Vlaanderen. Jaargang 5(1907)– [tijdschrift] Vlaanderen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 548] [p. 548] Mignon. Arm kind des volks, Mignon, Mignon, Waar is uw leven, uw licht, uw zon? Wie ziet uw naaktheid, uw krankheid, uw nood, Uw bloedlooze wang en den traan in uw brood? Wie let in der feesten speierglans Op uw stillen weemoedigen eierdans! Wie merkt hoe uw tengere ledekens plooi'n, En uw oogen, om hulp niet, om meêlij schooi'n. Uw oogen, zoekend naar 't heilig oord, Waar uw zingende zieltje aan toebehoort, Ginds diep in 't hemelsch vergezicht, Waar engels stoeien in sterrenlicht. Arm kind! De marmeren beelden schrei'n En de gouden menschen in weelden wei'n, Wijl uw broeders, bij weenenden toortsenbrand, Daarhenen u dragen: Kennst du das Land? [pagina 549] [p. 549] Den brave die zwoegend... Den Brave, die zwoegend zijn brood niet wint, Wat is hem vriend, wat vrouw of kind? Zijn vriend heeft genoeg met eigen nood. Zijn vrouw is een last en zijn kind zijn dood. Rampzalig! Rampzaliger nog wie dan Zijn waardigheid voelt van mensch en man! Die niets bezittend toch iets wil zijn, En zijn schaamte verbergt in den lach der pijn. Dat anderen spreken van moed en geduld, Van hulp en van hoop, van plicht en van schuld! Een hoon is hun aalmoes, een vlek is hun traan. Zijn werk wil loon en zijn loon bestaan. Dan eerst wordt de arbeid hem edele vreugd, Blijft waarheid waarheid en deugd nog deugd; Dan eert hij zijn vrouw, dan aanbidt hij zijn kind, En gelooft in een God die de menschen bemint! [pagina 550] [p. 550] Het hechtste der vriendschap. Het hechtste der vriendschap, de trots der trouw, Hij staat voor 't aanbeeld, hij troont op 't getouw. Een arme aan woorden! Maar 't woord dat hij geeft Is vast als het stuk dat hij hamert of weeft. O man des vernufts, treed voor, treed voor, Een bleeke figuur naast dien krachtigen moor; Beleer hem en stel hem voor ons, vernieuwd, Een gloeistof waar gij vormen in hieuwt. Leg uw zachte hand in zijn harde hand - Geen rijkdom is roem en geen armoe schand - Dat ze sluiten als middeleeuwsch metselwerk, Den regen, de stormen en de eeuwen te sterk. Leg uw zachte hand in zijn harde hand; Dan zal geen schokken u scheiden, want Waar haat verdwijnt en liefde heerscht, Wordt God geboren en mensch voor 't eerst. R. De Clercq. Vorige Volgende