Vlaanderen. Jaargang 3(1905)– [tijdschrift] Vlaanderen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] [O vrouwe-leed] o Vrouwe-leed in liefde ontvange' en leven telen, dat, dankend om een langen blik, uw wee verge'eet: hoe brandt geen schaamt', hoe stokt geen traan in mijne kele om de eigenbaat'ge schamelheid van eigen leed?... - Want gij en kent geen minne-duur dan stil verduren dat keere steeds in smart wat wierd in heil bemind, - gij die, wijl ge om 't gekreun van 't pijn-gebaarde kind de zorge van uw oore buigt en bang laat duren, de warme weelde om mij van uw weeke arme windt. 2 Jan. '05. Karel van de Woestijne. Vorige Volgende