Vlaanderen. Jaargang 2(1904)– [tijdschrift] Vlaanderen– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 28] [p. 28] Uchtend. Hoor, hoe 't al jubelt in den morgengloed van vooglenklankjes, die druk stijge' en dalen, hupplen en dansen in feestlijken stoet, schalks elkaar vluchte' en speelsch weer achterhalen . . . 't Smelt alles saam, in wonderlijke talen, tot één geluid-feest, dat den dag begroet. 't Is of onzichtbre vingren rustloos-zoet langs fijne snaren gaan, uit zonnestralen en morgendauw teederlijk-schoon gewrocht . . . Ik adem zacht de waaiende uchtendlocht, en wandel vroom, met licht-zwevende schreden, klein, schamel menschenkind, wien droomvol Eden zijn schat van licht en liefelijk geluid - een godlijk wonder - onverwacht ontsluit . . . Richard de Cneudt Vorige Volgende