Inhoudt van't Spel.
T'Oneenig volck door't toestoken van Blinden ijver en Ydel voorstellen, verbijstert van hare Vijf aengheboren zinnen, en vaert voort in woedende raserye: het welcke Vrese voor verderf al klagende draecht de vvettige Magistraet te voren.
Welcke met nader beduncken daer op beraetslaecht met den God geleerden, die brengt 'tOneenige volck (met voorhoudinge der Schriftueren) tot vereninghe, en noemt haer het Eenich volck, des bekomen sy wederom aen hare Vijf zinnen, en worden onderwyle van Blinden ijver en Ydel voorstel verlaten.
Daer na wordt by VVettige Magistraet, Vrese voor verderf, en Godt geleerde gehandelt, wat middel nodichst voor 'tGemeen, en vorderlijckst voor 'tLandt soude wesen, 'twelcke Godt geleerde, Godlijcke Regering die eens gezint is, seyt te zijn.
De Hoge Overheyt wordt daer op van 'tEenich volck belofte gedaen van eenich ende ghetrou te vvesen, waer uyt voort komt Inlandtsche vrede, Rechtvaerdigheyt, Matigheyt, voorsichtigheyt, Sterckheyt, ende eyndelijck Vrolijck vvesen, vvelcke Godt danckt dat de zake van 'tLandt ende Gemeen tot eenderleye gezintheydt is ghekomen.