heeft; Van den Eynde, die de voornaemste grafzerken der bischoppelyke stad in lithographie uitgeeft, en J.A.F. Ketelaars, schepen der stad, innig aen het vaderland en aen de Vlaemsche Zaek verkleefd en die ons eene biographie van Fayd'herbe heeft beloofd, by dewelke wy het afbeeldsel van dien grooten beeldhouwer en de basrelieven, die van den beroemden man in de kerk van O.-L.-V. van Hanswyck bestaen, in plaet zullen mededeelen.
Kortom, Mechelen is, wat onze oude kunst betreft, eene goudmyn, en de korte oogenblikken welke wy er vertoefden, hebben ons meer en meer overtuigd dat het tyd wordt al de schoone kunstvoorwerpen door onze voorvaderen voortgebracht, bekend te maken. Tot hier toe kenden de Vlamingen, door de fransche illustratiën, al wat in den vreemde merkweerdigs bestond: den kunstrykdom van hun eigen land kenden zy niet. Ons blad zal hun allengskens alles kenbaer maken en aldus den nationalen roem uit het stof der vergetelheid ontgraven.’
Eug. Zetternam.
In twee onzer vroegere nummers deden wy zien, hoe men in den vreemde onze schilders, toonzetters en graveurs wist te waerderen. Onze vaderlandsche schryvers worden er niet minder hoog geschat.
Als een bewys hiervan, vernamen wy dezer dagen, met de grootste voldoening, dat aen de volledige werken van den beroemden vlaemschen romandichter H. Conscience, welke tegenwoordig in byna alle de beschaefde talen van Europa zyn overgezet, wederom eene vertaling te meer is te beurt gevallen. De abt Nicola Negrelli heeft namentlyk te Monaco, hy den uitgever Giorgio Franz, eene volledige vertaling er van laten verschynen, onder den titel Racconti di Enrico Conscience. Het eerste deel vangt aen met eene opdracht en brief van den vertaler, aen den Antwerpschen schryver. Abt Negrelli bekleedt het ambt van boekbewaerder by den gewezen keizer van Oostenryk, Ferdinand I.
By Wilson en Ogiloy, te Londen, is alsmede onlangs verschenen: Tales of Flemish Life by H. Conscience.
Nog een woord over H. Conscience. Men weet dat de gebroeders Levy, te Parys, het op zich genomen hebben, de werken van dit uitstekend genie, by middel eener fransche vertaling, in Frankryk te verspreiden. Over eenige maenden hebben zy die uitgaef begonnen en reeds zyn er twee oplagen van het eerste deel gansch uitverkocht, terwyl er eene derde ter pers is gelegd. De fransche dagbladen, die anders al wat vreemd is, niet zeer genegen zyn, spreken met den grootsten lof over het talent van onzen geliefden volksschryver; zelfs de Moniteur Français, het fransche staetsblad, kondigde een vleijend artikel erover af. Het tweede deel is insgelyks over eenige dagen verschenen en van nu af vindt men het zoowel in de boekeryen der geleerden, als in de boudoirs der Parysche schoonen.
- Zie hier wat er verhandeld, werd, in de zitting van 5 dezer, der klas van letteren by de koninklyke Akademie van België:
De minister van binnenlandsche zaken zendt de kopy van het eigenhandig schrift van Maerlant, getiteld: Alexander, dat zich te München bevindt; deze kopy wordt behandigd aen de kommissie gelast met de uitgave der oude gedenkschriften der Vlaemsche tael. De minister meldt ook dat het Noord-Nederlandsch staetsbestuer oorlof verleend heeft tot het mededeelen van twee handschriften van Maerlant, der Naturen-bloeme en de Rymbybel. Echter zal dit laetste handschrift niet onmiddellyk worden medegedeeld, omdat er thans in Noord-Nederland een byzonder werk over uitgegeven wordt. Op aenvraeg van den minister, zal de Akademie nieuwe kandidaten benoemen in het jury voor het toewyzen van den vyfjaerlykschen prys van vlaemsche letterkunde, in vervanging van de voorgestelde kandidaten, die dezen last niet hebben kunnen aenveerden.
Aen de dagorde is het onderzoek en de beraedslaging over het verslag nopens de aenmoediging der tooneel-letterkunde en tooneelkunst. De heeren de Saint Génois, Snellaert, De Decker, Gachard, Devaux, Quetelet en anderen voeren opvolgentlyk het woord. Na eene zeer levendige woordenwisseling, neemt de meerderheid in grondbeginsel aen:
1o Dat er aenmoedigingspremiën zullen worden vergund aen de schryvers van muziekale tooneelwerken, op voorwaerde dat hunne stukken op eenen regelmatigingerigten schouwburg zouden worden vertoond.
2o Dat er geene byzondere premiën zullen zyn voor de schryvers van letterkundige tooneelwerken.
Ten gevolge dier twee voorstellen, laet men de artikels 3, 4 en 5 weg van het ontwerp der gemengde kommissie, betrekkelyk het tarief der te verleenen premiën.
Men handhaeft artikel 6, aldus luidende:
‘Een vyfjaerlyksche prys zal ingesteld worden voor de dramatische toonzetting, naer het voorbeeld dergene, die voor wetenschappen en letterkunde ingesteld zyn, by koninklyk besluit van 6 July 1851.’
Twee leden zouden gewenscht hebben dat er aenmoedigingen gevraegd wierden ten voordeele van de symfonie-en kerkmuziek.
De meerderheid heeft gedacht dat het welvoegelyker ware, de klas van schoone kunsten de voorhand over die vraeg te laten nemen.
- De minister van justicie heeft, op voorstel van Z. Em. den kardinael-aertsbisschop, magtiging verleend tol het oprichten van een gedenkteeken aen Godfried van Bouillon, in de kerk van Baisy-Thy (provincie Braband). Het opschrift van het monument zal zyn als volgt (fransche tael):
ter nagedachtenis van godfried
van bouillon,
hertog van lothier
en
markgraef van antwerpen,
eersten koning van jerusalem,
geboren te baisy, in braband,
overleden in palestinen,
den xvii july mc.
De wapens van het koninkryk Jerusalem en die van het hertogdom Lothier (Leuven) zullen op voormeld gedenkteeken afgebeeld zyn, gelykvormig het plan door de kommissie der monumenten gewyzigd.
Wy juichen die gedachten van ganscher herte toe, doch betreuren dat men tot nu te Antwerpen, buiten de glasraem in O.L.V. Kerk, geen gedenkteeken aen den krygsheld heeft opgericht, aen wien deze stad zooveel verschuldigd is.
- Door eene edelmoedige en echt vlaemsche gedachte aengespoord, schonk de heer Désiré Delcroix zyn roman Geld of Liefde aen het Vlaemsch Midden-Comiteit, ten einde de voordeelen der uitgave van dit boek ten gunste der vlaemsche zaek te besteden.
Het Comiteit deed het handschrift door eene kommissie van bevoegde rechters overzien, en deze brachten een allergunstigst verslag uit.
Het boek, dat 176 bladzyden beslaet, en slechts 1 fr. 50 kost, is thans van de pers gekomen en by alle boekhandelaren verkrygbaer. Wy gelooven, in het belang der werkzaemheden van het Comitenit, de bewusten roman aen alle onze lezers te mogen aenbevelen.
De heer P. Geiregat, te Gent, verveerdigt eene vertaling in proza van het Nevelingenlied.
Verschenen te Meerhout, by B.V.J. du Moulin, Almanak der Maetschappy de Hoop, te Meerhout, voor 1855.
Wy hebben ontvangen: Aken-Maastrichtsche spoorweg.-Zijtak naar Hasselt, Nederlandsch gebied.-Bestek No 2. 1854.-Maastricht, Leiter-Nypels.
Johan Van Rotterdam.