De Vlaamse Gids. Jaargang 81(1997)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Willem van Toorn Gedichten Piero della Francesca: leggenda della Vera Croce fresco's in de S. Francesco, Arezzo [Dat is over het kruishout allemaal] Dit is over het kruishout allemaal: een strip van kleurige kalken landschappen, konten van speelgoedpaarden, hoofse poppen, geordend in stilgevallen kabaal van oorlogen, steden, stoeten. Het verhaal over de boom der kennis van goed en kwaad. Een tak daarvan geplant na Adams dood die weer uitgroeide tot een boom zo groots dat hij voor de bouw van koning Salomo's paleis wordt omgehakt. Maar Sheba droomt dat er een koning ooit aan sterven gaat die haar vorst overvleugelt, en ze laat het hout begraven in een put. Vergeefs: precies op het tijdstip van de profeet drijft het weer boven. Een Romeins soldaat hamert de spijkers erin, dwars door Zijn vlees. [pagina 24] [p. 24] [Verhaal van verf] Verhaal van verf. Wie het nu leest weet niet waarom het zó moest: die serene stoeten van hovelingen, hovaardige hoeden, geplooide mantels en in het verschiet droomlandschappen als in het paradijs. Gaat het soms om hoe we staan, hoe onze voeten aarde raken en niet, hoe bont en zij in deze eindige verkleedpartij verhullen wat we zijn: kinderen, zoekend naar wat de dingen zeggen? Tussen hen allen één die het weet misschien. Hij richt het hout op bij de put waar het in moet vallen naar Sheba's wil. Simpele dronken knecht in vodden, maar het meest een mens. Houtnerf een aureool achter zijn hoofd, maar uit zijn hemd hangen, secuur van lijn en kleur, zijn ballen. [pagina 25] [p. 25] [Het moet wel zo zijn dat jij ergens staat] Het moet wel zo zijn dat jij ergens staat in deze scènes van het heilig hout. Zo stil en hoofs in een geplooid gewaad als deze hofdames van Sheba's stoet. Vocht vreet de beelden aan. Een mouw, een hoed vermoed ik wel, flard van een lap kostbare mantelstof. Geef een teken. Ik moet haastig de wanden langs of mij ontsnapt jouw ogenblik binnen dit tijdloos staan. [pagina 26] [p. 26] [Gezichten doodgewoon buiten op straat] Gezichten doodgewoon buiten op straat. Winkelier Salomo. Jongen op het terras met engelengezicht. En Sheba stapt juist in de bus die naar het bergdorp gaat waar haar gezin op de boodschappen wacht. Lansknechten in zijstegen. Een profiel gevangen in een ruit, een hiel maar net los van de grond, precies zoals de paardenjongen pratend met zijn maat bij Piero. Wie maakt hier een grap met jou en mij? Ik zie je wel wegglippen uit de deur van de kapel. Binnen of buiten. Of het iets uitmaakt. Vorige Volgende