Knevelaar niet verrukt. Ik ben er oprecht van overtuigd dat de uitgevers, overal ter wereld, door een verkeerde verspreidingsmethode tenslotte een kulturele noodtoestand scheppen, die vroeger of later de geestdoodende, allesdoodende inmenging van de overheid onvermijdelijk maakt.
Ik weet wel dat zij, de bevorderaars der beschaving, een heel tuighuis vol statistieken en valsche voorspiegelingen bezitten, waarmede zij glashelder bewijzen dat het boek minder in prijs gestegen is dan andere gebruiksvoorwerpen en artikelen. Dit verandert echter niets aan het feit dat ik, een geboren, geestdriftig, roekeloos boekenkooper, en honderden als ik, niet meer in staat zijn, onze driften en lusten bot te vieren, zelfs niet wanneer ik mij daarvoor vele andere vermakelijkheden ontzeg.
De dag voor ik op reis ging (21 Mei 1951), zag ik een boek, dat ik mij vroeger zonder een zweem van twijfel ten geschenke had gegeven. Een goed boek, een fraai boek, een boek dat zijn vijf harde guldens ongetwijfeld waard zou zijn; maar daartegenover toch niet zoo onvermijdelijk was, dat ik er twintig voor kon offeren. Ik liet het boek dus waar het lag in de winkel van Foyle. En ik hoop van harte dat het er over vijftig jaar nog ligt, met honderdduizend andere teedere winkeldochters, verlept en vervuild. Het kan echter zijn dat één dezer dagen het oog van Sir Alfred Beit of Sir Philip Oppenheimer er op valt. Magnaten zijn de eenige mannen nog in staat zich zulke kostbaarheden op groote schaal aan te schaffen. En dan moeten zij nog voorzichtig zijn, want een ietwat al te hartstochtelijke liefde voor het boek, is nu bij machte een ieder die er warmpjes in zit tot de bedelstaf te brengen. Wie kent de dichter Percy Mac Kaye? Hij is een Vereenigde Stater en werd in 1948 begiftigd met een prijs uitgereikt door een pompeus en potsierlijk lichaam, de ‘Academy of American Poets’. Deze Percy Mac Kaye nu schreef een tetralogie: ‘The Mystery of Hamlet, King of Denmark or What we will’. Hierin worden bedicht de openbare en geheime levens van de bewoners van het kasteel Elseneur, gedurende dertig jaren voorafgaande aan de geestverschijning. Stelt iemand belang in dit werk? Hij kan het zich aanschaffen bij de uitgever (145 Oost 63ste straat). Een exemplaar kost slechts honderd dollar, een peuleschilletje, voor wie een croc à phynance bezit om de gouden realen naar zich toe te harken, een onoverkomelijkheid voor iedere nieuwsgierige boekenvriend. Is dit niet de eerste stap tot het Openbare Boek, het boek waarvan alleen groote welvarende gemeenten zich een exemplaar kunnen verwerven?