Vlaerdings redenrijck-bergh
(1617)–Anoniem Vlaerdings redenrijck-bergh– Auteursrechtvrij
[Folio Pp1r]
| |
Noot-dorp,
| |
[Folio Pp1v]
| |
Vlaerdingh tot Noot-dorp.
KOmt aen ô Nodigh Dorp, komt aen (ghy zijt van node)
met uwen eer-sleep van rijm-lievende genode,
In't nodigh van 'tGemeen, in't vorderlijck voor 'tLandt,
En middelt voor de noodt het nodighst onderstandt.
Nu wel aen nodigh volck, die uyt zijt om verwinne
met Liefde, treet niet Lief tot mijnder Poorte inne,
En wilt u liefdig hert, dat na eer en prijs haeckt,
verzaden met het groen dat 'treed'rijck hert vermaeckt.
| |
Noot-dorp tot Vlaerdingh.
NAdien de reden-konst verweckt (door liefd' en lust)
der Toe-hoorders gemoet, ja zelfs de Ziel van binnen,
So dat het 'tstichtigh werck van Redenaers bewust,
Treckt 'therte tot de konst, die, dies als wy beminnen.
Hier op, ô Vlaerding Maecht, wy ons bekoorde zinnen
geoffert hebben u, als op d'Altaer van trouw,
Hopende dat ghy ons sult lonen na wy winnen,
Als van dees Red'naers een Voestersse ende Vrouw:
Want wy Damast-bloemkens vervrolickt buyten rouw,
Verzoeken (gelijck als gewees is u begeren)
het Aker-boomken nut, op dat so elck wel wou,
Ons komst in konsten slecht, haer kroning mocht vermeren,
En daer na sich dan tot een oprecht oordeel keren.
|
|