Ik doe wél mee en plaats er me boven, nadat ik er Volop in stond: een andere, moeilijker, serene levenshouding en kunstvisie. Ze schijnt me die van Franz Hellens te zijn. Een artist die met beide voeten in zijn tijd staat, hem beleeft en herschept, ja zelfs hem meehelpt zijn aanschijn te geven. Ook hij spaart zijn tijd niet, maar hij behoort tot hen die uit alles honing kunnen halen. Stellig beschikt hij over kalmer zenuwen en een nog groter hardnekkigheid: ‘l'obstination est une des marques de mon caractère’, bekent hij in ‘Un voyant’.
Ik zal het hier hebben over zijn dichtbundel ‘Miroirs conjugués’ (Les écrivains réunis, Armand Henneuse, édit.) en over zijn verhalenboek ‘Les Marées de l'Escaut’ (Edit. Albin Michel, Parijs, 1953).
Poëzie is voor Hellens vooral het uitleven van, het reageren tegen en het sublimeren van het Heden. In zijn romans en verhalen spreekt hij voornamelijk de schatkamers van het Verleden aan.
Luisteren we eerst naar de dichter, een man die Ja zegt tot het leven. Voordeel: kracht en optimisme. Nadeel: op de uiterste grens krijgt de levensaanvaarding een propagandistisch-programmatisch kleurtje. Maar bij Hellens hoeven we daar niet veel voor te vrezen.
‘Mon nom est homme d'aujourd'hui’, verklaart hij. ‘Présent je suis à toi’. Met behulp van de aarde bouwt hij zijn hemel op: ‘Tout ce qui fait la terre, humanise le temps’. Hij neemt deel aan alle moderne stromingen en laat zijn Muze steeds up to date zijn. Maar in zijn beste momenten toont hij zijn ware en grote kracht: alles in zich te hebben opgenomen, sterk en hard, om zichzelf te blijven voor later: ‘purifié par la distance, pétri d'éternité et de silence’. Hij bezit de zeldzame gave om vele tijdelijke details samen te tellen en samen te stellen tot een duurzaam geheel. Hij weet dat vele waarden soms eens ondersteboven worden geplaatst, doch zulks belet hem niet ook af en toe op zijn hoofd te gaan staan. Hij weet ten slotte de onzuiverheden te weren, hij gelooft in zijn krachten, hij is klassiek op zijn manier: ‘Marcher bas/Ou voler haut prennent la même allure/Dans la légèreté d'une âme pure’. De honderden experimenten waaraan hij hier en elders deelnam, hebben hem nooit van het essentiële kunnen afhouden: zichzelf zo sterk mogelijk en evenwichtig uit te spreken. Hij bekent zijn Geluk: ‘ruimte vervuld van Eeuwigheid’ te zijn. Naast de ene, grote zekerheid, daarna de vele, bijkomstige spiegeleffecten die boeien en verrassen. Zonnestralen betoveren ons; maar het weten dat de Zon er is, blijft hoofdzaak.
In ‘Les Marées de l'Escaut’ heeft Hellens verhalen van verschillende soort samengebracht. We kennen sterker prozawerk van hem; maar een verhalenbundel bevat uiteraard zwak naast sterk. Het eerste verhaal, dat het ganse boek zijn titel leent, behoort niet tot de beste. Het roept de tijd van het eerste socialisme in Vlaanderen op, zoals Piet van Akens roman ‘Het Begeren’. Een thema waarmee Cyriel Buysse ons reeds vertrouwd maakte. Hellens ontsnapt niet aan de breedvoerigheid van de impressionistische periode van vóór 1914.