van het strafrecht in de verschillende landen ging uit van deze ideeën, die trouwens de weg baanden tot de individualisatie, die door de latere strekkingen ingeslagen werd.
De Italiaanse positivistische school, die dichter bij ons staat, heeft de noodzakelijkheid van het individueel beschouwen van de misdadiger als eerste punt van haar programma aangenomen. ‘De misdadiger is de hoofdpersoon van de criminele rechtvaardigheid’, zegt EnricoFerri, vertegenwoordiger van de positivistische school. ‘Bij het toepassen van de criminele rechtvaardigheid komt de eerste plaats toe aan de misdadiger; zijn persoonlijkheid, als psychologisch en biologisch wezen, moet volledig, dat betekent in alle mogelijke uitzichten, in acht genomen worden. Ferri schrijft in een van zijn werken: ‘... de spil van het strafrecht en van zijn toepassing zo wel als deze van de strafrechterlijke wetenschap is niet het misdrijf beschouwd als gerechtelijke abstractie noch als een inbreuk, doch het misdrijf in de persoon van de misdadiger.’
Er dient echter op gewezen, dat deze school zich niet alleen kenmerkt door het beter naar voor plaatsen van de persoonlijkheid, van de misdadiger. De Italiaanse positivistische school die haar opzoekingen en werkzaamheden afhankelijk maakt van de persoonlijkheid van de misdadiger, zal daaruit besluiten treffen, die van groot belang zijn, niet alleen voor de hervorming van het strafrecht, maar voor het karakter, de aard zelf van de rol die de Staat te vervullen heeft. De positivistische school is van oordeel, dat het belangrijkste vraagstuk bij het rechtspreken de zedelijke verantwoordelijkheid van de misdadiger, d.i. zijn schuld, is.
Men zou kunnen zeggen, dat ten opzichte van het vraagstuk zelf, de school er een negatief oordeel op na houdt. Zij betwist het bestaan van de verantwoordelijkheid niet, doch betoogt, dat het onderzoek en de vaststellingen die worden gedaan buiten de bevoegdheid van de Staat vallen. De zedelijke verantwoordelijkheid hangt af van de moraal-filosofie, van het openbaar bewustzijn, van het godsdienstig geloof, doch mag geen bevoegdheid van de Staat of menselijke gerechtigheid uitmaken. De juiste beoordeling van de verantwoordelijkheid overtreft de menselijke bekwaamheden en bevoegdheden. De taak van de Staat ligt in het handhaven van de rechtelijke orde als noodzakelijke voorwaarde voor het sociaal bestaan; hij dient zich uitsluitend bezig te houden met het vraagstuk van de wettelijke verantwoordelijkheid, met het gevaar, dat een bepaalde persoon oplevert voor deze orde. Het behoort de Staat de graad van dit gevaar uit te maken aan de hand van objectieve criteria doch rekening houdend met de persoonlijke eigenschappen van de betrokken persoon.
Uit de gedachten, voorgestaan door de positivistische school, blijkt, dat wanneer zij de volledige afschaffing van de openbare straf eist, dit slechts kan verrechtvaardigd worden van het standpunt uit van de morele verantwoordelijkheid. De straf moet vervangen worden door veiligheidsmaatregelen waarvan de aard en de strengheid dienen bepaald volgens het gevaar dat de persoon biedt. Daaruit leidt men af: geen straf volgens de schuldigheid, maar maat-