Een meesterstuk op dit gebied was de wijze, waarop Molotov en Tsjoe en Lai door hun krachtdadige taal medehielpen tot de val van de regering Laniel in Frankrijk en deze van de h. Mendès-France door zachte woorden wind in de zeilen zetten.
Welke zijn dan de verweermiddelen, die het Westen daartegenover aanwendt of zou moeten aanwenden?
Voor het Westen bestaat slechts een mogelijkheid: een duidelijke politiek, die alle vrije volken van Europa, Azië, Afrika en Amerika kan verenigen. Deze politiek zou niet anders kunnen zijn dan de oordeelkundige inrichting van het leven op deze planeet onder voorwaarden van individuele en nationale vrijheid. Zij zou onomwonden moeten opkomen voor de bevrijding van de volkeren, die thans aan de Sovjet-dwingelandij zijn prijsgegeven. Dit zou niet meer een warme oorlog betekenen dan de communistische politiek, die de sovjetisering van de gehele wereld beoogt.
De tactiek zou voortvloeien uit de strategie. Daar het Westen ten voordele van de bevrijding der onderdrukte volken van Europa zou opkomen, zou het zijn onderdrukkers veroordelen en zou het met hen geen uitstaans meer hebben. Aldus zou het vertrouwen en het moreel van de onderdrukte volkeren gesterkt worden, hun heersers zouden zich minder op hun gemak gaan gevoelen en het gevaar van een ‘warme’ oorlog zou afnemen. Tevens zou het gezag van de communistische partij, vooral in Frankrijk en in Italië, een ernstige deuk krijgen.
Een belangrijke zet in de tactiek van het Westen zou het boycot van Moskou en Peking zijn. Zoiets is misschien niet 100 t.h. mogelijk, maar aldus zouden ten minste vier winstpunten worden aangetekend. Ten eerste zouden beide handlangers, wat zij ook zouden mogen aanwenden om uit dat boycot los te geraken, het veel lastiger hebben dan tot nu toe het geval was met de Westerse naties, welke elkaar onder de voeten liepen om toch maar met de communisten handel te kunnen drijven. Ten tweede zou de levering van bepaalde sleutelproducten zoals kogellagers volledig voor de communisten kunnen afgesloten worden, met de voor hen daaruit voortvloeiende gevolgen voor hun productiebalans. Vervolgens zou het zedelijk gezag van het Westen toenemen en dat van de Moskou-Peking as verminderen; feitelijk dus het omgekeerde van wat nu het geval is ingevolge de ijver van het Westen om met het Oosten handel te kunnen drijven. Ten slotte zou de eenheid van het Westen, die thans verbroken is ten gevolge van de mededinging voor het bemachtigen van de Oosterse markt, hersteld worden, hierbij zelfs het feit ter zijde gelaten, dat alle goederen, die aan de communisten worden geleverd, hun toelaten het overeenstemmend productievermogen vrij te maken voor militaire doeleinden.
Nu werden o.m. visserijbenodigdheden aan de Sovjet-Unie geleverd, die misschien op zichzelf beschouwd geen verzwakking van de Westerse weerbaarheid meebrachten, maar in de grond de Sovjets toch toelieten bv. in de