De Vlaamse Gids. Jaargang 38(1954)– [tijdschrift] Vlaamsche Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 609] [p. 609] Amberboom op Rivierenhof (Deurne) door K.H.R. de Josselin de Jong voor Herman. Verloren tussen de gewende bomen, Zijn huid doorvloeid van warme, vreemde geur, Herdroomt hij duizend lang-geleden dromen Op waaiend wissellied van klank en kleur. Het park was ééns decor vol praal en luister, Voor oud en koninklijk voornaam geslacht; Berceaux van groen verborgen het gefluister Der speelse liefdewoorden in den nacht. En daags was er het hoofs en licht bewegen Van rococo-figuren, hand in hand; Fontein-muziek van zilvren flonker-regen Op zwarte zwanen langs den vijverrand. Hij heft zijn kroon van fijn-generfde blâren, - Scharlaken wonder in octoberzon - En in zijn kern zweit gouden hars in zware, Ononderbroken stroom uit donkre bron. Hij is zo eenzaam als een ongenode, Die op het feest geen eigen rechten heeft; Een niet-gewenste, vreemde onheilsbode, Wien men zijn vreemdeling-zijn niet vergeeft. Maar op een dag komt hem als in zijn dromen, Een minnend paar weer langzaam tegemoet, Elkander steunend, stiller dan de bomen, Totdat hun voeten rusten aan zijn voet. Dit is het wonder, dit het onverwachte, Zijn wortels trillen in den harden grond: Hij is toch niet alléén, zijn eenzaam wachten Schrijnt niet meer als een rauwe, bleke wond. Een kleine hand wordt langs zijn huid gestreken In tederheid, die puurste liefde is; Hij hoort haar stem die ‘amber’ fluistert, breken. Bij 't zoet geheim van haar bekentenis... Vorige Volgende