de Staten-Kamer verworpen. Bovendien werd elke invloed van de nationale ministers uitgesloten in het uitvoerend gezag. Voor de grote landen is deze laatste schikking geen hinder, vermits zij toch zowel in de Volkeren-Kamer als in de Staten-Kamer hun wil kunnen opdringen.
Het is nochtans een onbetwistbaar feit dat het thans vooral de kleine landen zijn, die het meest bereid zijn om de Europese gemeenschap te doen lukken, terwijl zowel in Frankrijk als in Duitsland machtige invloeden gekant zijn tegen de Europese samenwerking zoals zij wordt opgevat. Het gevaar, dat daarmee gepaard gaat is, dat men ook in de schoot van de Verenigde Staten zich ten slotte zal afvragen wat er nu eindelijk van die Europese samenwerking kan terecht komen. Het ware gewis veel beter geweest, indien men te Straatsburg de belangen van de kleine landen had ontzien zoals het behoort, want aldus had men een bewijs gehad, dat de besprekingen door een werkelijk Europese geest worden beheerst.
Dit alles bewijst nog beter dan welk ander feit ook, hoe op internationaal gebied een gemeenschappelijke waakzaamheid vanwege de drie Benelux-landen noodzakelijk blijft.
Zolang wij niet tot een volledige samenwerking tussen de Beneluxlanden komen, zullen wij het moeilijk hebben om onze nochtans vaak gemeenschappelijke gezichtspunten en belangen te verdedigen en te doen ingang vinden bij de grote mogendheden.
Indien wij onze invloed versnipperen, zullen wij niet bestand zijn tegen de macht onzer nabuurstaten. Dit is ondermeer gebleken, toen Duitsland enkele weken geleden een regelrechte aanval op de Beneluxhavens deed door een sterk ingrijpende verlaging der spoorwegtarieven ten gunste van de Duitse havens. Indien Antwerpen, Rotterdam, Gent en Amsterdam door blijven vechten om een nutteloos overwicht, zullen inderdaad de Duitse havens met het been en bovendien de luxe er van doorgaan.
De vragen die wij ons moeten stellen zijn eenvoudig: Zullen onze rechtmatige belangen, ons algemeen ruilverkeer, onze havens in het bijzonder, onze internationale positie er bij winnen, indien de Benelux-politiek moest mislukken? Zullen wij geen kans hebben om beter aanhoord te worden, indien wij op internationaal gebied een gelijklopende politiek kunnen volgen om onze rechten in een ruimer internationaal verband des te beter te behartigen? Deze vragen stellen, is ze tevens bevestigend beantwoorden.
Al degenen die zulks beseffen, zullen er zich dan ook met verdubbelde ijver op toeleggen, alle misverstanden en moeilijkheden in de schoot van de Benelux-landen uit de weg te ruimen. Hoe dit best kan, menen wij reeds in een zekere mate te hebben aangeduid.
Benelux dient beschouwd als een hoeksteen van een ruimere internationale samenwerking. Wie voor een eengemaakt en sterk Europa is, moet ook voor Benelux zijn. Zulks wordt ook best aangevoeld en begrepen in de Verenigde Staten.