| |
| |
| |
Groot-Brittannie en het Atlantisch pact
WELKE zijn de redenen waarom Groot-Brittannië het tot nog toe onmogelijk achtte zijn strijdkrachten nauwer bij die van de Europese Verdedigingsgemeenschap te betrekken?
Ik hoop hierbij te kunnen bewijzen, dat de Britse deelneming daarom niet minder belangrijk is, en dat wij ons zonder voorbehoud verbinden. Zo men rekening houdt met de talrijke verbintenissen, die wij overal in de wereld hebben, stelt men vast, dat de bijdrage van Groot-Brittannië in de strijd tegen het communisme, zowel op quantitatief als op qualitatief gebied, elke vergelijking kan doorstaan.
Het is nodig, voor de goede werking van het Noord-Atlantisch Pact, dat elke natie de moeilijkheden en de vraagstukken waarmee de andere landen hebben af te rekenen, indachtig weze. Het Noord-Atlantisch Pact, is een vrij verbond van 14 naties en het is onmogelijk, dat al de statenleden eenzelfde opvatting zouden hebben over de talrijke bestaande vraagstukken. Het doel, dat dient nagestreefd, is het begrijpen van de verantwoordelijkheden en de moeilijkheden van elke natie, zowel in als buiten het raam van de Nato.
Het weze mij toegelaten een kort geschiedkundig overzicht te geven van het verleden. De politiek en de handelwijze van Groot-Brittannië worden inderdaad sterk beïnvloed door de voorbije gebeurtenissen.
| |
Geschiedkundig overzicht
Groot-Brittannië begon in Europa een voorname rol te spelen ten tijde van Koningin Elisabeth I. De Britse Eilanden bevinden zich op de zeewegen, die leiden tot de meeste havens van Noord-Europa. De goederen, die verhandeld worden tussen Europa en de andere werelddelen, worden meestal in Britse havens overgescheept, ofwel varen de handelsvaartuigen langs de Britse kusten en worden dan begeleid en beschermd door de Britse oorlogsvloot. Gebeurlijk zag men de tussenkomst van een andere mogendheid.
Eeuwen lang werd bovendien handel gevoerd tussen Groot-Brittannië en het vasteland. Het beginsel, dat sedert lang ten grondslag ligt aan de politiek van Groot-Brittannië, is dat geen enkel machtig Europees land de lage landen zou beheersen en daardoor een einde zou maken aan deze handel en de veiligheid van de Britse Einlanden zou bedreigen.
Om deze politiek te kunnen volgen, heeft Groot-Brittannië in het verleden oorlog gevoerd tegen de meeste Europese mogendheden. Tijdens de jongste twee wereldoorlogen was Duitsland deze mogendheid.
Een nieuwe en meer gevaarlijke bedreiging daagt thans op. Tot nog toe werd het Russisch imperialisme slechts als een gevaar beschouwd voor het Midden-Oosten en voor Azië. Thans wordt de gemeenschap van de Europese volkeren, worden hun levenswijze en hun bestaan bedreigd.
| |
| |
Daarom hebben de Westeuropese landen, Groot-Brittannië inbegrepen, een einde gesteld aan hun oude veten. Zij hebben zich verenigd, hopelijk voor altijd, en trachten thans hun gemeenschappelijke verdediging in te richten om aan het gevaar, dat hen bedreigt, het hoofd te bieden.
De ondertekening van het Verdrag van Brussel was een eerste stap in die richting, gevolgd door de totstandkoming van een gemeenschappelijke legerleiding (Benelux en Frankrijk).
Niet alleen Europa, doch ook de Verenigde Staten van Amerika en Canada worden door Rusland bedreigd. Dit is de reden waarom het Noordatlantisch Pact gesloten werd.
De Verenigde Staten hebben reeds een zeer belangrijke rol gespeeld in de jongste twee wereldoorlogen, die beide in Europa waren uitgebroken. Het is echter de eerste maal in de geschiedenis, dat zij in vredestijd deelnemen aan de voorbereidingen van de verdediging van Europa. Men mag zelfs zeggen, dat zij de leiding van deze voorbereidingen waarnemen.
Door het feit dat Groot-Brittannië belangen verdedigen moet zowel in de nieuwe wereld als in Europa, bekleedt het een enige plaats. Groot-Brittannië, dat geschiedkundig deel uitmaakt van Europa, heeft in het verleden deelgenomen aan de politiek in Europa en heeft er steeds voor gezorgd, dat het evenwicht tussen de mogendheden op het vasteland werd gehandhaafd. De uitbreiding van het luchtwapen en de uitvinding van radio-bestuurde toestellen, hebben het belang van het Kanaal bij de verdediging van Groot-Brittannië in belangrijke mate verminderd.
Het dringt zich op dat, zo de verdediging van West-Europa onontbeerlijk is voor de verdediging van het Verenigd Koninkrijk, het tegenovergestelde eveneens waar is. De veiligheid van de Britse eilanden is van het grootste belang, zo men met een kans op welslagen West-Europa en Noord-Amerika wil verdedigen.
Het is niet omdat Groot-Brittannië zich heeft ingelaten met de Europese aangelegenheden, dat het daarom bij de mogendheden van het vasteland moet gerekend worden.
Sinds de Britten in 1558 Kales verloren, hebben zij opgehouden alleen in de richting van het Europese vasteland te kijken. Zij hebben hun aandacht geschonken aan de ganse wereld. Al maakt het deel uit van Europa, toch is het Verenigd Koninkrijk nauw verbonden aan het Gemenebest en aan de Verenigde Staten. Zo Engeland zijn houding wijzigt, zou het hierbij alles laten varen wat in het verleden zijn roem heeft gevestigd. Al hetgeen thans van Groot-Brittannië, zowel op materieel gebied als op geestelijk gebied, een wereldmacht maakt, zou verloren gaan. De oprichting van het Britse Rijk is de voornaamste uitslag geweest van onze macht ter zee. Eerst als zeerovers, daarna als handelaars, hebben wij de grenzen van ons Rijk uitgebreid op de zeewegen. Daarna hebben wij over de hele wereld nieuwe naties en nieuwe bezittingen tot stand gebracht. Overal waar de Britten zich gevestigd hebben, slaagden zij er in de
| |
| |
eerbied voor de wet, de zin voor de vrijheid en de democratie te doen zegevieren. Niet altijd, weliswaar, waren wij even wijs. Wij hebben echter altijd blijk gegeven van goede wil en goede bedoelingen. Het Britse rijk heeft heden de plaats geruimd voor een gemeenschap van naties, onderworpen aan de Britse Kroon, doch volledig onafhankelijk.
De enkele koloniën die ons nog overblijven slaan zelf de weg in naar een politieke en sociale onafhankelijkheid. Misschien gaan ze hier wat vlug te werk.
Deze volkeren zijn dus nauw verbonden door de Kroon en de persoon van de vorst. De kroning van Koningin Elisabeth II heeft eens te meer het bewijs van de macht en de stevigheid van deze band geleverd.
Een ander bewijs van de samenhorigheid van de leden van het Britse Gemenebest werd gegeven tijdens de jongste twee wereldoorlogen, toen de onafhankelijke Dominions Canada, Zuid-Afrika, Australië en Nieuw-Zeeland zich om Groot-Brittannië hebben geschaard. Al werden zij niet rechtstreeks aangevallen, hebben zij de oorlog verklaard aan de aanvaller en hebben met de geallieerden in Europa, in het Verre-Oosten en in het Midden-Oosten voor de vrijheid gestreden.
Wij zijn er van overtuigd, dat, zo wij met deze landen in betrekking blijven, wij in geval van nood steeds op hun hulp zullen mogen rekenen. Opdat het zo weze moet Groot-Brittannië hen evenens bij staan in de koude oorlog die thans gevoerd wordt, en die vooral in Azië en in het Verre-Oosten woedt. Men mag niet vergeten dat er onder de Britse Dominions drie Aziatische machten zijn, en dat wij bijgevolg rekening moeten houden met de politiek en de strategie in Azië.
Het is derhalve gemakkelijk te begrijpen, dat Groot-Brittannië verantwoordelijkheden dragen moet in andere werelddelen, zoals in Afrika en in Azië. Wij moeten in deze gebieden strijdkrachten inzetten waarvan het optreden in rechtstreeks verband staat met de aardrijkskundige verdediging van West-Europa en noodzakelijk is zo men de uitbreiding van het communisme wil stopzetten.
In het licht van deze beschouwingen en rekening houdend met de verbintenissen, die Groot-Brittannië moet naleven, zullen wij thans de bijdrage onderzoeken die de Britten aan de Europese gemeenschap kunnen leveren.
| |
De zeemacht
Onze zeemacht is, door haar traditie, het eerste en belangrijkste wapen waarover wij beschikken. Onze ondervinding op dit gebied werd gesterkt door twee wereldoorlogen. Vooral wat de begeleiding van convooien en de strijd tegen duikboten betreft hebben wij belangrijke vorderingen gemaakt. Wij mogen zeggen, dat wij op dit gebied welk ander land, zelfs de Verenigde Staten, ver vooruit zijn.
Door zijn aardrijkskundige ligging is Groot-Brittannië ‘de bestemmeling’
| |
| |
van de meeste convooien uit Noord-Amerika en daardoor het ‘arsenaal van de democratie’. De convooien zijn de waarborg van de Europese verdediging. De duikboten zijn hun grootste vijanden. Groot-Brittannië bezit talrijke goedgelegen vlootbases van waar uit de strijd kan aangebonden worden tegen de duikboten in het oosten van de Atlantische Oceaan. Groot-Brittannië ligt eveneens op de zeewegen, die naar de Scandinavische landen en naar de Baltische Zee leiden. Groot-Brittannië is daardoor gunstig gelegen om zo nodig de toegang tot de westelijke kusten van Rusland in de Baltische Zee en de IJszee te beletten. Een oorlog ter zee zou niet uitsluitend gevoerd worden in het oosten van de Atlantische Oceaan. Om deze reden onderhoudt Groot-Brittannië talrijke vlootbases, die over de ganse wereld verspreid liggen. De voornaamste zijn wellicht Gibraltar, Malta, Aden, Ceylon en Singapore, die alle van het grootste belang zijn voor het toezicht op het verkeer ter zee tijdens de oorlog.
De oorlogsvloten van Groot-Brittannië en van de landen van het Gemenebest, evenals deze van de Verenigde Staten en van de andere geallieerden, zouden deze bases zeer nuttig kunnen gebruiken.
Het is ontegensprekelijk, dat de zeemacht van groot belang is voor de Nato.
| |
De luchtmacht
De luchtmacht is tegenwoordig de belangrijkste factor bij de verdediging van een grondgebied. Hier eveneens heeft Groot-Brittannië een der belangrijkste bijdragen uit zijn geschiedenis geleverd.
Het waarnemen van de vijandelijke vliegtuigen door middel van de radar, werd in Groot-Brittannië toegepast en verbeterd. Hadden wij niet in 1940, dank zij onze luchtverdediging, de beroemde slag van Engeland gewonnen, dan zou de wereld thans in een zeer verschillende toestand verkeren. Eens te meer, dank zij hun aardrijkskundige ligging, beschikt Groot-Brittannië over uitstekende bases voor het uitvoeren van strategische bombardementen. Deze bombardementen maken trouwens het enige middel uit waarover de Atlantische landen beschikken om de vijand doeltreffend aan te vallen indien een oorlog uitbreekt. Groot-Brittannië bezit eveneens landbases voor de toestellen van de zeeluchtvaart, die de strijd zouden moeten leveren tegen de duikboten in de Atlantische Oceaan en in de Noordzee.
Men heeft beweerd, dat de strategische bommenwerpers even goed hun bases op het vasteland zouden kunnen hebben. Dit is onjuist. Zowel op operationeel als op logistiek gebied zijn onze bommenwerpers met grote actiestraal beter beschermd in Groot-Brittannië dan op het vasteland. Zolang het ons mogelijk is de belangrijke doelen in ons bereik te houden is het aangeraden de diensten, die het onderhoud en de werking van de bommenwerpers-smaldelen verzekeren, niet te overlasten in deze steunzone van het vasteland, die trouwens reeds genoeg werk op de plank heeft.
De vliegvelden en de talrijke diensten die de bommenwerpers-smaldelen
| |
| |
nodig hebben, zijn trouwens talrijk genoeg in Groot-Brittannië sedert de oorlog 1939 - 1945. Waarschijnlijk herinnert gij u, dat tijdens de jongste oorlog bijna al de strategische vluchten, die tegen Duitsland ondernomen werden, uit Groot-Brittannië vertrokken; de Amerikanen bombardeerden overdag terwijl de Britse luchtmacht 't nachts uitvloog.
De Brits-Amerikaanse samenwerking werd aldus tot stand gebracht en de middelen, de techniek en de militaire inrichtingen, die daarvoor gebruikt werden, zij nog niet vergeten. Zij worden weer gebruikt en zullen meer en meer van pas komen. Het is waarschijnlijk geen overdrijving te verklaren, dat het de strategische bommenwerpers, - vooral deze van de Amerikaanse luchtmacbt die reeds hun bases hadden in Groot-Brittannië, - en hun belangrijkste wapen, de atoombom, geweest zijn, die het tot nog toe mogelijk gemaakt hebben een middel te vinden om het gebrek aan voorbereiding op andere gebieden van onze verdediging goed te maken.
| |
De landstrijdkrachten
De traditie toont aan, dat Groot-Brittannië nooit een grote macht geweest is te lande. Dit is vooral toe te schrijven aan zijn betrekkelijk geringe bevolking en aan de noodzakelijkheid voor Groot-Brittannië steeds belangrijke zeemachten te onderhouden, die thans moeten aangevuld worden door een even uitgebreide luchtmacht. Wij hebben nochtans steeds te lande een rol gespeeld in de mate van onze mogelijkheden. Ik kan niet verzekeren, dat wij, indien de noodzakelijkheid zich voordoet, nog op dezelfde wijze zullen te werk gaan. Wij beschikken reeds op het vasteland over vier divisies, waarvan drie pantserdivisies. Zo men daarenboven de landstrijdkrachten van de Nato in hun geheel beschouwt, is het niet uitgesloten, dat Groot-Brittannië een soort vooruitgeschoven basis zou worden wat betreft de uitrusting van de geallieerde legers in Europa, uitrusting die afkomstig zou zijn van de arsenalen in Noord-Amerika.
Zoals men weet is Groot-Brittannië een geïndustrialiseerd land, dat beschikt over een groot aantal bevoegde technici, een grote ondervinding wat betreft de fabricatiemethoden en talrijke industriële inrichtingen van alle aard. In de toekomst zoals in het verleden, zou Groot-Brittannië een voorname rol kunnen vervullen bij de voortbrenging en de levering van oorlogsmaterieel.
Al is Amerika de voornaamste bevoorradingsbron, wij hebben nog altijd een nuttige rol op dit gebied en op dat der herstellingen te vervullen, gezien ons land zeer dicht gelegen is bij de vermoedelijke gevechtszone. Dit is echter niet alles. Door een gril van de natuur en in tegenstelling met de vaak naar voor gebrachte bewering als zou de Brit niet denken doch alleen voelen, hebben wij in ons land geleerden die bewezen hebben, dat zij zeer vooruitstrevende gedachten hebben wat betreft de jongste uitvindingen zoals b.v. de radar, de atoomkracht, de reactievoortstuwing.
| |
| |
| |
Wat beperkt de Britse bijdrage tot de Nato?
Alvorens nader in te gaan op de belangrijkheid van de strijdkrachten die het aandeel van Groot-Brittannië uitmaken bij de Atlantische verdediging, zou ik zekere factoren willen behandelen die de belangrijkheid beperken van onze strijdkrachten onder het rechstreeks bevel van de Nato.
De strijd tegen het communisme wordt in gans de wereld geleverd en het is niet zeker, dat een oorlog zou kunnen gewonnen of verloren worden in een bepaald land of op een of ander strijdtoneel. Bijgevolg mogen de wereldmogendheden, zoals Groot-Brittannië er een is, al hun krachten niet samenbrengen op een enkele plaats. Bij het naleven van hun verbintenissen in Europa moeten zij rekening houden met de gebieden waar zij reeds, - het weze een koude of een warme oorlog, - de strijd leveren tegen de communistische vloed, die onder het toezicht van de Sovjets staat.
Sommige dezer strijdkrachten, die thans verspreid zijn in andere werelddelen en niet ter beschikking staan van de Nato, leveren echter een rechtstreekse bijdrage, - ik hoop dit te kunnen bewijzen, - tot de Atlantische mogendheden in Europa.
| |
Het Verre-Oosten
Laten we het eerst over het Verre-Oosten hebben, vermits het daar is, dat de zogezegde koude oorlog de hoogste temperatuur bereikt.
Wij hebben thans strijdkrachten, die gelegerd zijn op Korea en op het Indische archipel, evenals een garnizoen dat zo nodig Hong-Kong zal verdedigen.
De eerste onmiddellijke versterking voor de Amerikanen op Korea was een Britse brigade uit Hong-Kong. De bijdrage van het Gemenebest werd thans gebracht op een divisie, bestaande uit eenheden van al de Dominions. Op het Indische archipel alleen bereiken onze troepen, zowel Britten, Gurkha als koloniale, ongeveer 40.000 manschappen in aantal, die vechten tegen de gemeenschappelijke vijand, zonder rekening te houden met de steun op zee en in de lucht. Sedert 1948 hebben 250.000 manschappen de vuurproef in de Indische archipel ondergaan.
| |
Het Midden-Oosten
Het Midden-Oosten is het centrum der verbindingen tussen Europa en het Verre-Oosten. Het slaat een brug tussen Azië en Afrika en is daardoor de hoeksteen van de verdediging van Noord-Afrika tegen de uitbreiding van het communisme.
Men hoeft slechts te denken aan de onuitputtelijke bronnen van arbeidskrachten, die beschikbaar zouden zijn voor de verplichte tewerkstelling in Sovjet-Rusland, moest Afrika in handen van de communisten vallen, om te
| |
| |
begrijpen waarom het behoeden van Afrika tegen het communisme zo belangrijk is.
Het Midden-Oosten bevat petroleumbronnen, vooral in de streek van de Perzische Golf, waarvan de waarde niet geschat kan worden. Het is het centrum van de Muselmaanse wereld, die zich uitstrekt van Marokko tot Pakistan.
De streek van het Midden-Oosten is van levensbelang voor de verdediging van Europa. Van uit de bases, die daar bestaan, zouden wij gemakkelijker dan waar ook het deel van Europa door Rusland bezet, kunnen treffen, evenals het zuiden van dit land, de Kaukasus inbegrepen.
Men denke ook aan de plaats die door Turkije, een werkelijk lid van de Nato, wordt bekleed. Hoe beter zijn zuidelijke grens verdedigd wordt, des te doeltreffender zal Turkije zijn taak in de strijd tegen het communisme kunnen vervullen. Ging het Midden-Oosten verloren, dan zou Turkije niet alleen kunnen weerstaan en de bedreiging die op de Egeïsche Zee en de Middellandse Zee drukt zou veel gevaarlijker worden.
Daarbij dient men nog rekening te houden met de verbindingen tussen Europa en het Verre-Oosten, die van levensbelang zijn voor bijna alle landen. Men kan zich gemakkelijk de gevolgen inbeelden, die het verlies van deze weg tijdens een oorlog zou teweegbrengen en de invloed, die daardoor zou uitgeoefend worden op de ganse geallieerde strategie.
De verdediging van het Midden-Oosten is dan ook van het grootste belang: 1. om een offensieve basis te verlenen van waar uit het mogelijk zou zijn een gebeurlijke Russische aanval af te slaan; 2. om de veiligheid van de westelijke en zuidelijke grenzen van Turkije, en bijgevolg van al de landen van de Nato te vrijwaren; 3. om de verbinding tussen de lucht-en zeewegen van de Middellandse Zee en van het Verre-Oosten open te houden; 4. om te voorkomen, dat de petroleum van de Perzische Golf in de handen van de Russen zou vallen; 5. om de Russen van Afrika verwijderd te houden; 6. om de Muselmaanse wereld buiten de invloed van de Sovjets te houden.
Op dit ogenblik is Groot-Brittannië de enige grote mogendheid die strijdkrachten heeft in het Midden-Oosten. Tussen Malta en de Perzische Golf hebben wij ongeveer 3 divisies, gesteund door de nodige luchtstrijdkrachten. Daarbij dient gerekend de Britse vloot in de Middellandse Zee, die thans deel uitmaakt van de strijdkrachten van de Nato, onder het bevel staat van de Nato-opperbevelhebber, en waarvan de belangrijkheid kan vergeleken worden met deze van de 6de Amerikaanse vloot. De strijdkrachten, die toezicht uitoefenen op de Egeïsche Zee en de uitgang van de Zwarte Zee, zouden een grote invloed uitoefenen bij een oorlog op zee.
Meer dan de helft van de landstrijdkrachten waarover Groot-Brittannië beschikt werden ingezet in de koude oorlog in het Verre-Oosten. Deze deelneming aan het behoud van het evenwicht in de wereld, vergt van Groot-Brittannië een voortdurende ter beschikkingstelling van manschappen en materieel en moet dan ook kunnen gewaardeerd worden.
| |
| |
| |
De verdediging van het land
Nog enkele woorden over de verdediging van Groot-Brittannië. Ik heb er reeds op gewezen, dat Groot-Brittannië een belangrijke bevoorradingsbasis is van de Nato. Groot-Brittannië beschikt eveneens over luchtbases voor de strategische aanvallen evenals over vliegvelden en vlootbases voor de operaties ter zee en in de Atlantische Oceaan. Het zou dus wel mogelijk kunnen zijn, dat Groot-Brittannië het voornaamste doel zou uitmaken van een Russische luchtaanval. Daarom moeten gepaste luchtstrijdkrachten de verdediging van ons grondgebied kunnen verzekeren. Het kan wel rechtvaardig lijken deze nodige strijdkrachten af te trekken van de Britse bijdrage tot de Nato. Deze strijdkrachten vervullen inderdaad een zeer belangrijke taak. Ware de veiligheid van Groot-Brittannië niet verzekerd, dan zou de verdediging van Europa eveneens op het spel staan. In een rede, uitgesproken voor het Hogerhuis op 15 April 1953, heeft luchtmaarschalk Lord Tedder verklaard, dat het toch, al spreekt men van luchtoperaties die verschillen van deze ter zee of te land, niet gaat om een bijzondere wijze van oorlogvoeren. Al heeft maarschalk Lord Montgomery eens verklaard, dat bij een moderne oorlog het eerste doel moest zijn de strijd in de lucht te winnen, was Lord Tedder de mening toegedaan, dat er een band bestaat tussen de drie wijzen van oorlogvoeren - te land, ter zee en in de lucht. In Groot-Brittannië trachten wij zo veel mogelijk met dit beginsel rekening te houden en het is met dit doel, dat wij de luchtstrijdkrachten waarover wij beschikken, gebruiken.
De verdediging van Groot-Brittannië, - het onoverwinnelijke vliegdekschip, - de uitbreiding van een luchtmacht van moderne strategische bommenwerpers, de oprichting van een kust-luchtmacht die aan de vijandelijke duikboten het hoofd zal kunnen bieden, al deze punten maken een belangrijk deel uit van onze bijdrage tot de verdediging van Europa tegen een Russische aanval.
Zodoende hebben wij grote risico's genomen bij de verdediging van ons land om een maximum bijdrage te kunnen leveren voor de verdediging van het vasteland. Enkele tijd geleden beschikten wij in Groot-Brittannië over geen enkel geoefend leger, dat een reserve zou uitmaken. Vandaag, dank zij de oprichting van nieuwe bataljons, staan wij op het punt dergelijk reserveleger tot stand te brengen. Wij hebben een actief leger van 550.000 man, hetgeen overeenstemt met meer dan 11 divisies; 80 t.h. van deze manschappen bevinden zich echter overzee en er bestaat in Groot-Brittannië geen enkele strijdende divisie.
Bij het begin van een oorlog en in afwachting van de mobilisatie van een reserve-leger, zou de verdediging van het grondgebied moeten verzekerd worden door enkele mobiele kolommen samengesteld uit enkele beschikbare eenheden van het actief leger, uit troepen afkomstig van de depots en de opleidingscentra en uit Home Guards. De getalsterkte van de Britse luchtverdediging werd
| |
| |
derwijze berekend, dat slechts het minimum van de noodzakelijke diensten zou verzekerd worden.
| |
De Britse bijdrage tot de strijdkrachten van de Nato
Ik heb getracht aan te tonen, dat Groot-Brittannië een wereldmogendheid is, die in gans de wereld verbintenissen heeft aangegaan. Wij mogen niet al onze middelen besteden aan de verdediging van Europa. De taak die ons thans te wachten staat in het Midden-Oosten en in het Verre-Oosten is zo belangrijk, dat in geval van mislukking de verdediging van West-Europa in gevaar zou verkeren, terwijl in geval van welslagen de warme oorlog wellicht nooit in Europa zou uitbreken.
In weerwil van al deze oproepen die onze strijdkrachten mochten beantwoorden, nemen wij op volledige wijze deel aan de verdediging van Europa zelf. Wat onze strijdkrachten betreft, die onder het gezag van het opperbevel van de Atlantische strijdkrachten in Europa staan, deze omvatten thans 4 divisies gelegerd in Duitsland, Oostenrijk en in het vrijgebied Triëst. Van deze 4 divisies zijn er drie gepantserde. Onze 2de tactische luchtmacht, in Duitsland, werd eveneens geplaatst onder het bevel van het geallieerd hoofdkwartier voor Midden-Europa. Deze strijdkrachten zijn, in geval van oorlog, onmiddellijk beschikbaar en zouden vlug versterkt worden door reserve-eenheden zoals het Territoriaal Leger, dat uit 11 divisies, in Groot-Brittannië opgeleid, bestaat. Naar gelang de tijd vordert vermeerdert de kracht en de doeltreffendheid van onze beschikbare lucht- en landstrijdkrachten.
In de Atlantische Oceaan, de Middellandse Zee en het Kanaal, werden belangrijke zeestrijdkrachten, bijgestaan door de zeeluchtvaart ter beschikking gesteld van de Nato. In dit opzicht zou ik willen laten opmerken, dat de Britse oorlogsvloot slechts door de Amerikaanse vloot wordt overtroffen, wat betreft de Westerse mogendheden.
Men dient ook nog rekening te houden met de Britse strijdkrachten die, al staan ze niet rechtstreeks ter beschikking van de Nato, toch een belangrijke rol zouden spelen bij de verdediging van Europa. Hier dienen vermeld de machtige bommenwerpers-smaldelen, die hun bases hebben in Groot-Brittannië en die, al blijven zij onder nationale bevelvoering staan, in geval van nood doeltreffende aanvallen kunnen richten op doelwitten in Oost-Europa, zoals vliegvelden, verkeerswegen, troepenverzamelingen, bevoorradingscentra, enz., waarvan de vernietiging de vooruitgang van de vijand zou kunnen remmen. De operaties van het Opperbevel op het vasteland zouden hierdoor in belangrijke mate geholpen worden. Deze strijdkrachten zouden eveneens de omvang van de luchtaanvallen op Groot-Brittannië zelf verminderen. Het neerschieten van een vijandelijk vliegtuig door de Fighter Command van Groot-Brittannië zou voor de geallieerde luchtoperetaies dezelfde winst uitmaken, als ware het vliegtuig boven West-Europa neergeschoten.
| |
| |
| |
De Europese Verdedigingsgemeenschap
Na deze toelichting over de omvang van de rechstreekse Britse bijdrage tot de strijdkrachten waarover de Nato beschikt, zou men zich kunnen afvragen waarom wij niet bereid zij onze land- en luchtstrijdkrachten met deze van de Europese Verdedigingsgemeenschap te verbinden. Dit is natuurlijk een zuivere politieke kwestie, en als vlieger zou ik mij op dat gebied niet al te veel mogen inlaten. Ik heb echter al bewezen dat Groot-Brittannië, de traditie getrouw, naar buiten kijkt en dat de niet bepaalde betrekkingen, die het verbinden met de grote dominions, niet verenigbaar zijn met een lidmaatschap van een zuivere Europese gemeenschap. Wij zijn de mening toegedaan, dat, zo wij lid werden van de E.V.G. wij onze banden met het Brits Gemenebest zouden verzwakken en misschien verbreken. Ik denk, dat een dergelijke verzwakking van de banden die bestaan tussen vrijheidlievende volkeren, heden ten dage, een rampspoedige politiek zou betekenen, niet alleen voor ons, doch voor al de vrije volkeren. Heeft Rusland ten slotte niet tot doel de vriendschap te verbreken die bestaat tussen de Westerse volkeren? Waarom zouden wij het in haar streven helpen? Ik ben er van overtuigd, dat men onze toestand zal begrijpen indien men nadenkt over de verbintenissen die wij in andere werelddelen hebben en waarover ik gehandeld heb.
Een onoverwinnelijke moeilijkheid zou ons beletten ons politiek en strategisch aan te passen aan elke wijziging in de internationale aangelegenheden, zo wij werkelijk deel zouden uitmaken van de Europese Verdedigingsgemeenschap. Dit is geenszins een egoïstische houding, want onze inspanningen om de eenheid van het Gemenebest te bewaren en om het communisme in de koude oorlog te bestrijden, helpen onrechtstreeks de verdediging van Europa. Wanneer wij bijgevolg in de koude oorlog de rol moeten vervullen die ons past, moeten wij met een maximum soepelheid onze strijdkrachten kunnen verplaatsen om aan nieuwe bedreigingen het hoofd te kunnen bieden.
Wij mogen ons niet veroorloven. - en de Nato ook niet, zo men de zaken van hoger uit bekijkt, - gebonden te zijn zoals dit het geval zou zijn mochten wij deel uitmaken van de Europese Verdedigingsgemeenschap. Er is geen spraak van, dat daarom onze bijdrage voor de verdediging van Europa minder belangrijk zou zijn: de omvang van deze bijdrage ondergaat geen enkele wijziging, maken wij dan ook deel uit van de Verdedigingsgemeenschap al dan niet. Anderzijds hebben wij ons verbonden al het mogelijke te doen om de Europese Verdedigingsgemeenschap te helpen zonder evenwel lid er van te worden. Gij weet, dat wij een overeenkomst ondertekend hebben waarbij wij de verzekering geven, dat elke aanval tegen de strijdkrachten van de gemeenschap beschouwd zal worden als een aanval tegen Groot-Brittannië zelf. Britse waarnemers hebben deelgenomen te Parijs aan de vergaderingen van de tijdelijke commissie van de Europese Verdedigingsgemeenschap, die de plannen voorbereidt, die zullen moeten verwezenlijkt worden zodra het verdrag zal
| |
| |
bekrachtigd zijn. Wij hebben eveneens practische voorstellen gedaan, die tot doel hebben een nauwe band tot stand te brengen tussen onze strijdkrachten en deze van de statenleden van de Verdedigingsgemeenschap. Wij hebben een gezamenlijke opleiding voor gezamenlijke maneuvers voorgesteld, uitwisselingen van officieren en waarnemers, plannen van de standardisatie van de tactiek, de logistiek en de bewapening.
Om te eindigen, hebben wij aan de zes regeringen voorgesteld een nauwere politieke band tot stand te brengen tussen Groot-Brittannië en de Gemeenschap. Deze voorstellen worden nog steeds besproken en hun bijzonderheden werden nog niet bekendgemaakt. Ik meen echter te mogen zeggen, dat zij over het algemeen gunstig onthaald werden en dat de besprekingen een gunstig verloop kennen.
Indien wij geen deel uitmaken van de Europese Verdedigingsgemeenschap, dan voelen wij toch met haar samen, al oordelen wij dan ook dat wij meer voor haar kunnen leveren buiten Europa dan op ons vasteland.
Air Chief Marshal SIR PHILIP JOUBERT
|
|