Spiegel van vroeger en nu
1
DE anecdote is te onzent een ‘literair genre’, dat in de brede volkslagen nog tot de mondelinge overlevering behoort. Verhaaltjes, meestal van een min of meer bedenkelijke soort, worden van mond tot mond voortverteld; de grofste schuwen het daglicht en de huiskamer en fleuren daarentegen op ‘onder vrienden’ en in de herbergen. Moppen van een deftiger maaksel bereiken reeds de papieren sferen van almanakjes en weekbladen. De waarlijk geestige en zinrijke anecdote, product van een elite, vindt men in tijdschriften en boeken. De anecdote is ook een cultuurmeter. Het blijft een feit dat wij op dit gebied nog heel wat te leren hebben van Fransen, Engelsen e.a. Toch zijn we niet arm aan anecdotes, ofschoon we nog geen ‘Dictionnaire encyclopédique d'anecdotes’ bezitten. Velen onder ons kennen bijv. Edmond Guérards tweedelige dictionnaire, Raymond Geiger's boekjes met Jodenmoppen, Léon Treich's Collection d'Anas.
In Vlaanderen kan gewezen worden op een groot aantal pittige marginalia, verschenen - en helaas, begraven - in onze beste dag- en weekbladen en tijdschriften. Bijna geen enkele Vlaamse auteur, of hij (zij) heeft dit genre met mooie staaltjes verrijkt. Maar al deze pareltjes liggen overal en nog elders verspreid; en de man of de vrouw die dit alles eens zal willen of kunnen lezen en zal samenbundelen, moet nog geboren worden: hij of zij zal er veel plezier aan beleven... doch ook veel miserie om het daarna uitgegeven te krijgen. Hoe zonderling zulks ook schijnt, in bijna elke samenleving worden de ‘geestigen’ door de ‘ernstigen’ in de hoek geduwd.
Aan dit alles denk ik bij het lezen van Clara Eggink's lizef boekje, gewijd aan leuke voorvalletjes uit het leven van een twintigtal Hollandse auteurs: ‘Kleine grapjes van grote mensen, anecdotes van schrijvers’ (uitg. Moussault, A'dam). Een aardig geschenkje, dat geen ééndagsvlinder zou mogen blijven. En ik uit daarbij de wens dat er eens een ‘Groot encyclopedisch boek van kleine grappen’ zou mogen verschijnen: want de Lage Landen hebben ook, zij het in geringer mate, hun Wilde's en Tristan Bernard's, hun Shaw's en hun ‘échotiers’. Onze elite is op dit gebied evenwel nog te zwaar-serieus en laat dit domein nog te veel aan het grover