogs-orde van 3e klas, hem door den koning van Denemarken vergund.
- Z.M. de koning der Belgen heeft de opdracht aenveerd van een werk des heeren F. Storms, van Borgerhout, zynde eene nieuwe leerwyze voor piano. Reeds het verleden jaer, viel eene dergelyke eer dien jongen toonzetter te beurt, van wege Z.K.H. den Hertog van Braband, voor zyn choor: Appel aux armes.
- By den uitgever J. Peeters-Van Genechten, te Antwerpen, is verschenen het prospectus van eene reeks tooneelstukken van den heer E. Van Driessche. De dry eerste stukken die hiervan het licht zullen zien, zyn: De Kermisvogel, kluchtspel, Oswald, drama, en de Vlaemsche Boer, volksdramma. De inschryving voor deze dry tooneelstukken is bepaeld op 2 frs.
- Het Rheinisch Kunstverein heeft een programma laten uitgaen, dat wy uit plaetsgebrek, tot het naeste nummer moeten verschuiven.
- Te Gent by Duquesne en Geiregat is verschenen de Geschiedenis der Nederlandsche en Fransche Letterkunde in het graefschap Vlaenderen van de vroegste tyden tot aen het einde der regering van het Huis van Burgondië, door C.A. Serrure, Student in de rechten by de gentsche Hoogeschool, lid van het Taelminnend Studentengenootschap. Dit belangryk werk werd bekroond met de gouden medalie in den letterkundigen pryskamp voor 1852-1853 der Koninklyke Maetschappy van Schoone Kunsten en Letteren, te Gent, en is door den schryver aen zynen vader, den geleerden professor Serrure, opgedragen.
- Pompeia, Herculanum en Stabia zyn waerlyk eene goudmyn voor de kunstenaren: men kent reeds het prachtig werk door Wilhelm Zahn te Berlyn uitgegeven; thans weder worden twee uitgaven begonnen, die ons deze steden nog meer volledig zullen doen kennen; het eene is Le Case edi monumenti di Pompei disegnati edescritti. - Napoli, Faustoe Felice Niccolini. - Het zal 2 deelen in fol. met 90 gekleurde platen en 90 bladz. druks, beide zyden, uitmaken. Het andere verschynt insgelyks te Napels, by Albert Detken, en is getiteld: Monumenta. Epigraphica Pompeiana ad. fidem. archetyporum. expressa cur. Jos. Fiorellio. Dit werk, de vrucht van negen jaren onophoudende studie, wordt slechts op 100 exemplaren getrokken.
- Te Amsterdam, by C.L. Van Langenhuijsen, is verschenen de tweede aflevering der Dietsche Warande, tydschrift onder het bestuer van J.A. Alberdingk Thijm. Zy bevat: 1. Kunst en Archoeologie in Nederland, door J.A. Alberdingk Thijm. 2. Een Dietsch gedicht van de XIVe eeuw, door Jhr. M.r Ph. Blommaert. 3. Der Ystorien Bloeme, uitgegeven door A.C. Oudemans. Eerste bydrage - de Legenden van St. Peter en St. Pauwels. 4. De Amsterdamsche Tentoonstelling van schilderijen, enz, in 1854. IV.e Brief van Pauwels Foreestier. Ter gelegenheid van dit merkweerdig schrift heeft de H.r Zetternam een artikel verveerdigd, dat wy, uit hoofde van plaetsgebrek, reeds tweemael tot eene verdere aflevering hebben moeten verschuiven. 5. Kerkelijke Archoeologie in N. Brabant: vlugtige blikken van D.r C.R. Hermans; met dry platen. 6. Bibliographie en Mengelingen.
Wy danken de Redaktie der Dietsche Warande voor de gunstige wyze waerop zy onze poogingen aenwakkert. Waerlyk, het doet ons goed te zien dat onze Noorderbroeders onze nationale strekking ondersteunen.
Johan Van Rotterdam.
Auteursrechtvrij